Operation Manual
83
Hoofdstuk 3 Song afspelen en oefeningsfuncties
Hoofdstuk 3
❍ <KR-5>
Assigning functions to the Performance Pads
Functies aan de Performance Pads toewijzen
1. Druk op de [Style Orchestrator/User Function] knop. Het lampje van de
indicator gaat uit.
Een scherm zoals hieronder verschijnt:
fig.d-usrfunc_5.eps_60
2. Raak van Performance Pad [1] of [2] aan, om ‘Tap Tempo’ toe
te wijzen.
3. Raak <Exit> aan; het tempo wordt linksboven in het scherm aangegeven.
Het tempo specificeren
4. Druk minstens twee keer op het Pad waaraan ‘Tap Tempo’ is
toegewezen.
Het tempo wordt ingesteld op het ritme waarmee u op de knop heeft getikt.
U kunt de Tap Tempo functie
ook aan het pedaal toewijzen,
en het pedaal gebruiken voor
specificatie van het tempo.
Voor details, zie ‘Functies aan
pedalen en Performance Pads
(Pedal Setting/User
Functions)’ (p.147).