Operation Manual
107
Hoofdstuk 4 De uitvoering opnemen en opslaan
Hoofdstuk 4
De naam van de song die wordt opgeslagen bepalen
4. Raak <Rename> aan.
Het volgende ‘Rename scherm’ verschijnt:
fig.d-songname.eps_60
Als u aanraakt, wordt de cursor verplaatst. Wanneer u het icoon van
de letter of het teken dat ingevoerd wordt aanraakt, verschijnt dit teken op de locatie
van de cursor. Als u bijvoorbeeld <ABC> achterelkaar aanraakt, loopt u cyclisch
door de beschikbare keuzes binnen de betreffende groep tekens (‘A’→‘B’→‘C’…).
Met elke aanraking van <A-a-0-!> ziet u achtereenvolgens alle tekens van ‘Engels
(hoofdletters)’, ‘Engels (kleine letters)’, ‘nummers’, ‘symbolen’ en dan terug naar
‘Engels (hoofdletters)’.
Als u <Del> aanraakt, wordt het teken op de cursorpositie verwijderd.
Als u <Ins> aanraakt, wordt een spatie op de cursorlocatie ingevoegd.
5. Nadat u de naam heeft ingevoerd, raakt u <Exit> aan.
De opslagbestemming bepalen
6. Raak <Disk> of <Favorites> (KR-7) aan.
Raak <Disk> aan als u op floppydisk wilt opslaan, raak <Favorites> aan als u in
Favorites wilt opslaan.
7. Raak aan om het songnummer van de opslagbestemming te
selecteren.
Als een songnaam met een nummer wordt getoond, is er op dat nummer al een song
opgeslagen. Als u een nummer met een eerder opgeslagen song selecteert, en dan
doorgaat om een nieuwe song op te slaan, zal de eerder opgenomen song worden
gewist. Om een opgeslagen song niet te verliezen, selecteert u een nummer zonder
songnaam in de kolom van de opslagbestemming.