Operation Manual

87
Hoofdstuk 3 Het afspelen van songs
Hoofstuk 3
Knop Uitleg
1
TRANSFORM
Deze functie verandert de stemmen van de microfoon. U kunt dit ook gebruiken om
stemmen te veranderen op de bijgeleverde CD. De instelling wisselt telkens
wanneer u de knop indrukt naar de volgende optie: van mannelijke naar
vrouwelijke stem, dan naar kinderstem en ten slotte weer naar normale stem.
HARMONY
Deze functie voegt tegenstemmen aan de microfoonstemmen toe. U kunt ook
tegenstemmen toevoegen aan stemmen op de bijgeleverde CD.
De instelling van de tegenstem wisselt telkens wanneer u de knop indrukt naar de
volgende optie: van Muziekbestanden (pag. 49) naar Oct-Up (pag. 46), naar Oct-
Down (pag. 46) en ten slotte weer naar de normale steminstellingen.
2 3D
Deze functie voegt een ruimtelijker effect aan het geluid toe. Wanneer de
[Surround]-knop op ‘Advanced 3D’ wordt gezet, wordt het Advanced 3D-effect
met het indrukken van deze knop aan en uit gezet.
Wanneer de [Surround]-knop op ‘Surround’ wordt gezet, wordt er telkens wanneer
u de knop indrukt naar de volgende optie gewisseld: van Surround Effect Uit naar
Surround-begeleiding, naar Surround-galm.
3
INTERNAL Deze functie wisselt tussen de genres van de voorgeprogrammeerde songs.
CD
Indien er zich een CD in de CD-speler bevindt, terwijl u op deze knop drukt, wordt
de CD geselecteerd.
FD
Indien er zich een floppydisk in de diskdrive bevindt, terwijl u op deze knop drukt,
wordt de floppydisk geselecteerd.
4 MUTE
Deze functie dempt alle geluiden (zet alle geluiden uit). De ‘Moving Key’-functie
wordt door deze functie gestopt.
5 FUNC
U kunt de functie die aan deze knop is toegewezen gebruiken. U kunt de functie die
aan de knop is toegewezen ook veranderen (pag. 167).
6 CANCEL
Deze functie herstelt de instellingen van de [HARMONY]- en de [TRANSFORM]-
knop naar hun oorspronkelijke instellingen. De [TONE]-knop wordt op de
geluidssoort ‘Piano’ gezet.
7 TONE
Deze functie verandert de partij die op dat moment op de toetsen wordt gespeeld.
Iedere keer wanneer u de knop indrukt, verandert de geluidssoort.
8 DISPLAY
Iedere druk op de knop voert u naar de volgende selectie in de rij
keuzemogelijkheden. De volgorde van die rij is: songlijst, teksten, notatie, notatie +
klavier en gebruikersafbeelding.
U kunt op de [DISPLAY]-knop drukken, terwijl het Temposcherm of het
Volumescherm in beeld is om het Tempo- of Volumescherm leeg te maken.
Sommige songs hebben geen schermen met teksten of notatie.
9
Wanneer u op de [ ]-knop drukt, terwijl de song wordt gestopt, wordt de vorige
song geselecteerd. Wanneer u op de [ ]-knop drukt, terwijl de song nog speelt,
gaat u terug naar het begin van die song.
Deze functie start en stopt het afspelen van de song.
Het afspelen start en stopt afwisselend, telkens wanneer u de [ ]-knop indrukt.
U kunt ook functies aan deze knop toekennen (pag. 167).
Wanneer u de [ ]-knop indrukt, wordt de volgende song geselecteerd.
10
VOL - +
(Volume)
U kunt het volume regelen.
Indien het volume met de VOL [-] [+]-knoppen op 0 is gezet, is er geen geluid te
horen, zelfs niet indien u het volume hoger probeert te zetten met de [Volume]-
knop van de KR. Gebruik de VOL [-] [+]-knoppen ook om het volume hoger te
zetten.
U kunt de ‘Memory Backup’-functie gebruiken om deze instellingen in de KR te
bewaren (pag. 164).
11 TEMPO - +
Deze functie regelt het tempo.
U kunt ook functies aan deze knop toekennen (pag. 167).
U kunt het tempo van CD’s niet veranderen.