Operation Manual
12
Benamingen en functies
[Volume]-schuifregelaar
Past het algehele volume van de LX-10F aan (p.17).
[Reverb]-knop
Voegt galm toe, zoals die hoorbaar is als u in een
concertzaal speelt (p.25).
[Transpose]-knop
Transponeert het klavier en/of song.
• Het klavier transponeren (p.32).
• Het afspeelgeluid van de song transponeren
(p.40).
[Twin Piano]-knop
• Verdeelt het klavier in twee aparte secties, zodat
twee personen binnen dezelfde registers kunnen
spelen (p.27).
• U kunt met een gesplitst klavier spelen (p.29).
[Function]-knop
Brengt u naar de Function-modus, waar een
verscheidenheid aan instellingen gemaakt kan
worden, waaronder de instellingen die het geluid
veranderen en vele andere functies (p.53).
Tone knoppen
Hier kunt u het geluid selecteren dat u hoort als u
het klavier bespeelt (p.21).
[Piano Designer]-knop
Hiermee kunt u het pianogeluid naar uw smaak
aanpassen, door bijvoorbeeld de String Resonance
aan te passen (p.34).
Display
Dit toont de klanknaam, het songnummer, tempo en
maatsoort.
[▲] [▼]-knoppen
Gebruik deze knoppen om onderdelen in de Piano
Designer of in de Function-modus te selecteren.
[–]-( ) [+]-( ) knoppen
• Verandert de waarde van instellingen zoals
geluiden of functies.
• Selecteert het geluid dat u op het klavier wilt
spelen (p.21)
• Selecteert een song (p.37)
• Spoelt een song vooruit/terug (p.37).
[Song]-(Tempo) knop
• Geeft de naam van de op dat moment
geselecteerde song aan (p.37).
• Verandert het tempo van de metronoom of de
maatsoort (p.22).
1 2 3 4
5
6 7
26
17
25
21 22 23 24
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11










