Operation Manual
136
Hoofdstuk 7 Muziekstijlen creëren
Hoofdstuk 7
❍ De volume en effectinstellingen van elk
part bewerken
Het Part instellingsscherm weergeven
1. In het Style Composer scherm raakt u <Options> aan.
Een scherm zoals hieronder wordt getoond verschijnt.
fig.d-scomp-part.eps_50
De instellingen van ieder part wijzigen
2. Raak de aan, om het part met de
instellingen die veranderd worden te selecteren.
De partnaam en geluidsnaam worden in het bovenste
gedeelte van het scherm aangegeven.
3. Raak van elke parameter aan, om de waarde
te veranderen.
U kunt de waardes ook veranderen door elke parameter-
naam aan te raken, en dan de [-] [+] knoppen en de
draaiknop te gebruiken. Als u de [-] [+] knoppen gelijk-
tijdig indrukt, keert de parameter naar zijn originele
waarde terug.
U kunt het geluid (Tone) van het geselecteerde part ver-
anderen, door een Tone knop in te drukken terwijl dit
scherm wordt weergegeven, om het geluid te verande-
ren. Als u een Rhythm part selecteert, kunt u <Drum
Set> aanraken om de drumset of het effectgeluid te selec-
teren.
De instellingen voltooien
4. Raak <Exit> aan.
Het Style Composer scherm verschijnt.
■ Een stijl creëren uit een door u
zelf gecomponeerde song
(Style Converter)
Uit een door u gecomponeerde song kunt u de porties halen,
die u nodig heeft om uw eigen originele stijl te creëren. Als u
een song componeert, is het niet nodig om alle akkoorden te
specificeren. U kunt een aantal akkoorden aangeven, en de
KR-7/5 kiest automatisch de andere akkoorden en arrangeert
de stijl. Deze functie wordt de ‘Style Converter’ genoemd.
Style Converter beschikt over een ‘Auto Mode’, waarmee u
gemakkelijk stijlen uit songs met één enkel akkoord kunt
creëren, en een ‘Manual Mode’ waarin u stijlen uit songs met
drie soorten akkoorden kunt creëren - majeur, mineur en
septiem akkoorden.
Bij het creëren van een song om een nieuwe muziekstijl te
maken, is het een goede oefening om over het arrangement
van de muziekstijl na te denken.
Style arrangementen
Een muziekstijl is uit vijf uitvoeringsparts opgebouwd:
‘Rhythm’, ‘Bass’, ‘Accompaniment 1’, ‘Accompaniment 2’ en
‘Accompaniment 3’.
Een song verloopt volgens een voorspelbare sequens, zoals
een intro, melodie A, melodie B, brug en einde.
Met de KR-7/5 worden dit soort veranderingen in songs aan
de volgende zes staten van uitvoering toegewezen. We
noemen deze zes onderdelen van een song ‘Divisies’.
U kunt een song levendiger of ingetogener maken door parts
Display Uitleg
Volume Past het volume aan.
Reverb
Past de hoeveelheid reverb effect dat op het
geluid wordt toegepast aan.
Chorus
Past de hoeveelheid chorus effect dat op het
geluid wordt toegepast aan.
Panpot
Verandert de links-rechts richting waar het
geluid vandaan lijkt te komen.
Als u aanraakt, verplaatst het geluid
naar rechts; raak aan om het geluid
naar links te verplaatsen.
Divisie Uitvoeringsstatus
Intro
Het intro wordt aan het begin van een song
gespeeld.
Ending
Dit wordt aan het eind van een song ge-
speeld.
Original Dit is een basis begeleidingspatroon.
Variation
Dit is een zich ontwikkelend begeleidings-
patroon. Het is een variatie op het origineel.
Fill-In To
Variation
Dit is een frase van één maat, die op een
punt waar de stemming verandert wordt
ingevoegd. Het wordt gebruikt om de song
levendiger te maken.
Fill-In To
Original
Dit is een frase van één maat, die op een
punt waar de stemming verandert wordt
ingevoegd. het wordt gebruikt om een song
rustiger te maken.