Operation Manual

121
Hoofdstuk 6 Songs creëren en bewerken
Hoofdstuk 6
De opnamemethode veranderen
1. Druk op de [Menu] knop.
Het Menu scherm verschijnt.
fig.d-menu1.eps_50
2. Raak <Rec Mode> aan.
Een ‘Rec Mode scherm’ zoals het volgende verschijnt:
fig.d-recmode.eps_50
3. Raak <Rec Mode> aan, om de opname
methode te selecteren.
4. Raak <Exit> aan.
Keer naar het Menu scherm terug.
Opnemen terwijl de vorige
opname wordt gewist
(Replace Recording)
Het opnameproces waarbij eerder materiaal wordt gewist
wanneer nieuw materiaal wordt opgenomen, wordt ‘Replace
Recording’ genoemd. Deze instelling is in werking als u het
apparaat aanzet.
1. In het ‘Rec Mode scherm’ (p.121) selecteert u
<Replace>.
Raak <Exit> aan om naar het Menu scherm terug te
gaan.
De KR-7/5 is op de Replace Recording mode ingesteld.
Neem de uitvoering op, met gebruik van de in hoofdstuk
4 (p.95) beschreven procedures ‘Multitrack Recording
met 16 Parts (16-sporen sequencer)’ (p.117).
Een opname over eerder
opgenomen geluiden plaatsen
(Mix Recording)
U kunt een uitvoering over een eerder opgenomen
uitvoering opnemen. Deze methode wordt ‘Mix Recording’
genoemd.
1. In het ‘Rec Mode scherm’ (p.121) selecteert u <Mix>.
Raak <Exit> aan om naar het Menu scherm terug te
gaan.
Neem de uitvoering op, met gebruik van de procedures
in ‘Opnemen terwijl de Track knoppen worden geselec-
teerd (Redoing Recordings)’ (p.101), ‘Multitrack Recor-
ding met 16 Parts (16-sporen sequencer)’ (p.117) of
andere methodes.
* Nadat u met Mix Recording klaar bent, keert u naar de normale
Replace Recording mode terug.
Display Opnamemethode
Replace Vervang opname.
Mix Mix opname.
Loop Loop opname.
Auto Punch-
In/Out
Punch-in opname van het interval tus-
sen instellingsmarkeringen.
Manual
Punch-In/Out
Punch-in opname, beginnend vanaf het
punt waarop het pedaal, het Performan-
ce Pad of de [ (Rec)] knop wordt in-
gedrukt. Meer over Punch-in
Recording, zie p.123.
Tempo
U kunt tempowisselingen aan een opge-
nomen compositie toevoegen. Zie p.132.
Display van
de KR-7