Bedankt voor uw aankoop van de MC-307 Groovebox. De MC-307 vertegenwoordigt een nieuwe generatie van RolandGrooveboxes, die nóg veelzijdiger en eenvoudiger te gebruiken is dankzij nog meer Realtimecontrolemogelijkheden en een functiepakket dat nauw bij de behoeften van een DJ aansluit. De op zich al opzienbarende patronen (“Patterns”) kunt u wijzigen om op die manier origineel materiaal te programmeren. Op die manier kunt u op elk moment voor de juiste “Groove” zorgen.
Veilig gebruik van de MC-307 INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN Over de VOORZICHTIG VOORZICHTIG en LET OP labels Over de symbolen Wijst de gebruiker op het risico op dodelijke ongevallen of zware verwondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat. Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materi le schade.
• Verbreek, in de volgende situaties, onmiddellijk de aansluiting op het lichtnet en neem contact op met een erkende herstellingsdienst of uw Rolanddealer: • Als de adapter of het netsnoer zichtbaar beschadigd is. • Als er een voorwerp of vloeistof in het inwendige van de MC-307 terecht is gekomen. • Als de MC-307 in de regen heeft gestaan (of op een andere manier nat is geworden). • Als de MC-307 niet naar behoren lijkt te werken of het helemaal niet meer doet. .............................................
Inhoud Inhoud Gebruikershandboek Aansluitingen .............................................................................................................................................................. 10 In- en uitschakelen ................................................................................................................................................ 11 Inschakelen .........................................................................................................................
Inhoud Gebruikershandboek Pattern-weergave ........................................................................................................................................ 51 Ander tempo kiezen (BPM) ..................................................................................................................... 52 Transponeren tijdens de weergave ....................................................................................................... 53 Klanken kiezen ..........................
Inhoud Basisbediening ............................................................................................................................................. 93 Data die u kunt editen ............................................................................................................................... 93 Bestaande waarden wijzigen ................................................................................................................... 95 Nieuwe Events invoegen (Insert) ............
Inhoud Gebruikershandboek Over MIDI ................................................................................................................................................... 137 Werken met externe MIDI-apparaten ................................................................................................ 138 Synchronisatie met een extern MIDI-apparaat ............................................................................... 140 9. Problemen oplossen & foutmeldingen ....................
Inhoud 8
Bedankt voor uw aankoop van de MC-307 Groovebox. De MC-307 vertegenwoordigt een nieuwe generatie van Roland-Grooveboxes, die nóg veelzijdiger en eenvoudiger te gebruiken is dankzij nog meer Realtime-controlemogelijkheden en een functiepakket dat nauw bij de behoeften van een DJ aansluit. De op zich al opzienbarende patronen (“Patterns”) kunt u wijzigen om op die manier origineel materiaal te programmeren. Op die manier kunt u op elk moment voor de juiste “Groove” zorgen.
Aansluitingen Aansluitingen In veruit de meeste gevallen zal u de MC-307 waarschijnlijk als volgt willen aansluiten. U hoeft enkel maar de apparaten aan te sluiten die u daadwerkelijk nodig hebt. Laat dus alles weg waar u in een bepaalde situatie geen boodschap aan hebt. In het Referentiehandboek (zie blz. 138) vindt u nog een aantal voorbeelden voor het aansluiten van andere instrumenten.
In- en uitschakelen In- en uitschakelen Inschakelen Gebruikershandboek Zodra u de MC-307 en de overige apparaten naar behoren hebt aangesloten (zie blz. 10), mag u ze –in de opgegeven volgorde– inschakelen. Schakelt u ze in een andere volgorde in, dan zou u de luidsprekers, eindtrap, actieve luidsprekers e.d. kunnen beschadigen. * De MC-307 bevat een veiligheidscircuit dat de audioweergave tijdens het inschakelen onmogelijk maakt. Daarom duurt het na het inschakelen even voordat u iets hoort.
Korte voorstelling van de MC-307 Korte voorstelling van de MC-307 Using the MC-307 De MC-307 is een instrument dat vooral op muzikanten is afgestemd. Daarom biedt hij een groot aantal functies voor de beïnvloeding van het geluid en de weergave tijdens het spelen. Laten we hier even kijken naar wa de MC-307 in huis heeft. The MC-307 is a player-oriented version Op de aangegeven pagina’s komt u te weten hoe u deze functies moet gebrui-that of the groovebox. It features functions ken.
Korte voorstelling van de MC-307 BPM-uitlezing, TURNTABLE EMULATION (blz. 25) Via deze regelaars kunt u het geluid tijdens de weergave beïnvloeden en bv. de filterfrequentie verschuiven (voor de typische “Sweeps” of de resonantie van het filter verhogen/verminderen. De MC-307 bevat een apart display waar enkel de op dat moment gehanteerde BPM-waarde (tempo) wordt afgebeeld. Bovendien is hij uitgerust met de unieke TURNTABLE EMULATION-functie voor een bijzonder intuïtief gebruik.
Patronen beluisteren Patronen beluisteren De patronen kunnen muziek voor 1 tot 32 maten bevatten. Hierbij horen ook de Patches en de keuze van de Rhythm Set. Per patroon zijn er acht partijen (“Parts” genaamd). De MC-307 bevat bij levering 240 voorgeprogrammeerde (“Preset”) patronen. Verder zijn er 200 geheugens waar u uw eigen patronen kunt opslaan. Laten we eerst kijken hoe je de voorgeprogrammeerde patronen afspeelt. Op blz. 28 komt u te weten hoe u eigen patronen kunt programmeren.
Patronen beluisteren 3 Momenteel gekozen patroon 4 Gebruikershandboek Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het nummer van het patroon dat u wilt beluisteren. Volgend patroon De Preset-patronen zijn als volgt onderverdeeld: Het huidige patroon wordt nu tot aan het einde afgespeeld. Daarna hoort u dan het volgende patroon. Volg deze procedure voor het afspelen van alle benodigde patronen.
Pattern-weergave variëren Pattern-weergave variëren De MC-307 laat niet alleen toe om kant-en-klare patronen af te spelen: u kunt ze tijdens de weergave variëren, wat voor Dance natuurlijk belangrijk is. Mute-functie gebruiken Met de Part Mute-functie kunt u de partijen van een patroon tijdens de weergave in- en uitschakelen. Op zich laat dit al toe om één patroon om te toveren tot een compleet nummer door telkens weer andere combinaties van partijen in en uit te schakelen.
Pattern-weergave variëren Druk eerst op de [RHYTHM MUTE]-knop en vervolgens op [R] en [1]~[7] (BD, SD… OTHER) om de volgende instellingen te maken: Gebruikershandboek lichten op Indrukken (indicators beginnen te knipperen) 4 Druk op de [PLAY]-knop. Het patroon wordt nu afgespeeld (enkel de partijen die nog ingeschakeld zijn) en klinkt als een intro. 5 Druk op de [PART MUTE]-knop. Nu kunt u de benodigde partijen in-/uitschakelen. 6 Laat de weergave een paar maten lopen en druk dan op Partknop [2].
Pattern-weergave variëren Andere Patches (klanken) gebruiken Een andere manier om voor variatie te zorgen is door een andere Patch (klank) of Rhythm Set (voor de R-partij) te selecteren. Laten we hier beginnen met het kiezen van een andere Rhythm Set. Door dit tijdens de weergave te doen, hoort u meteen welke invloed dit op het patroon heeft. 6 1 2,7 4 5 3 1 2 Druk op de [PTN]-knop. Kies met de [VALUE]-regelaar of de [DEC] [INC] knoppen patroon P: 003.
Pattern-weergave variëren 6 Druk op de [F1 (PACH)]-knop. Gebruikershandboek Het display beeldt nu de naam van de momenteel gekozen Rhythm Set af (bv. [P: B04 Techno4]). 7 Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] een andere Rhythm Set. U zou bv. [P: A04 CR78 & Cheaps] kunnen kiezen om de drumpartij iets “lichter” te maken. Met [P: A24 Industrial] zorgt u voor een “zwaardere” drumpartij. Alleen al de keuze van een andere Rhythm Set zorgt voor een volledig andere “Sound”.
Functies voor DJ-gebruik Functies voor DJ-gebruik Geluid in Realtime beïnvloeden Naast het in-/uitschakelen en kiezen van andere Patches bestaat er nog een derde mogelijkheid om voor meer variatie te zorgen. Dit doet u door aan de regelaars te draaien, wat er op zijn beurt voor zorgt dat het geluid van een bepaalde partij verandert.
Functies voor DJ-gebruik Druk op de [PLAY]-knop om de weergave te starten. 4 Druk op de [PART SELECT]-knop. Gebruikershandboek 3 Nu dienen de knoppen [R] en [1]~[7] voor het kiezen van de Part die u wilt beïnvloeden. 5 Druk op [2] (indicator licht op) om de bas te selecteren. 6 Stel de [RESONANCE]-regelaar zoals hierna getoond in. 7 Beweeg de [CUTOFF]-regelaar nu tussen de hierna getoonde waarden heen en weer. Het geluid zou nu moeten veranderen.
Functies voor DJ-gebruik Bepaalde frequenties onderdrukken (Isolator) De Isolator is een effect waarmee een bepaald frequentiebereik kan worden onderdrukt. Dit herinnert natuurlijk een aan Equalizer (toonregeling), maar de Isolator kan een frequentie veel sterker onderdrukken – en dus echt zorgen dat ze oonhoorbaar wordt. Met de [GRAB]-schakelaar kunt u de Isolator in- en uitschakelen – ook weer ritmisch als u dat wilt. 7 2,5,9,11 3,6 8,10 1,4 12,14 13 1 Druk op de [SYSTEM]- en de [F1 (SYS)]-knop.
Functies voor DJ-gebruik 6 Gebruikershandboek Breng de cursor met de [CURSOR]-knoppen naar de namen van de effectprocessors en zog dat M-FX ingeschakeld (ON) is, terwijl REVERB en DELAY uit zijn. Dit patroon is zo ingesteld dat de M-FX alle partijen beïnvloed (dat hoeft niet altijd het geval te zijn). Met de [GRAB]-schakelaar kunt u de M-FX nu naar wens in- en uitschakelen. 7 8 9 Druk op de [PTN]-knop. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “P: 065 Dream Trance 2”.
Functies voor DJ-gebruik Delay (Echo) en Reverb Met deze effecten voorziet u het geluid van meer diepte en een “ruimtelijker” karakter. Maar aan zo’n beschrijving hebt u natuurlijk niet zoveel. Laten we daarom luisteren welke invloed deze effecten op het geluid hebben. 2 3 4 1 5 Stop de weergave en kies het patroon P: 154. 1 2 3 Druk op de [SYSTEM]-knop. Druk op de [F1 (SYS)]-knop om naar de System-keuzepagina te gaan.
Functies voor DJ-gebruik Tempo (BPM) aan een vinylplaat aanpassen Gebruikershandboek De MC-307 is voorzien van een TURNTABLE EMULATION-regelaar die ook op bepaalde pickups bestaat: hij dient voor het veranderen van de weergavesnelheid. Verder zijn er TURNTABLE HOLD/PUSH-knoppen waarmee u de indruk kunt wekken dat de “plaat” (het patroon) wordt tegengehouden of dat u ze heen en weer zit te draaien. Hiermee kunt u dus zorgen dat de MC-307 in de maat speelt van een vinylplaat e.d.
Partijen in Realtime toevoegen Partijen in Realtime toevoegen De MC-307 laat bovendien toe om zelf ook nog partijen bij de patronen te spelen. RPS: partijen starten door één toets in te drukken De RPS-functie (Realtime Phrase Sequencer) laat toe om de toetsen van het miniklaviertje te gebruiken voor het starten van partijen die we hier “frasen” gaan noemen.
Partijen in Realtime toevoegen Arpeggiator gebruiken Gebruikershandboek De Arpeggiator speelt ritmische patronen af waarvan u de toonhoogte kunt bepalen door de gewenste Pads in te drukken. Het voordeel van een Arpeggiator is dat u de betreffende motieven niet echt hoeft te spelen: houd gewoon een aantal toesten (akkoord) ingedrukt – en de Arpeggiator doet de rest, en nog wel perfect in de maat met de patronen. 3 1 2,4 1 Druk op de [ARP]-knop om de Arpeggiator in te schakelen.
Zelf patronen programmeren Zelf patronen programmeren Tot nu toe hebben we enkel met “prefab”-materiaal gewerkt. U kunt echter ook zelf patronen programmeren en intern opslaan. Er bestaan zelfs twee manieren voor het opnemen van patronen. Eén daarvan heet “TR-REC”. Dit is een procédé dat toelaat om frasen te programmeren door de knoppen in te drukken. Drumpartij programmeren Laten we beginnen met het programmeren van een eenvoudige drumpartij. 6 4 8 1 2 5 7 10 93 1 Druk op de [PTN]-knop.
Zelf patronen programmeren 6 Druk op de [F1 (PACH)]-knop. 7 8 9 Ook op de pagina, waar u patronen kunt selecteren, kunt u al een Rhythm Set oproepen. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] een andere Rhythm Set (indien nodig). Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar de eerste RECpagina. Druk op de [PLAY]-knop. Het display beeldt nu de TR-REC-pagina af om duidelijk te maken dat de MC-307 klaar is voor de opname.
Zelf patronen programmeren 6 2 3,5 1,4 1 Druk op de [TR-REC]-knop (indicator dooft). Dit betekent dat er nu niet wordt opgenomen, zelfs al drukt u op een Pad. Dit moet u doen om de klank te kunnen kiezen die moet worden opgenomen. 2 Druk twee keer op de [OCT (–)]-knop. 3 Druk op Pad [2] (tweede toets van links op het klaviertje). Het display beeldt nu “C2” af om aan te geven dat u die noot speelt. Via deze noot speelt u de basdrum (Kick) van de gekozen Rhythm Set.
Zelf patronen programmeren 5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Gebruikershandboek Druk op alle met een pijl gemarkeerde Pads om te zorgen dat hun indicator oplicht. Op die plaatsen worden nu basdrum-noten geprogrammeerd. 16 Ziezo, de eerste maat is al klaar – althans voor wat de basdrum betreft. In principe hoort u nu ook de geprogrammeerde basdrumpartij. 6 Druk op de [®®]-knop. Dit betekent dat u nu aan maat 2 kunt beginnen.
Zelf patronen programmeren 10 Druk op alle met een pijl gemarkeerde Pads om te zorgen dat hun indicator oplicht. Op die plaatsen worden nu HiHat-noten geprogrammeerd. 1 11 12 13 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Druk zo vaak op [√√]-knop tot u weer bij maat “1” bent aanbeland. Kies de noot “A#2” (de noot waarmee u de open HiHat, of “ksjsjsj”, speelt). Zie hiervoor de stappen 9 en 10. Druk op alle met een pijl gemarkeerde Pads om te zorgen dat hun indicator oplicht.
Zelf patronen programmeren Baspartij programmeren 1 4 Gebruikershandboek Laten we nu de baspartij programmeren. Ook dit gaan we stap voor stap doen, wat dus betekent dat we eerst alle noten op dezelfde toonhoogte opnemen (net zoals de drumpartij van daarnet). Vervolgens gaan we dan de toonhoogte van de verschillende noten instellen. 2 3 8 6 5,7 Zie de stappen 3~5 op blz. 28 voor de voorbereiding van de opname. 1 2 3 4 Druk eerst op de [F1 (PACH)]-knop en daarna op [F1 (LIST)].
Zelf patronen programmeren * De met regelaar [2] en [4] ingestelde waarden worden met behulp van balken afgebeeld. 5 Druk op de [TR-REC]-knop (indicator moet doven). Wanneer de [TR-REC]-indicator niet oplicht, kunt u de toetsen van het miniklaviertje (“Pads”) gebruiken voor het kiezen van de toonhoogte van de in te voeren noten. 6 Druk op Pad [11]. De uitlezing in het display verandert nu in “A1”. Dit is toonhoogte die voor de noten wordt gehanteerd die u nu gaat invoeren.
Zelf patronen programmeren Gebruikershandboek 12 11 10 9 9 Houd de [F3 (VIEW)]-knop ingedrukt, terwijl u op [14] drukt. Hiermee verandert u de toonhoogte van de laatst ingevoerde noot. Terwijl het display er als volgt uitziet, dienen de Pads voor het bepalen van de toonhoogte. U kunt de laatst ingevoerde noot ook wissen. Dit doet u als volgt: 10 Druk op Pad [11] (indicator dooft).
Zelf patronen programmeren 12 Druk op de [EXIT]-knop om de pagina voor het veranderen van de toonhoogte weer te verlaten. Druk nu op de [®®]-knop om maat 2 te selecteren. Neem dezelfde (of andere) noten op en doet dit daarna ook voor de maten 3 en 4. Druk op [STOP] zodra u alle maten opgenomen hebt. De baspartij is nu eveneens klaar.
Zelf patronen programmeren Opslaan van het nieuwe patroon Gebruikershandboek 2,3 5, 7, 8 6 1 1 Druk op de [SYSTEM]-knop. 2 Druk op de [F3 (WR)]-knop. 4,6 Opgelet: Een nieuw geprogrammeerd of gewijzigd patroon moet u opslaan, omdat u het anders weer verliest wanneer u de MC-307 uitschakelt. Nu beeldt het display een pagina af waar u de data kunt kiezen die moeten worden opgeslagen. 3 Druk op de [F3 (PTN)]-knop. Het display beeldt nu de “PATTERN WRITE”-pagina af.
Zelf patronen programmeren 6 7 8 Kies met de [CURSOR (op/neer)] knoppen de positie waarvoor u een ander teken wilt invoeren. Gebruik de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] voor het toewijzen van een teken aan de gekozen positie. Druk op de [F4 (OK)]-knop. Het display vraagt u nu of u zeker weet dat u het patroon wilt opslaan (“ARE YOU SURE?”). 9 38 Druk op [F4 (EXEC)]-knop om het patroon op te slaan (of op [F3 (EXIT)] als u zich bedacht hebt).
Zelf patronen programmeren Over de componisten Okada Hideki (geboren in 1966) begon in 1995 met de Japanse House Garage-groep “Swell Emotion “[DOHB disk/Epic] en geldt als groot talent in de House-muziek. Later tekende hij een contract bij het Paratone-label en bracht daar een solo-album uit onder de naam “B.U.S.”. Zijn composities haalden verschillende keren de radio- en TV-hitparades. DJ TOMO, YO-C, DJ Shinkawa en andere grootheden zijn erg onder de indruk van zijn werk.
Zelf patronen programmeren 40
Bedankt voor uw aankoop van de MC-307 Groovebox. De MC-307 vertegenwoordigt een nieuwe generatie van Roland-Grooveboxes, die nóg veelzijdiger en eenvoudiger te gebruiken is dankzij nog meer Realtime-controlemogelijkheden en een functiepakket dat nauw bij de behoeften van een DJ aansluit. De op zich al opzienbarende patronen (“Patterns”) kunt u wijzigen om op die manier origineel materiaal te programmeren. Op die manier kunt u op elk moment voor de juiste “Groove” zorgen.
Belangrijke opmerkingen Belangrijke opmerkingen Lees, naast de overige voorzorgsmaatregelen aan het begin van deze handleiding, ook het volgende: Voeding • Sluit de MC-307 niet samen met apparaten, die ruis veroorzaken (zoals een elektrische motor of een regelbaar lichtsysteem), op eenzelfde stroomkring aan. • Alvorens de MC-307 op andere apparaten aan te sluiten schakelt u best alle toestellen uit. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten.
Functies van de MC-307 Functies van de MC-307 Hoogwaardige synthesizer-klankbron Arpeggiator De MC-307 bevat dezelfde klankbron als grote broer MC-505 en klinkt dus navenant goed. Dankzij een groot aantal parameters, zeer nauwkeurige filters een ADSR (natuurlijk) en een [GRAB]-schakelaar kunt u er de meest wilde en te gekke dingen mee doen. In wezen verschilt het gebruik van de MC-307 niet zoveel van het werken met een analoge synthesizer.
1. Voorzieningen op de panelen Voorzieningen op de panelen Frontpaneel 7 10 1 4 2 5 28 8 3 11 12 9 16 29 14 6 15 13 20 18 30 19 17 26 21 27 22 23 24 1. VOLUME-regelaar Hiermee stelt u het algemene volume van de MC-307 in. 2. MODE-KNOPPEN (SONG, PTN EN SYSTEM) Hiermee kiest u een functiegroep van de MC-307. 3. BANK SEL-knoppen (PRESET en USER) Via deze knoppen kunt u de benodigde Pattern- of klankbank selecteren. 4.
Voorzieningen op de panelen 14. INC- en DEC-knoppen 27. TAP-knop Hiermee kunt u de geselecteerde parameterwaarde in kleine stappen instellen. 15. PART SELECT-knop Druk op deze knop om de Part te selecteren die u in Realtime (tijdens het spelen) wilt beïnvloeden. 16. PART MUTE-knop Druk op deze knop om Parts te kunnen in- en uitschakelen. 17. RHYTHM MUTE-knop Druk op deze knop om de drumpartijen afzonderlijk te kunnen in- en uitschakelen. 18. R, 1~7 28.
Voorzieningen op de panelen Achterpaneel 5 1 2 3 7 4 1. POWER-schakelaar Hiermee schakelt u de MC-307 in en uit. 2. DC IN-connector Sluit hier de bijgeleverde adapter aan. * Gebruik uitsluitend de bij de MC-307 geleverde adapter en sluit hem enkel aan op een stopcontact dat het geschikte voltage afgeeft. Andere adapters zouden een andere polariteit kunnen hebben of een andere spanning kunnen afgeven, zodat u de MC-307 finaal zou kunnen beschadigen. 3.
2. Voorstelling van de MC-307Voorstelling van de MC-307 Structuur van de MC-307 Klankbron Laten we eerst kijken hoe de MC-307 in elkaar zit: hij bevat een sequencer, een klankbron en een controlesectie. Klankbron Sequencer Patches Weergave Spelen op de Pads 1 2 3 4 5 6 Een “Patch” kunt u vergelijken met een bepaald instrument (bv. gitaar, piano e.d.). De MC-307 bevat 800 voorgeprogrammeerde (“Preset”) Patches die zowat alle geluiden voor de meest uiteenlopende muziekstijlen bieden.
Voorstelling van de MC-307 Regelaars Met de regelaars CUTOFF (blz. 58), RESONANCE (blz. 59), LFO 1 (blz. 59) en de vier toewijsbare regelaars 1~4 (blz. 60) kunt u het geluid beïnvloeden (klankkleur, modulatie e.d.). Turntable Emulation Ziehier een Fader en een aantal knoppen die o.m. toelaten om de weergave van de MC-307 handmatig te synchroniseren met de BPM van een vinylplaat, CD e.d. Dit kent u misschien al van een pickup (zie ook blz. 57).
Voorstelling van de MC-307 Undo en Redo: wijziging ongedaan maken – of toch niet? Even kijken wat de R-Part speelt (Rhythm Part View) Tijdens het programmeren van Songs en patronen en tijdens het editen ervan kunt u de laatste handeling telkens terugdraaien (“Undo”). Ziehier een voorbeeld: Voor de Rhythm Part (“R”) kunt u een grafische weergave oproepen van de noten die hij speelt. Op die manier kunt u meteen nagaan wat u zou moeten horen (en waarschijnlijk ook hoort). Vóór de opname 1.
Voorstelling van de MC-307 Metronoomparameters U kunt zelf bepalen wanneer de metronoom van de MC-307 te horen moet zijn. (Pattern/Song-pagina) 1. Druk op de [PTN]-knop (c.q. op [SONG]). Fabrieksinstellingen laden (Factory Reset) Ziehier wat u moet doen om te zorgen dat voor alle parameters weer de fabrieksinstelingen worden geladen: 2. Druk op de [F4 (BPM)]-knop. 3. Breng de cursor met [CURSOR (op/neer)] naar “METRONOME”. 4.
voor de Pattern-weergave 3. Basisfuncties voor deBasisfuncties Pattern-weergave Basisfuncties voor het werken met Patterns De Patterns (of patronen) van de MC-307 kunnen 1~32 maten lang zijn en muziek bevatten voor maximaal acht partijen. Er zijn 240 Preset-patronen plus nog eens 200 geheugens waar u uw eigen patronen kunt opslaan (“User”-patronen).
Basisfuncties voor de Pattern-weergave Kijken hoeveel maten een patroon bevat U kunt ook zorgen dat het display de maatsoort en het aantal maten van de patronen afbeeldt. Dit is bv. handig wanneer de R-Part momenteel niet speelt, zodat u niet meteen het tempo en de maat van de muziek kunt achterhalen. 1. Druk op de [PTN]-knop. 2. Druk op [F4 (BPM)].
Basisfuncties voor de Pattern-weergave * Wanneer u de R-Part uitschakelt, klinkt geen enkele ritmegroep meer. Alle Parts samen uitschakelen * Druk nog een keer op de knipperende [PLAY]-knop om deze MRfunctie (“Mute Remain”) weer uit te schakelen. Ziehier wat u moet doen om alle Parts ([R], [1]~[7]) in één keer uit te schakelen: Transponeren tijdens de weergave 1. Houd de [PART MUTE]-knop ingedrukt, terwijl u op de [RHYTHM MUTE]-knop drukt.
Basisfuncties voor de Pattern-weergave Klanken kiezen Patch/Rhythm Set kiezen De patronen van de MC-307 kunnen muziek voor acht partijen bevatten. Voor elke Part wordt in de regel een andere klank gehanteerd. In het geval van de Parts 1~7 praten we dan over “Patches”, terwijl de R-Part een Rhythm Set aanstuurt. U kunt zelf bepalen welke Patches/Rhythm Set er worden gebruikt. Vaak volstaat deze keuze al om een patroon helemaal anders te laten klinken.
Basisfuncties voor de Pattern-weergave Part-parameters instellen Naast de keuze van de Patch zijn er nog een aantal andere dingen die u per Part kunt instellen om precies het gewenste geluid te bereiken. De MC-307 slaat de volgende parameters telkens per patroon op. Deze parameters noemen we in het volgende de “Setup-parameters”. • Basistempo (blz. 52) 1. Druk op de [PTN]-knop om naar de Pattern-weergavepagina te gaan. • Gekozen Patch/Rhythm Set* (blz. 54) 2. Druk op de [F2 (STUP)]-knop. • Pan* (blz.
Basisfuncties voor de Pattern-weergave Patroon opslaan Na het kiezen van andere Patches voor de Parts en het wijzigen van de parameters (en de aan/uit-status) moet u het betreffende patroon opslaan om die instellingen te bewaren. * Slaat u het patroon niet op, dan worden de wijzigingen weer gewist, zodra u de MC-307 uitschakelt. 1. Stop de weergave of opname van het patroon. 2. Druk op de [SYSTEM]-knop. 3. Druk op de [F3 (WR)]-knop. 4. Druk op de [F3 (PTN)]-knop.
4. ‘Spelen’ met de patronen ‘Spelen’ met de patronen Klaviertje (Pads) gebruiken * Houd de zonet ingedrukte [OCT]-knop iets langer ingedrukt om te zorgen dat het display de gekozen instelling afbeeldt. 1. Zorg eerst dat geen enkele indicator van de knoppen [ARP], [PTN CALL], [RPS] en [TR-REC] oplicht. * Met [OCT +] kiest u telkens een hoger octaaf; [OCT –] dient voor het kiezen van een lager octaaf. Licht er één op, dan moet u op de betreffende knop drukken.
‘Spelen’ met de patronen BPM van de MC-307 met een plaat synchroniseren Met de Fader kunt u zorgen dat de MC-307 precies in hetzelfde tempo speelt als een plaat, CD enz. Dit is een handmatige synchronisatie (er bestaat namelijk ook een MIDI-synchronisatie – en daar heeft Turntable Emulation niets meet te maken). Geluid via de regelaars beïnvloeden Een ander opzienbarend kenmerk van de MC-307 is dat u de klankkleur en andere aspecten van het geluid tijdens de weergave kunt beïnvloeden.
‘Spelen’ met de patronen • BPF (Band Pass Filter): Dit filtertype laat enkel de frequenties rond de gekozen Cutoff-waarde door. Deze instelling is vooral geschikt als effect of om te zorgen dat het bewerkte geluid de overige klanken niet in de weg zit. • HPF (High Pass Filter): Dit filtertype laat enkel de frequenties boven de ingestelde Cutoff-waarde door. Hiermee kunt u het geluid dunner maken (omdat steeds meer lage en middentonen worden verwijderd wanneer u de regelaar naar rechts draait).
‘Spelen’ met de patronen • S&H (Sample & Hold): Ziehier een perfecte golfvorm voor sequencer-achtige veranderingen die vooral geschikt zijn voor het moduleren van de toonhoogte (PITCH). Maar niets belet u om deze golfvorm ook voor het filter of het volume uit te proberen. • DELAY FB: Laat toe om het aantal herhalingen (eigenlijk de terugkoppeling/Feedback) op te voeren of te verminderen. Zie ook “Feedback (aantal herhalingen)” op blz. 73.
‘Spelen’ met de patronen Zelf parameters aan de regelaars toewijzen * Zolang één van de naar rechts wijzende pijlen oplicht, hebben de regelaars “Preset”-functies. Om zelf parameters aan de regelaars te kunnen toewijzen (of een eigen toewijzing te gebruiken), moet u zorgen dat de naar boven wijzende pijl oplicht: Ziehier de beschikbare parametergroepen en de parameters die ze bevatten.
‘Spelen’ met de patronen Toewijzingen van de regelaars opslaan Wanneer u, op de “KNOB ASSIGN”-pagina, op [EXIT] drukt, worden de nieuwe toewijzingen automatisch in de User-set opgeslagen wiens nummer in het display staat afgebeeld. (Het display beeldt dan even “WRITING…” af.) * Zodra u een instelling van een User-set wijzigt, verschijnt er links naast het setnummer een sterretje (“*”) om duidelijk te maken dat u iets veranderd hebt.
‘Spelen’ met de patronen STYLE Omschrijving LATIN PERCUSSION Hier passeren latijns-amerikaanse percussieinstrumenten zoals Clave, Cowbell, Clap, Bongo, Conga, Agogo enz. de revue. SAMBA Typische Samba-stijl. Geschikt voor ritmepatronen of baslijnen. TANGO Typisch Tango-ritme. Houd de grondnoot, terts en kwint (bv. C, E en G) ingedrukt voor het beste resultaat.
‘Spelen’ met de patronen MOTIF Omschrijving BASS+RND 1~3 De Arpeggiator geeft eerst de laagste noot weer en vervolgens de overige noten in een willekeurige volgorde. TOP+UP 1~6 De Arpeggiator geeft eerst de hoogste gespeelde noot weer en vervolgens de overige noten als een arpeggio. U hoort afwisselend de hoogste + laagste noot die u indrukt en de overige noten. BASS+UP+ TOP Beat PTN: maatsoort Hiermee kiest u de maatsoort van de arpeggio.
‘Spelen’ met de patronen Play Quantize: “Groove” van een patroon veranderen Wat is Play Quantize? Met de Play Quantize functie kunt u de timing van het weergegeven Pattern beïnvloeden. De functie wijzigt dus enkel de starttijden van de noten – niet de noten zelf (m.a.w. dit geldt enkel voor de weergave, maar heeft geen invloed op de opgeslagen noten). De MC-307 biedt drie soorten quantisering, die elk een ander effect op de muziek hebben. Welk type u in een bepaalde situatie kiest hangt af van uw smaak.
‘Spelen’ met de patronen Groove Quantize 16 Beat Dance-types Met Groove Quantize kunt u zowel de timing als de aanslagwaarden (harder/zachter) van de gekozen Part veranderen. Dit levert soms een volledig ander ritme op – en dat zorgt voor verrassende én overtuigende effecten. 01: Dance-Nm-L.Ac exact/weinig dynamiek 02: Dance-Nm-H.Ac exact/veel dynamiek 03: Dance-Nm-L.Sw exact/lichte swing De MC-307 biedt 71 “quantiseringssjablonen”.
‘Spelen’ met de patronen 8 Beat Pop-types exact/weinig dynamiek 38: Pops-Nm-H.Ac exact/veel dynamiek 39: Pops-Nm-L.Sw exact/lichte swing 40: Pops-Nm-H.Sw exact/sterke swing 41: Pops-Hv-L.Ac slepend/weinig dynamiek 42: Pops-Hv-H.Ac slepend/veel dynamiek 43: Pops-Hv-L.Sw slepend/lichte swing 44: Pops-Hv-H.Sw slepend/sterke swing 45: Pops-Ps-L.Ac anticiperend/weinig dynamiek 46: Pops-Ps-H.Ac anticiperend/veel dynamiek 47: Pops-Ps-L.Sw anticiperend/lichte swing 48: Pops-Ps-H.
‘Spelen’ met de patronen Het display beeldt nu de pagina af waar u een naam kunt geven aan uw Pattern Set. RPS: frasen starten via de Pads Pattern Sets met een (*) ervóór zijn Sets die u nog moet opslaan om ze later weer te kunnen gebruiken. Wat is RPS (Real-time Phrase Sequencer)? 5. Druk op de [F2 (PSET)]-knop. 6. Voer met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de naam in van de Pattern Set die u wilt opslaan. De volgende tekens staan ter beschikking: spatie, A~Z a~z 0~9 ! “ # $ % & ‘ ( ) * +, - .
‘Spelen’ met de patronen RPS-frasen keurig op tijd starten In een druk nummer slaagt u er misschien niet altijd in om een RPS-frase precies op het gewenste moment te starten. Dat kan voor nare problemen i.v.m. de synchronisatie zorgen. Met RPS TRIG QTZ kunt u dat echter verhelpen en dus zorgen dat de frasen altijd op het “goede” moment (of toch op een tel) beginnen. Zie blz. 129.
‘Spelen’ met de patronen (Ander voorbeeld: LEVEL-pagina.) RPS Set opslaan Na het toewijzen van de frasen en het editen van de RPSParts moet u de gekozen RPS-Set opslaan om hem later nog eens in dezelfde vorm te kunnen gebruiken. 5. Kies met [F1 (▼)] of [F2 (▲)] de parameter die u wilt editen. 6. Druk op de Pad van de RPS-frase die u wilt editen. 7. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de waarde voor de gekozen parameter in. Patch-keuze Hier kunt u aan de gekozen RPS-Part een Patch toewijzen.
5. Effecten en parameters Reverb Reverb (of galm) is een effect dat weerkaatsingen simuleert, waardoor het lijkt alsof het geluid in een ruimte (van badkamer tot concertzaal) weerklinkt. Hier komt u te weten hoe u het Reverb-effect naar uw hand zet. Reverb in-/uitschakelen Eén belangrijke parameter van het Reverb-effect is de aan/ uit-schakelaar. Deze schakelaar geldt voor alle Parts. Als de galm dus uit is, wordt geen enkele Part door de galm bewerkt. 1.
Effecten en parameters Type: type galm kiezen Delay-effect (echo’s) ROOM 1 Korte uitsterftijd en hoge densiteit (d.i. snel opeenvolgende reflecties). ROOM 2 Korte uitsterftijd en een hoge densiteit. STAGE 1 Klinkt lang na (galm van een podium). STAGE 2 Sterke eerste reflecties. HALL 1 Heldere galm. Delay in-/uitschakelen HALL 2 Rijke klank.
Effecten en parameters 5. Druk op de [PART SELECT]-knop en vervolgens op de knop van de Part wiens effectaandeel u wilt instellen ([R], [1]~[7]). * U kunt de benodigde Part ook met [CURSOR (links/rechts)] selecteren. 6. Stel de waarde in met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] (0~127). Delay-parameters instellen Ook het Delay-effect kunt u helemaal naar uw hand zetten om precies de gewenste klank en het benodigde aantal herhalingen te bekomen. 1. Druk op de [SYSTEM]-knop om naar het System-menu te gaan.
Effecten en parameters Multi-effect (M-FX) 4. Kies met [F1 (▼)] of [F2 (▲)] de “PART MIXER: M-FX SW”-pagina. De M-FX-processor biedt keuze uit 25 verschillende effecttypes. Met de parameters van het M-FX-blok kunt u die volledig naar uw hand zetten. M-FX in-/uitschakelen 1. Druk op de [PTN]-knop om naar de Pattern-weergavepagina te gaan. 2. Druk op de [F1 (SYS)]-knop. 5. Druk op de [PART SELECT]-knop en vervolgens op de knop van de Part wiens M-FX-schakelaar u wilt instellen.
Effecten en parameters M-FX TYPE Omschrijving 1. 4-Band EQ 13 TREMOLO Modulatie van het volume. 14 PHASER Een soort “golvend” effect. 15 CHORUS Maakt het geluid breder en warmer. Ziehier een 4-bands Equalizer waarmee u dus vier frequentiebanden (hoog, midden x2 en laag) apart kunt ophalen of afzwakken. 16 SPACE-D Een lichte, warme Chorus 17 TETRA CHORUS Verschillende Chorus-signalen die voor een “ruimtelijk” geluid zorgen. 18 FLANGER “Metalen” resonantie voor het geluid.
Effecten en parameters 2. Spectrum Het Spectrum-effect is eveneens een filter, dat echter iets anders werkt dan de 4-Band Equalizer. Hier zijn de frequentiebanden namelijk voorgeprogrammeerd en zodanig gekozen dat telkens “karakteristieke” frequenties kunnen worden opgehaald of afgezwakt. • HIGH GAIN [CTRL 4] Hiermee kunt u de hoge tonen harder of zachter zetten. (–15~+15) • OUTPUT LEVEL [CTRL 5] Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van de Enhancer. (0~127). 4.
Effecten en parameters 5. Distortion Dit effect versterkt de onpare harmonischen van het signaal en zorgt zo voor een felle vervorming. Ook hier kunt u echter beroep doen op een versterkersimulatie voor een “echter” gitaargeluid. • POST GAIN [CTRL 3] Hiermee kunt u het bewerkte signaal ophalen als er teveel dB’s verloren zijn gegaan. (0, +6, +12, +18) • LOW GAIN [CTRL 4] Hiermee kunt u de lage tonen ophalen/afzwakken. (–15~+15) • HIGH GAIN [CTRL 5] Hiermee kunt u de hoge tonen ophalen/afzwakken.
Effecten en parameters Elk van deze types genereert alle soorten ruis die met een “O” gemerkt zijn. Hum (50 Hz): . . Brom (50 Hz) Hum (60 Hz): . . Brom (60 Hz) Pink:. . . . . . . . . . Roze ruis Disc EP: . . . . . . . Vinylgeluiden (45 RPM) Disc LP: . . . . . . . Vinylgeluiden (33 RPM) RND Disc: . . . . . Vinylgeluiden die op een willekeurige manier worden gegenereerd. • NOISE LEVEL [CTRL 2] Hiermee bepaalt u het volume van de ruis.
Effecten en parameters • POST GAIN [CTRL 3] Hiermee bepaalt u hoe sterk het bewerkte signaal wordt opgehaald. (0, +6, +12, +18) • LOW GAIN [CTRL 4] Dient voor het ophalen/afzwakken van de lage tonen. (–15~+15) 12. Slicer Dit effect kapt het geluid “in stukjes”. Zo kunt u van tapijten (lang aangehouden akkoorden) e.d. ritmisch gespeelde partijen maken. • HIGH GAIN [CTRL 5] Dient voor het ophalen/afzwakken van de hoge tonen.
Effecten en parameters • RATE [CTRL 4] Hiermee kiest u de snelheid van het tremolo-effect. (0.1~10.0, 2MES 3MES 4MES 8MES 16MES 15. Chorus Dit effect wekt de indruk dat een bepaalde partij door verschillende muzikanten tegelijk (unisono) wordt gespeeld. * Als u een nootwaarde of “MES”-instelling (aantal maten) kiest, dan wordt de Tremolo met de BPM-waarde van het afgespeelde patroon gesynchroniseerd. • HIGH GAIN [CTRL 5] Dient voor het ophalen/afzwakken van de hoge tonen.
Effecten en parameters 16. Space-D 17. Tetra Chorus Ook deze Chorus maakt het geluid breder en “fluwelen”. De modulatie is echter nagenoeg onhoorbaar. Dit Chorus-effect bevat vier lijnen (en dus evenveel Choruseffecten) en zorgt op die manier voor een veel ruimtelijker geluid dan een conventionele Chorus. • PRE DELAY [CTRL 1] Hiermee bepaalt u de vertraging tussen het originele signaal en de Space-Chorus. (0.0~100) • PHASE [CTRL 3] Hiermee bepaalt u de stereobreedte van het effect.
Effecten en parameters 18. Flanger 19. Step Flanger Wat een Flanger is, hoeven we u beslist niet uit te leggen: het is het bekende “straaljager”-effect, maar het kan ook subtieler werken. Interessant is wel dat het hier om een stereo Flanger gaat, die dus lekker breed kan werken. Een Step Flanger is een effect dat het geluid in duidelijk hoorbare stappen moduleert. De modulatie kan met de BPM worden gesynchroniseerd.
Effecten en parameters 20. Short Delay 21. Auto PAN Deze Delay is volledig stereo, wat u dus de mogelijkheid geeft om betrekkelijk complexe herhalingen te programmeren waarvan de stereobewegingen bovendien met de BPM kunnen worden gesynchroniseerd. Hiermee laat u het geluid automatisch heen en weer bewegen door het stereobeeld, eventueel synchroon met het tempo of met een signaal dat veel lage frequenties bevat (bv. de basdrum).
Effecten en parameters 22. Feedback Pitch Shifter 23. Reverb Dit is een Pitch Shifter die voorzien is van een Feedback-lus, wat dus het gebruik van terugkoppeling (lees: herhalingen) toelaat. In eerste instantie is hij echter bedoeld voor het toevoegen van een getransponeerde of ontstemde kopie aan het originele signaal. Dit is een galmeffect dat onafhankelijk van de “hoofd”Reverb van de MC-307 werkt.
Effecten en parameters • OUTPUT LEVEL [CTRL 4] Hiermee bepaalt u het uitgangsvolume van het Gate Reverb-effect. (0~127) 25. Isolator Ziehier een bijzonder krachtige Equalizer waarmee u de gewenste frequentiebanden kunt onderdrukken, terwijl een andere band wordt doorgelaten. Meer details over de [GRAB]schakelaar Wat is de GRAB-schakelaar Met deze schakelaar kunt u de effecten (Reverb, Delay, M-FX) in- en uitschakelen zonder meteen de menu’s van de MC-307 in te duiken.
Effecten en parameters Met deze parameter bepaalt u enkel of het betreffende effect ook via de [GRAB]-schakelaar kan worden in- en uitgeschakeld. Dit is echter geen “echte” schakelaar. U moet de effecten dus eerst “echt” inschakelen alvorens ze met de [GRAB]-schakelaar te kunnen beïnvloeden. Zie hiervoor blz. 71, 72 en 74.
Eigen patronen en Songs programmeren 6. Eigen patronen en Songs programmeren Zelf patronen programmeren Op de MC-307 kunt u op twee manieren patronen programmeren: door gewoon op te nemen wat u speelt (Realtime) of door de noten stap voor stap in te voeren (TR-REC). Muziek opnemen zoals u ze speelt (Realtime) Dit is de meest “natuurlijke” manier van opnemen, omdat alle noten, die u op het klaviertje of via MIDI speelt, worden opgetekend. Werkwijze 1.
Eigen patronen en Songs programmeren Opname 11. Druk op de [PLAY]-knop om de opname te starten. Speel vervolgens op het klaviertje of op het aangesloten MIDI-instrument. (Diens MIDI OUT-connector moet u aansluiten op de MIDI IN-connector van de MC-307.) Andere handige opnamefuncties Part- en effectinstellingen op de RECpagina U kunt de Part- en effectinstellingen ook tijdens de Realtimeopname veranderen en zo voor meer variatie voor het patroon zorgen. 1. Start de Realtime-opname (blz. 87).
Eigen patronen en Songs programmeren 3. Druk vervolgens op een andere Part-knop om daarvoor noten op te nemen. Realtime Erase: data al tijdens de opname wissen Noten van de Arpeggiator opnemen Als u tijden de opname een noot teveel speelt of te hevig aan de regelaars draait e.d., kunt u dat meteen rechtzetten door als volgt te werk te gaan: Als u het graag rustig aan doet, kunt u tijdens de opname de Arpeggiator inschakelen en hem de noten laten spelen die u voor een Part wilt opnemen. 1.
Eigen patronen en Songs programmeren 7. Druk op [F3 (EXIT)] of [EXIT] om weer naar de Realtime REC-mode terug te keren. Mute Control: aan/uit-status van de Parts opnemen U kunt het aan/uit-zetten van de Parts ook opnemen. Dit is waarschijnlijk de snelste manier om een “nieuw” patroon op te nemen: kies er gewoon één dat al data bevat en begin te stoeien met de aan/uit-status van de Parts. Deze MUTE-data worden op een speciaal spoor opgenomen dat MUTE CTRL heet.
Eigen patronen en Songs programmeren TR-REC: stap voor stap opnemen 11. Kies met de [SCALE]-knop de resolutie, d.w.z. het aantal mogelijke stappen per maat: Wat is TR-REC? “TR-REC” is een opnamemanier waar u alle benodigde noten stap voor stap invoert (op een sequencer heet dit in de regel “Step Time” of iets in die zin). In dit geval duidt u met de Pads de plaatsen aan waar er een noot moet worden ingevoerd.
Eigen patronen en Songs programmeren 15. Stel met regelaar [3] onder het display de nootwaarde van de in te voeren noten in: 16. Met regelaar [4] kunt u de daadwerkelijke lengte (die u hoort) van de noten instellen. Voor drumklanken heeft dit niet zoveel zin, maar voor melodische partijen is dit van cruciaal belang. Deze waarde wordt in verhouding tot de nootwaarde (zie stap (15)) aangegeven. “80%” betekent bv. dat de noot uiteindelijk iets korter wordt dan de gekozen nootwaarde.
Eigen patronen en Songs programmeren U weet ondertussen dat u vóór het invoeren van noten de toonhoogte ervan moet bepalen. Die wordt dan rechtsboven afgebeeld. Als u tijden het programmeren van een TR-REC-frase (d.w.z. de posities) al de toonhoogte verandert (om dat niet achteraf te moeten doen (zie de stappen (5)~(7) op blz. 92), lichten enkel de indicators van de Pads op die noten bevatten voor de momenteel gekozen toonhoogte.
Eigen patronen en Songs programmeren CC (controlecommando’s) SYS-EX (System Exclusive) Dit zijn MIDI-commando’s die in de regel voor versieringen worden gebruikt (modulatie, Portamento, panorama e.d.). Op de MC-307 zelf kunt u dit soort commando’s vooral via de regelaars programmeren. Via MIDI kunt u nog meer controlecommando’s opnemen. Ziehier MIDI-commando’s waarmee parameters van de MC-307 kunnen worden ingesteld.
Eigen patronen en Songs programmeren Bestaande waarden wijzigen Laten we eerst kijken hoe u reeds opgenomen Events (data) kunt wijzigen (om bv. van een F4 een F#4 te maken, de aanslagwaarde te wijzigen e.d.): 1. Druk op de [PTN]-knop. 2. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het patroon dat u wilt editen. 3. Druk op de [F3 (EDIT]-knop om naar de “PATTERN EDIT”-pagina te gaan. 4. Druk op de [F3 (MICRO SCOPE)]-knop. 5. Kies met [CURSOR (op/neer)] het Event dat u wilt editen. 6.
Eigen patronen en Songs programmeren 7. Breng de cursor met [CURSOR (links/rechts)] naar de eenheid die u wilt veranderen (maat-tel-Clock/bv. 1-100) en stel de positie in met [CURSOR (op/neer)]-knoppen. 8. Druk op de [F4 (OK)]-knop. Het Event wordt nu verschoven. View: enkel de benodigde data bekijken Track Edit: sporen wijzigen Naast de Microscope-mode bevat de MC-307 nog een aantal andere functies waarmee u de patronen kunt wijzigen.
Eigen patronen en Songs programmeren * Druk op [RHYTHM PART VIEW] om het MUTE CTRL-spoor te selecteren. 13. Breng de cursor naar “PTN” en kies met de [VALUE]regelaar of [DEC] [INC] het patroon dat de kopie moet bevatten. (P:001~P:710, U:001~U:200) 14. Breng de cursor naar “MEAS” en kies met de [VALUE]regelaar of [DEC] [INC] de maat waar de kopie in het patroon van bestemming moet beginnen. (SETUP, 1~31 (max.), END) 15.
Eigen patronen en Songs programmeren 9. Breng de cursor naar “FOR” en stel met de [VALUE]regelaar en [DEC] [INC] in hoeveel maten er vanaf FOR moeten worden verwijderd. (1~ALL) 10. Druk op de [F4 (OK)]-knop. Het display vraagt u nu of het commando mag worden uitgevoerd. Part transponeren (Transpose) Met deze functie transponeert u de noten van een patroon. U kunt dat doen over een bereik van ±2 octaven. Vier halve tonen hoger transponeren (+4) 11. Druk op de [F4 (EXEC)]-knop.
Eigen patronen en Songs programmeren Aanslagwaarden wijzigen (Change Velo) Duur van de noten wijzigen (Change Gate) Hiermee wijzigt u de aanslagwaarden van de nootcommando’s in een Pattern. “Aanslag” (Velocity) is in feite een MIDIvertaling van de kracht (om precies te zijn de snelheid) waarmee u de toetsen van een aanslaggevoelig MIDI-klavier aanslaat. Die kracht bepaalt in eerste instantie het volume van de gespeelde noten.
Eigen patronen en Songs programmeren 6. Druk op de [F4 (CLK)]-knop. Het display ziet er nu als volgt uit. 7. Kies de Part waarvan u de noten wilt verschuiven door op [R], [1]~[7] te drukken. Druk op [RHYTHM PART VIEW] om het MUTE CTRL-spoor te kiezen. 8. Breng de cursor naar “VALUE” en stel met de [VALUE]regelaar of [DEC] [INC] het aantal Clocks voor de verschuiving in. (–99~0~+99) 9. Breng de cursor naar “STATUS” en kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het te verschuiven datatype.
Eigen patronen en Songs programmeren Part sneller/trager doen spelen (Reclock/Pattern Size) Met deze functie kunt u de timing van een Pattern (of Part daarvan) verdubbelen of halveren. Zo maakt u bijvoorbeeld van een 4-maten Pattern met een tempo = 120 een 2-maten Pattern waarvan het tempo = 60. Deze functie bewijst goede diensten wanneer u twee Patterns met elkaar wilt verbinden met erg afwijkende tempo’s. DOUBLE HALF 1. Druk op de [PTN]-knop. Referentiehandboek 2.
Eigen patronen en Songs programmeren Songs weergeven en opnemen Met “Songs” bedoelen we hier een aaneenschakeling van patronen, die dus één voor één worden afgespeeld. Dat heeft het voordeel dat u de patronen niet meer handmatig hoeft te selecteren. Per Song kunt u 50 patronen aaneenschakelen. Indien nodig kunt u eenzelfde patroon ook op verschillende plaatsen binnen een Song gebruiken.
Eigen patronen en Songs programmeren Songs programmeren Songs wijzigen (Song Edit) Het programmeren van een Song houdt in dat u bepaalt in welke volgorde de gewenste patronen moeten worden afgespeeld. Elk patroon moet u aan een stap (of Step) toewijzen. Alle stappen wissen (Clear) 1. Druk op de [SONG]-knop. 2. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het nummer van de Song die u wilt programmeren. 3. Druk op de [REC]-knop.
Eigen patronen en Songs programmeren * Een Song kan maximaal 50 stappen bevatten. Naar gelang de instellingen (bv. stap 48 als bestemming voor een Song van 5 stappen) worden dus niet alle stappen gekopieerd. Song opslaan Na een Song geprogrammeerd of geëdit te hebben, moet u hem opslaan, omdat de wijzigingen verloren gaan zodra u de MC-307 weer uitschakelt. 1. Druk op de [SYSTEM]-knop. 2. Druk op de [F3 (WR)]-knop.
7. Zelf Patches programmerenZelf Patches programmeren We hebben al gezien hoe u tijdens de weergave het geluid continu kunt wijzigen met de regelaars. Het is echter ook mogelijk om één bepaalde klank “tot op de Tone nauwkeurig” te wijzigen en deze wijzigingen vast te leggen in een nieuwe Patch of Rhythm Set. De instellingen die u op deze manier kunt aanpassen (editen) noemen we respectievelijk Patch-parameters en Rhythm-parameters.
Zelf Patches programmeren FXM-parameters PITCH-parameters FXM: SWITCH PITCH: COARSE TUNE FXM moduleert de geselecteerde golfvorm met een andere golfvorm, waardoor complexe boventonen ontstaan. Goed voor intense, dramatische klanken of geluidseffecten. Kies hier ON als u dat even wilt uitproberen. Met deze parameter past u de toonhoogte aan in stappen van een halve toon. Met negatieve waarde stemt u de Tone lager en met positieve waarden hoger.
Zelf Patches programmeren waarden, dan is de toonhoogtebuiging sterker naarmate u de toetsen harder indrukt. Bij negatieve (–) waarden gebeurt het omgekeerde: de toonhoogtebuiging wordt minder uitgesproken naarmate u de toesten harder indrukt. Een positieve waarde leent zich het best om de reeds aangehaalde onstabiele aanzet (positieve Time-waarde) van geblazen noten na te bootsen. Noten die u harder speelt klinken aan het begin minder stabiel.
Zelf Patches programmeren * Bij sommige golfvormen hoort u helemaal niets meer wanneer u een te grote Cutoff-waarde kiest. FILTER-parameters FILTER: TYPE Niveau Kies hier het type filter waarmee u de klankkleur op de gewenste manier kunt wijzigen: OFF Het filter is uitgeschakeld. LPF (Low Pass Filter) Meest gangbare type filter. Frequenties onder de Cutoff-frequentie worden doorgelaten. Maakt het geluid zachter, doffer.
Zelf Patches programmeren De klankkleur van de meeste akoestische instrumenten varieert met de toonhoogte. Dit fenomeen kunt u met de Key Follow-parameter nabootsen. Bij een piano klinken de hoge noten bijvoorbeeld iets doffer. Dat effect kunt u nabootsen door een Key Follow-waarde van ongeveer “70” te kiezen. FILTER: RESONANCE Met Resonance versterkt u de frequenties rond de Cutoffwaarde, wat erg karakteristieke, “synthesizerachtige” geluiden oplevert.
Zelf Patches programmeren F-ENV: LEVEL 1~4 Hiermee bepaalt u de afwijking van de Cutoff-waarde op vier plaatsen (die via de Time-waarden achtereenvolgens worden doorlopen). Hoe groter de waarde, hoe sterker de afwijking (en naar gelang de DEPTH-instelling betekent dit dat de frequentie sterk daalt of stijgt). Instelbereik: 0~127 AMP-parameters AMP: TONE LEVEL Met deze parameter bepaalt u het volume van de geselecteerde Tone.
Zelf Patches programmeren Als u aan twee Tones respectievelijk Bias Direction “UPR” en “LWR” toekent, vloeit de ene Tone geleidelijk over in de andere naarmate u hoger op het klavier speelt. TONE2 A-ENV-parameters A-ENV: VELO CURVE Hiermee bepaalt u volgens welke curve de kracht waarmee u aanslaat wordt vertaald in een volume Envelope.
Zelf Patches programmeren Automatische modulatie van de Tones (LFO 1/2) * Wanneer u CHS of TRP kiest, wordt de RATE-instelling genegeerd. LFO staat voor Low Frequency Oscillator. In gewoon Nederlands betekent dat “traag trillende oscillator”, maar daar hebt u waarschijnlijk ook niet zoveel aan. Laten we daarom kijken wat de LFO doet. LFO1/2: RATE Het oscilleren van zo’n LFO wordt in de regel gebruikt om bepaalde aspecten van een Tone te veranderen (te “moduleren”).
Zelf Patches programmeren LFO1/2: DELAY TIME Naar gelang de gekozen FADE MODE-instelling bepaalt u hiermee wanneer de LFO opkomt/uitdeint enz. Hoe groter de waarde, hoe langer de vertraging. (0~127) LFO1/2: FADE TIME Met deze parameter bepaalt u hoe lang de LFO (1 of 2) erover doet om zijn maximale amplitude (modulatie) te bereiken eens de DELAY TIME-waarde verstreken is. Hoe groter deze waarde, hoe langer de LFO nodig heeft.
Zelf Patches programmeren Type 3 Deze structuur combineert de twee filters en vervormt de golfvormen met behulp van de Booster. Type 4 Hier dient het filter van Tone 1 (of 3) voor het bewerken van de combinatie van Tone 1 & 2 of 3 & 4. Vervolgens passeert het geluid de Booster (vervormer) wiens “gestalte” door de AMP van Tone 1 (of 3) wordt beïnvloedt. Type 5 De Tones worden door de Ring Modulator gestuurd om de boventonen te versterken.
Zelf Patches programmeren SOLO/PORTAMENTO-parameters COMMON: KEY RANGE UPPER Hiermee specifieert u de hoogste noot die de Tone kan weergeven. Door dat te doen kunt u zorgen dat verschillende delen van een extern klavier verschillende Tones aansturen. (LWR~G9) * De Lower-waarde kan niet hoger worden ingesteld dan de Upperwaarde (en vice versa). SOLO: SOLO SW Door deze schakelaar op ON te zetten zorgt u ervoor dat u de betreffende Patch monofoon kunt bespelen. Akkoorden zijn dan niet meer mogelijk.
Zelf Patches programmeren Speelhulpen (CONTROL MOD, BEND en AFT) CONTROL MOD-/CONTROL AFT-parameters De volgende parameters hoeft u alleen in te stellen wanneer u de Patches van de MC-307 via MIDI wilt aansturen. Ze hebben namelijk geen zin wanneer u enkel met de MC-307 zelf werkt. Ziehier de parameters die u aan MOD, BEND en AFT kunt toewijzen. Hiermee kiest u de parameter(s) die via de betreffende speelhulp worden ingesteld.
Zelf Patches programmeren Voorbeelden voor de speelhulpen • Via de modulatiehendel vibrato aan de Tones toevoegen met behulp van LFO2 (voor elke Tone in te stellen): Zet LFO 2 Pitch Depth voor elke Tone op “0” . → blz. 113 Zet LFO 2 Rate op ±90 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . → blz. 112 Zet CONTROL 1 DEST op “L1P”. . . . . . . . . . . . → blz. 116 Zet CONTROL 1 DEPTH op ±10 . . . . . . . . . . . . → blz.
Zelf Patches programmeren Rhythm Sets editen WAVE-parameters Rhythm Sets zijn “special Patches” die aan elke noot/toets een andere klank toewijzen en die u bovendien enkel voor de R-Part kunt selecteren. WAVE: Het systeem werkt echter op een vergelijkbare manier: elke toets stuurt een Tone aan (die voor de gelegenheid “Rhythm Tone” heet) wiens parameters u apart kunt instellen. Als u wilt, kunt u zelfs voor elke Rhythm Tone apart instellen of en in welke mate hij de effecten moet aanspreken.
Zelf Patches programmeren 6. Druk op [F1 (PICH)] of [F2 (PENV)]. Het display ziet er nu ongeveer als volgt uit: P-ENV: TIME 1~4 Zie blz. 107. (0~127) Toonhoogte + 7. Breng de cursor met [F3 (▲)]/[F4 (▼)] naar de te editen parameter. 8. Druk op de Pad van de noot wier parameters u wilt editen (de momenteel aan die noot toegewezen klank wordt dan afgespeeld). 9. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste waarde in voor die Tone. 10.
Zelf Patches programmeren F-ENV: VELO TIME SENS FILTER-parameters FILTER: TYPE Kies hier het type filter dat u voor het bewerken van de Rhythm Tones wilt gebruiken. In veruit de meeste gevallen kunt u gewoon “OFF” (geen filter) hanteren. Instelbereik: OFF, LPF, BPF, HPF, PKG. Zie ook blz. 108. FILTER: CUTOFF Hier kiest u de grens-/kantelfrequentie van het filter, d.w.z. waarboven/waaronder/waarrond het filter moet werken. Zie ook blz. 108. (0~127).
Zelf Patches programmeren 8. Druk op de Pad van de noot wier parameters u wilt editen (de momenteel aan die noot toegewezen klank wordt dan afgespeeld). worden naarmate u harder aanslaat. Met een negatieve waarde zorgt u dat de Time-waarde langer worden naarmate u harder aanslaat. (–100~+100) 9. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste waarde in voor die Tone. A-ENV: TIME 1–4 (ENVELOPE TIME1–4) 10. Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar de vorige pagina.
Zelf Patches programmeren 8. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste waarde in voor die Tone. 9. Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar de vorige pagina. SEND: DLY SEND LEVEL Hiermee bepaalt u het volume van het Rhythm Tone-signaal dat naar het Delay-effect wordt gestuurd. (0~127) Instelbereik: Bend Range: 0–12 * Deze instelling wordt enkel gehanteerd wanneer u de Part M-FX SW-parameter van de R-Part op “RHY” zet (blz. 55).
Zelf Patches programmeren Rhythm Set opslaan Na het editen van de Rhythm Tones moet u de betreffende Rhythm Set (die momenteel aan de R-Part is toegewezen) opslaan, als u die later nog eens wilt gebruiken. * Kies geen andere Rhythm Set alvorens uw wijzigingen op te slaan (als u ze tenminste wilt bewaren). 1. Kies een Rhythm Set en edit de Tones ervan (blz. 118~122). 2. Druk op de [SYSTEM]-knop. 3. Druk op de [F3 (WR)]-knop. 4. Druk op de [F2 (RHY)]-knop.
8. System-parameters en MIDI-functies System-parameters en MIDI-functies System-instellingen opslaan Sommige System-parameters worden automatisch opgeslagen wanneer u op [EXIT] drukt om de System-pagina’s weer te verlaten. Die noemen we Backup-parameters. Andere System-parameters worden tijdens het uitschakelen weer op de fabriekswaarde gezet (omdat dat logischer is wanneer u de MC-307 later weer inschakelt).
System-parameters en MIDI-functies 3. Druk op de [F1 (SND)]-knop. Het display beeldt nu een “SYSTEM: SOUND”-pagina af. 4. Druk op de [F1 (SND)]-knop. Als de pagina hieronder niet wordt afgebeeld, moet u ze met [F3 (▼)][F4 (▲)] oproepen. 5. Breng de cursor met [CURSOR (op/neer)] naar “RESONANCE LIMIT R” of “RESONANCE LIMIT N”. 6. Stel de gewenste waarde in met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC]. (50~127) * Dit is een Backup-parameter. MC-307 stemmen (Master Tune) 1.
System-parameters en MIDI-functies Instellingen i.v.m. het display en de speelhulpen * Om deze parameters te kunnen selecteren moet u de Pattern- of Song-weergave/opname eerst stoppen. 4. Druk op de [F2 (CTRL)]-knop om de “SYSTEM: CONTROL”-pagina op te roepen. 5. Breng de cursor met [CURSOR (op/neer)] naar “PEDAL ASSIGN”. LCD Contrast Als het display onder bepaalde omstandigheden maar onduidelijk af te lezen valt, kunt u er op de volgende manier voor zorgen dat het duidelijker wordt: 6.
System-parameters en MIDI-functies GRAB SW: effectprocessors aan de [GRAB]schakelaar toewijzen Hiermee bepaalt u welke effecten via de [GRAB]-schakelaar kunnen worden uit- en weer ingeschakeld. Zie “Zorgen dat de [GRAB]-schakelaar het gewenste effect beïnvloedt” op blz. 85. Als de [GRAB]-schakelaar niet lijkt te werken, controleer dan even de volgende dingen: 5. Breng de cursor met [CURSOR (op/neer)] naar “AUTO CHECKSUM”. 6. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] “ON” of “OFF” in.
System-parameters en MIDI-functies Sync Out: synchronisatie van externe instrumenten Hiermee bepaalt u of de MC-307 al (ON) dan niet (OFF) MIDI-synchronisatiecommando’s zendt. Kiest u “ON”, dan worden de volgende commando’s naar de MIDI OUT-connector gezonden. Clock F8 Start FA Continue FB Stop FC Song Position Pointer F2 Song Loop Mode Hiermee bepaalt u hoe Songs worden weergegeven. Naast de “normale” weergave kunt u er ook voor kiezen om één of alle Songs te laten herhalen. 1.
System-parameters en MIDI-functies 6. Kies met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] de gewenste instelling: MODE 1 MODE 2 De Setup-, Mute- (aan/uit) en regelaarinstellingen worden telkens aan het begin van een stap geladen. (Kies deze instelling wanneer de stappen telkens vanuit hetzelfde uitgangspunt moeten vertrekken.) De Setup-, Mute- (aan/uit) en regelaarinstellingen worden enkel aan het begin van de volgende stap geladen indien die stap een ander patroon aanspreekt dan de voorafgaande stap.
System-parameters en MIDI-functies Tap Tempo-functie uitschakelen (TAP SW) Parameters i.v.m. MIDI Met deze parameter bepaalt u of de [TAP]-knop al dan niet voor het instellen van het tempo door het ritmisch indrukken van deze knop kan worden bepaald. * Om deze parameters te kunnen selecteren moet u de Pattern- of Song-weergave/opname eerst stoppen. 1. Druk op de [SYSTEM]-knop en vervolgens op [F1 (SYS)]. Remote Keyboard: werken met een extern klavier 2.
System-parameters en MIDI-functies 4. Druk op de [F1 (CMN)]-knop. Als de volgende pagina nu niet verschijnt, moet u ze met [F3 (▼)] of [F4 (▲)] selecteren. 5. Breng de cursor met [CURSOR (op/neer)] naar “DEVICE ID”. 6. Stel met de [VALUE]-regelaar of [DEC] [INC] het gewenste Device ID-nummer in. (17~32). * Dit is een Backup-parameter. * De Bulk-data van de MC-307 (zie blz. 133) bevatten dit nummer eveneens. Als u ze weer terugstuurt naar de MC-307, moet u zorgen dat hij weer op dat nummer staat ingesteld.
System-parameters en MIDI-functies Edit TX/RX MIDI RX SW Hiermee kiest u de MIDI-commando’s die de MC-307 zendt wanneer u de toewijsbare regelaars onder het display en de Realtime-regelaars gebruikt. (Deze instelling geldt tevens voor de ontvangst.) De fabrieksinstelling luidt “MODE1” – en dat houdt heel wat SysEx-data in. U kunt voor elke Part (R, 1~7) apart instellen of hij al (+) dan niet (_) op binnenkomende MIDI-commando’s moet reageren.
System-parameters en MIDI-functies 4. Druk op de [F2 (TXRX)]-knop. Als de volgende pagina nu niet wordt afgebeeld, moet u ze met [F3 (▼)][F4 (▲)] selecteren. TX: MIDI-datafilters voor het zenden 1. Druk op de [SYSTEM]-knop en vervolgens op [F1 (SYS)]. 2. Druk op de [CURSOR (op)] -knop om de pagina met de parameters 1~4 op te roepen. 3. Druk op de [F4 (MIDI)]-knop. 5. Druk op de [PART SELECT]-knop. 6. Kies met [R], [1]~[7] de Part wiens instelling u wilt wijzigen. 7.
System-parameters en MIDI-functies Play Quantize Andere handige functies Zie blz. 134. * Om deze parameters te kunnen selecteren moet u de Pattern- of Song-weergave/opname eerst stoppen. Initialize Patch of patroon initialiseren 1. Kies eerst de Patch of het patroon die/dat u wilt initialiseren (blz. 51, 54). 2. Druk op de [SYSTEM]-knop. 3. Druk op de [F2 (UTIL)]-knop. 4. Druk op de [CURSOR (op)]-knop. Het display beeldt nu de “1 INITIALIZE”-pagina af. 5. Druk op de [F1 (INIT)]-knop. 6.
System-parameters en MIDI-functies Copy: Tones van een Patch/ Rhythm Tones kopiëren Met deze functie kunt u een bepaalde Tone van een Patch of een Rhythm Tone van een Rhythm Set kopiëren. 1. Druk op de [SYSTEM]-knop. 7. Kies met [CURSOR (op/neer)] welke data van het gekozen patroon moeten worden gearchiveerd: SETUP Enkel de instellingen (Setup-data) van de Parts. SETUP& PATCH De SETUP-data plus de data van de Patches en Rhythm Sets die in dit patroon aan de Parts toegewezen zijn.
System-parameters en MIDI-functies * Na de ontvangst van SETUP-data moet u het betreffende patroon opslaan als u die instellingen definitief verder wilt gebruiken. * Na de ontvangst van SETUP & PATCH- en PATCH & PATTERN-data moet u eerst de ontvangen Patches in User-geheugens opslaan en vervolgens het patroon opslaan. Bulk TX User All: alle User-instellingen archiveren Sluit de MIDI OUT-connector van de MC-307 aan op de MIDI IN-connector van de sequencer (bv. een MC-80).
System-parameters en MIDI-functies Undo/Redo In de regel kunt u de laatste handeling ongedaan maken. Op de MC-307 heet dit “Undo”. Een dergelijke herstelling kunt u ook op haar beurt weer ongedaan maken. En dat heet dan “Redo”. * Deze functies zijn niet beschikbaar tijdens de Pattern- of Songweergave. 1. Druk op de [SYSTEM]-knop. 2. Druk op de [F4 (UNDO)]-knop. Het display toont u nu wat u ongedaan kunt maken. Voorbeeld: “UNDO MICROSCOPE”. 4. Herhaal dit om de wijziging weer te voorschijn te toveren.
System-parameters en MIDI-functies Om de MC-307 vanuit een extern klavier te bespelen hoeft u in dat geval niet eerst het juiste kanaal op te zoeken – dat gebeurt automatisch. Werken met externe MIDIapparaten De MC-307 hanteert de volgende MIDI-kanalen. Die zijn vast ingesteld. Extern klavier voor de opname van patronen gebruiken • Rhythm Part: kanaal 10 Ziehier wat u moet doen om een extern MIDI-klavier (synthesizer e.d.) te kunnen gebruiken voor het opnemen van patronen met de MC-307.
System-parameters en MIDI-functies Deze drie commando’s mogen natuurlijk niet worden gefilterd. Ga even na of dit ook zo is: zie “RX: MIDI-datafilters voor de ontvangst” op blz. 133. Hoe u bankkeuze- en programmakeuze-commando’s naar de MC-307 zendt, vindt u in de handleiding van het gebruikte MIDI-klavier of de sequencer. Meer details over de te verzenden nummers (bankkeuze en programmakeuze) vindt u onder “Overzicht van de Preset Patches” op blz. 158, “Overzicht van de Preset Rhythm Sets” op blz.
System-parameters en MIDI-functies Tempo-synchronisatie tijdens het gebruik van de MC-307 als module Door Sync Mode op “SLAVE” te zetten (blz. 127) en dan voor synchroniseerbare parameters zoals LFO Rate, Delay Time en M-FX Rate een nootwaarde (of MES) te kiezen kunt u zorgen dat die functies synchroon lopen met het tempo van de computer/ sequencer. En dan moet u kiezen: wilt u naast deze parameters ook een patroon starten/stoppen en synchroon laten lopen? Selecteer dat patroon dan.
System-parameters en MIDI-functies 5. Druk op de [STOP]-knop van de MC-307 om de weergave weer te stoppen. MC-307 met een externe sequencer synchroniseren Laten we nu kijken hoe het andersom werkt: hier bepaalt de externe sequencer het tempo dat de MC-307 dan volgt. In het volgende voorbeeld willen we enkel zorgen dat de patronen synchroon lopen: * Door SYNC MODE van de MC-307 op “REMOTE” te zetten kunt u de weergave van de MC-307 ook starten en stoppen zonder hem te synchroniseren. Dat zou u bv.
9. Problemen oplossen & foutmeldingen Problemen oplossen & foutmeldingen Verhelpen van problemen Het externe instrument/apparaat zendt de foute bank- en programmanummers. Krijgt u geen geluid uit uw MC-307, of lijkt hij om een andere reden niet naar behoren te functioneren? Raadpleeg dan in eerste instantie het onderstaande overzicht. Is het probleem daarmee niet opgelost, neem dan contact op met uw dealer of met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst. → Zie blz.
Problemen oplossen & foutmeldingen Het uitgangsvolume van de M-FX staat op “0” of u hebt geen Part aan de M-FX toegewezen. Meldingen in het display → Stel een hoger uitgangsvolume voor de M-FX in en zet de “Switch” voor minstens één Part op “M-FX” (blz. 75~85, 55). Als er iets misgaat met de werking van uw MC-307, krijgt u een foutmelding te zien. Hieronder ziet u wat u wat deze boodschappen betekenen.
Problemen oplossen & foutmeldingen EMPTY SONG U probeert een Song weer te geven waar u nog geen patronen aan hebt toegewezen. Dat kan niet. EMPTY PATTERN U probeert een patroon weer te geven dat nog geen data bevat. Dat kan niet. CANNOT UNDO Dit commando kunt u niet annuleren. MEMORY DAMAGED Het interne geheugen is waarschijnlijk beschadigd. Laad de fabrieksinstellingen (blz. 136) en kijk of de MC-307 het weer doet.
10. Parameteroverzicht Parameteroverzicht Patch-parameters WAVE: [PTN]+[F1 (PACH) ]+[F1 (EDIT) ]+[F1 (WAVE) ]+[F1 (WAVE) ] (blz. 105) Parameter Naam voluit WAVE: Wave Select Wave Select A001 - 254, B001 - B251, C001 - C236 *WAVE: Tone SW Tone Switch OFF, ON *WAVE: Wave Gain Wave Gain -6, 0, +6, +12 FXM: [PTN]+[F1 (PACH) ]+[F1 (EDIT) ]+[F1 (WAVE) ]+[F2 (FXM) ] (blz.
Parameteroverzicht TONE n TIME4[R] TONE n Level1 TONE n Level2 TONE n Level3 [S] TONE n Level4 Time4 (Release Time) Level1 Level2 Level3 (Sustain Level) Level4 0 - 127 -63 - +63 -63 - +63 -63 - +63 -63 - +63 AMP: [PTN]+[F1 (PACH) ]+[F1 (EDIT) ]+[F4 (AMP) ]+[F1 (AMP) ] (blz.
Parameteroverzicht KEY RANGE UPPER * VELO RANGE SW* VELO RANGE LOW VELO RANGE UP VELO CROSS FADE *: Geldt voor alle Tones samen Key range Upper Velocity Range Switch Velocity Range Lower Velocity Range Upper Velocity Cross Fade LWR - G9 OFF, ON 1 - UPR LWR - 127 0 - 127 SOLO: , PORTAMENT: [PTN]+[F1 (PACH) ]+[F1 (EDIT) ]+[F2 (CMN) ]+[F2 (SOLO) ] (blz.
Parameteroverzicht Rhythm Set-parameters WAVE:, KEY: [PTN]+[F1 (PACH) ]+[F1 (EDIT) ]+[F1 (WAVE) ]+[F1 (WAVE) ] (blz. 118) Parameter Naam voluit Instelbereik WAVE: [note no.] TONE SWITCH WAVE GAIN ENV MODE MUTE GROUP Wave Select Rhythm Tone Switch Wave Gain Envelope MOde Mute Group A001 - B251 OFF, ON -6, 0, +6, +12 SUSTAIN, NO-SUS OFF, 1 - 31 PITCH: [PTN]+[F1 (PACH) ]+[F1 (EDIT) ]+[F2 (PICH) ]+[F1 (PICH) ] (blz.
Parameteroverzicht A-ENV: [PTN]+[F1 (PACH) ]+[F1 (EDIT) ]+[F4 (AMP) ]+[F2 (AENV) ] (blz.
Parameteroverzicht M-FX TYPE: [PTN]+[F2 (STUP) ]+[F4 (M-FX) ] (blz.
Parameteroverzicht M-FX: 6 Lo-Fi Parameter Naam voluit Instelbereik BIT DOWN SAMPLE RATE DOWN POST GAIN LOW GAIN HIGH GAIN OUTPUT OUTPUT LEVEL Bit Down Sample Rate Down Post Gain Lo Gain High Gain Output Output Level 0-7 32, 16, 8, 4 0, +6, +12, +18 -15 - +15 -15 - +15 MONO, STEREO 0 - 127 Naam voluit Instelbereik M-FX: 7 NOISE Parameter Referentiehandboek NOISE TYPE Noise Type 1 - 18 NOISE LEVEL Noise Level 0 - 127 NOISE FILTER Noise Filter 1* LO-FI LEVEL LO-FI Level 0 - 127 OUTPUT PAN Output Pa
Parameteroverzicht M-FX: 12 SLICER Parameter Naam voluit Instelbereik TIMING PATTERN ACCENT PATTERN ACCENT LEVEL ATTACK OUTPUT LEVEL RATE Timeing Pattern Accent Pattern Accent Level Attack Output Level Rate 1 - 34 1 - 16 0 - 127 1 - 10 0 - 127 M-FX: 13 TREMOLO Parameter Naam voluit LFO TYPE DEPTH LOW GAIN RATE HIGH GAIN OUTPUT LEVEL 1*: LFO Type Depth Low Gain Rate High Gain Output Level Instelbereik TRI, TRP, SIN, SAW1, SAW2, SQR 0 - 127 -15 - +15 0.1 - 10.
Parameteroverzicht M-FX: 17 TETRA CHORUS Parameter Naam voluit PRE DELAY DEPTH PRE DELAY DEVI RATE DEPTH DEVI PAN DEVI BALANCE OUTPUT LEVEL 1*: Pre Delay Time 0.0 - 100 Depth 0 - 127 Pre Delay Deviation 0 - 20 Rate 0.1 - 10.
Parameteroverzicht M-FX: 21 AUTO PAN Parameter Naam voluit Instelbereik LFO TYPE BASS SENS DEPTH RATE LOW GAIN HIGH GAIN OUTPUT LEVEL LFO Type Bass Sens Depth Rate Low Gain High Gain Output Level TRI, TRP, SIN, SAW1, SAW2, SQR OFF, MODE1, MODE2 0 - 127 0.1 - 10.
Parameteroverzicht 2*: SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, DUAL UP, DUAL DOWN, DUAL UP&DOWN, DUAL RANDOM, TRIPLE UP, TRIPLE DOWN, TRIPLE UP&DOWN, TRIPLE RANDOM, NOTE ORDER, GLISSANDO, CHORD, BASS+CHORD 1 - 5, BASS+UP 1 - 8, BASS+RND 1 - 3, TOP+UP 1 - 6, BASS+UP+TOP 3*: 1/4, 1/6, 1/8, 1/12, 1/16 1 - 3, 1/32 1 - 3, PORTA-A 1 - 11, PORTA-B 1 - 15, SEQ-A 1 - 7, SEQ-B 1 - 5, SEQ-C 1 - 2, SEQ-D 1 - 8, ECHO 1 - 3, MUTE 1 - 16, STRUM 1 - 8, REGGAE 1 - 2, REF 1 - 2, PERC 1 - 4, WALKBS, HARP, BOUN
Parameteroverzicht SYSTEM: SEQ [SYSTEM]+[F1 (SYS) ]+[F3 (SEQ) ]+[F1 (PRM1) ] (blz. 127) Parameter Naam voluit Instelbereik METRONOME LEVEL AUTO CHECKSUM Metronome Level Auto Checksum 0 - 127 OFF, ON SYSTEM: SEQ [SYSTEM]+[F1 (SYS) ]+[F3 (SEQ) ]+[F2 (PRM2) ] (blz. 127) Parameter Naam voluit Instelbereik SYNC MODE SYNC OUT ARPEGGIO SYNC Sync Mode Sync Out Arpeggio Sync INT, REMOTE, SLAVE OFF, ON OFF, ON SYSTEM: SEQ [SYSTEM]+[F1 (SYS) ]+[F3 (SEQ) ]+[F3 (PRM3) ] (blz.
Parameteroverzicht Referentiehandboek MC-307 — 157
Overzicht van de Preset Patches Overzicht van de Preset Patches Preset A (CC#0 = 81, CC#32 = 0) Preset B (CC#0 = 81, CC#32 = 1) 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064 065 066 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029
Overzicht van de Preset Patches Preset D (CC#0 = 81, CC#32 = 3) 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064 065 066 067 068 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 0
Overzicht van de Preset Patches Preset E (CC#0 = 81, CC#32 = 4) Preset F (CC#0 = 81, CC#32 = 5) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 Dist TB 6 Acid Lead Acid TB 2 Hi-Pass TB 2 Ac
Overzicht van de Preset Patches Preset G (CC#0 = 81, CC#32 = 6) PurePhat Snr LoFi Snare Spray SD Plastic BD 2 TR808 Kick 2 NRG Kick Drive Kick Atack Kick Beats Kick R&B Kick BD reso Ride Future Kick Filtic BD Didge Menu BerimbauMenu MG Zap Menu Sweep Menu Voice Menu Tom 2 Menu Percus3 Menu Percus4 Menu TablaBy Menu Udu Pot Menu Japan Menu Rim 2 Menu C&OHH 3 Menu Cymbal2 Menu AsiaGng Menu Clap 3 Menu Snare 7 Menu Kick 4 Menu Kick 5 Menu Referentiehandboek 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Overzicht van de Preset Patches 162
Overzicht van de Preset Rhythm Sets * De Rhythm Group slaat op de knop waarmee u de betreffende klanken kunt in-/uitschakelen. Rhythm Group Note No.
Overzicht van de Preset Rhythm Sets Rhythm Group Note No.
Overzicht van de Preset Rhythm Sets Rhythm Group Note No.
Overzicht van de Preset Rhythm Sets Rhythm Group Note No.
Overzicht van de Preset Rhythm Sets Rhythm Group Note No.
Overzicht van de Preset Rhythm Sets Rhythm Group Note No.
Overzicht van de Preset Rhythm Sets Rhythm Group Note No.
Overzicht van de Preset Rhythm Sets Rhythm Group Note No.
Overzicht van de golfvormen Group-A No. Name No. Name No. Name No. Name No.
Overzicht van de golfvormen Group-B No. Name No. Name No. Name No. Name No.
Overzicht van de golfvormen Group-C Name No. Name No. Name No. Name No. Name 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 MG Big Lead JP Hardcore JP Hoover JP Seq.Synth P5 Unisync P5 UnisyncLp Mondigital MondigitalLp OSC Saw OSC Reso Saw Siren Synth Sine MG Bass 2 MG Big Bass Solid Bass 2 Jazz Bass Ac.Bass A Ac.Bass C Tremolo sfz Choir Aah A Choir Aah B Choir Aah C Piano 2 Lo-Fi Wurly E.
Overzicht van de Preset-patronen De klanken en frasen van deze patronen zijn © 1999 Roland Corporation. U mag ze gebruiken voor de creatie van eigen werken. Maar u mag ze niet verkopen – in welke vorm dan ook met het oog op commerciële winst. Hoewel de opnamen eigendom zijn van Roland Corporation, kan deze laatste niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele juridische consequenties die uit het gebruik ervan voortspruiten. U gebruikt dit materiaal op eigen risico.
Overzicht van de Preset-patronen Naam New Electro 4 New Electro 5 New Electro 6 New Electro 7 New Electro 8 Early Techno 1 Early Techno 2 Early Techno 3 Early Techno 4 Early Techno 5 Industrial 1 Industrial 2 Industrial 3 Industrial 4 Industrial 5 Ambient 1 Ambient 2 Ambient 3 Ambient 4 Ambient 5 Ambient 6 Dream Trance 1 Dream Trance 2 Dream Trance 3 Dream Trance 4 Dream Trance 5 Dream Trance 6 Dream Trance 7 Dream Trance 8 Dream Trance 9 Dream Trance 10 NU-NRG 1 NU-NRG 2 NU-NRG 3 NU-NRG 4 NU-NRG 5 Gabba 1
Overzicht van de Preset-patronen House Nummer 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 176 Naam Garage House 1 Garage House 2 Garage House 3 Garage House 4 Garage House 5 Garage House 6 Garage House 7 House 1 House 2 House 3 House 4 House 5 House 6 House 7 House 8 Chicago House 1 Chicago House 2 Chicago House 3 Chicago House 4 Chicago House 5 Chicago House 6 US Har
Overzicht van de Preset-patronen Pattern No.
Overzicht van de Preset-patronen Drum'n'Bass Nummer 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 Naam Artcore 1 Artcore 2 Artcore 3 Artcore 4 Artcore 5 JazzStep 1 JazzStep 2 JazzStep 3 JazzStep 4 JazzStep 5 Drum'n'Bass 1 Drum'n'Bass 2 Drum'n'Bass 3 Drum'n'Bass 4 HardStep 1 HardStep 2 HardStep 3 Darkcore 1 Darkcore 2 Darkcore 3 Darkcore 4 Jungle 1 Jungle 2 Jungle 3 BPM 165 165 160 160 160 170 165 168 160 172 164 170 176 170 164 173 165 160 160 170 175 165
Overzicht van de Preset-patronen Nummer 220 Naam Lounge 5 BPM 95 Aantal maten 4 Geprogrammeerd door presto Naam Reggae 1 Reggae 2 Reggae 3 Reggae 4 Reggae 5 BPM 72 89 105 87 103 Aantal maten 4 8 8 8 4 Geprogrammeerd door presto presto presto presto presto Naam Salsa 1 Samba 1 Merengue 1 Merengue 2 ChaCha 1 ChaCha 2 Mambo 1 Mambo 2 Mambo 3 Plena 1 Son 1 Son 2 Mozambique 1 Cumbia 1 Cumbia 2 BPM 112 124 192 218 160 148 172 184 184 180 154 160 168 174 182 Aantal maten 4 8 4 8 4 4 4 4 4 4 4 4 4 8 8
RPS-patronen RPS Drum Pattern (Used Rhythm Patrt) No. 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270 271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 281 282 283 284 285 286 287 288 289 No.
RPS-patronen 290 291 292 293 294 295 296 297 298 299 300 B.
RPS-patronen No. 337 338 339 340 341 342 343 344 345 346 347 348 349 350 351 352 353 354 355 356 357 358 359 360 Name HipHop Bass 1 HipHop Bass 2 HipHop Bass 3 HipHop Bass 4 HipHop Bass 5 HipHop Bass 6 HipHop Bass 7 HipHop Bass 8 DnB Bass 1 DnB Bass 2 DnB Bass 3 DnB Bass 4 B.Beats Bass 1 B.
RPS-patronen Name Ride Cymbal 3 Crash Fill 1 Crash Fill 2 Crash Fill 3 Crash Fill 4 Crash Fill 5 Crash Fill 6 Crash Fill 7 Crash Fill 8 Crash Fill 9 Crash Fill 10 Crash Fill 11 Crash Fill 12 Rev.Cymbal 1 Rev.
RPS-patronen No. 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448 449 450 451 452 453 454 455 456 457 458 459 460 461 462 463 464 465 466 467 468 469 470 471 472 473 Name Snare Fill 30 Snare Fill 31 Snare Fill 32 Snare Fill 33 Snare Fill 34 Snare Fill 35 Snare Fill 36 Rim Fill 1 Rim Fill 2 Rim Fill 3 Tom Fill 1 Tom Fill 2 Tom Fill 3 Tom Fill 4 Tom Fill 5 Tom Fill 6 Tom Fill 7 Tom Fill 8 Tom Fill 9 Perc.Fill 1 Perc.Fill 2 Perc.Fill 3 Perc.Fill 4 Perc.Fill 5 Perc.Fill 6 Perc.Fill 7 Perc.
RPS-patronen Name Piano Chord 8 Piano Chord 9 Piano Chord 10 Piano Chord 11 Piano Chord 12 Piano Seq 1 Piano Seq 2 Piano EFX E.Piano Chord 1 E.Piano Chord 2 E.Piano Chord 3 E.Piano Chord 4 E.Piano Chord 5 E.Piano Chord 6 E.Piano Lead 1 E.Piano Lead 2 E.Piano Pad 1 Vibe Lead Organ Lead Organ Riff 1 Organ Riff 2 Organ Riff 3 Clav.
RPS-patronen No.
RPS-patronen Name Synth Riff 4 Synth Riff 5 Synth Riff 6 Synth Riff 7 Synth Riff 8 Synth Riff 9 Synth Riff 10 Synth Riff 11 Synth Riff 12 Synth Riff 13 Synth Riff 14 Synth Riff 15 Synth Riff 16 Synth Riff 17 Synth Riff 18 Synth Riff 19 Synth Riff 20 Synth Riff 21 Synth Riff 22 Synth Riff 23 Synth Riff 24 Synth Riff 25 Synth Riff 26 Synth Riff 27 Synth Riff 28 Synth Riff 29 Synth Riff 30 Synth Riff 31 Synth Riff 32 Synth Riff 33 Synth Riff 34 Synth Riff 35 Synth Riff 36 Synth Riff 37 Synth Seq 1 Synth Seq 2
RPS-patronen No.
RPS-patronen Name SFX 24 SFX 25 SFX 26 SFX 27 SFX 28 SFX 29 SFX 30 SFX 31 SFX 32 SFX 33 SFX 34 SFX 34 SFX 35 SFX 36 SFX 37 SFX 38 SFX 39 SFX 40 SFX 41 SFX 42 SFX 43 SFX Hit 1 SFX Hit 2 SFX Hit 3 SFX Hit 4 SFX Hit 5 SFX Hit 6 SFX Hit 7 SFX Hit 8 SFX Hit 9 SFX Hit 10 SFX Hit 11 SFX Hit 12 BPM 130 130 133 140 140 135 90 90 90 95 87 87 87 87 160 160 160 160 95 95 85 137 137 135 140 130 133 140 135 87 165 165 85 Measures 1 1 2 2 2 1 1 1 1 4 2 2 2 4 3 2 1 2 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 RPS set Chicago House
RPS Set-overzicht 1. Trance 1 Name Techno Drums 1 Techno Drums 2 Techno Bass 1 Techno Bass 2 Snare Fill 1 Snare Fill 2 Crash Fill 1 BD Fill 1 Synth Pad 1 Synth Seq 1 Synth Lead 1 Synth Riff 1 Synth Riff 2 Synth Seq 2 SFX 1 SFX 2 BPM 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 Meas. KeyBoard Pad 2 1 2 2 2 3 2 4 1 5 1 6 2 7 2 8 4 9 2 10 2 11 2 12 1 13 4 14 2 15 1 16 BPM 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 Meas.
RPS Set-overzicht Industry Fill 1 BD Fill 4 Industry Fill 2 Tom Fill 1 Vox 1 Synth Riff 13 Guitar Riff 1 Synth Seq 7 SFX 11 SFX 12 Industry Hit1 Industry Hit2 128 128 128 128 128 128 128 128 128 128 128 128 1 2 1 1 2 2 2 2 2 2 1 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 7.
RPS Set-overzicht Synth Seq 14 Synth Seq 15 Synth Riff 25 SFX 19 SFX 20 137 137 137 137 137 2 2 2 1 1 12 13 14 15 16 12. Dream Trance Name Techno Drums 23 Techno Drums 24 Techno Bass 23 Techno Bass 24 Snare Fill 13 Crash Fill 5 Clap Fill 6 BD Fill 9 Synth Pad 11 Organ Riff 2 Piano Seq 1 Synth Seq 16 Synth Seq 17 Synth Seq 18 Orchestra Hit 2 SFX Hit 4 BPM 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 Meas.
RPS Set-overzicht 17. UK House BPM 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 140 Meas. KeyBoard Pad 2 1 2 2 2 3 2 4 1 5 1 6 2 7 1 8 2 9 2 10 2 11 2 12 2 13 1 14 1 15 1 16 18. Progressive House Name House Drums 11 House Drums 12 House Bass 11 House Bass 12 Snare Fill 23 BD Fill 15 Rev.Cymbal 2 Crash Fill 11 Synth Pad 12 Strings Pizz 1 Piano Seq 2 Synth Seq 21 Synth Seq 22 Synth Seq 23 SFX 29 SFX Hit 8 BPM 135 135 135 135 135 135 135 135 135 135 135 135 135 135 135 135 Meas.
RPS Set-overzicht HipHop Bass 7 HipHop Bass 8 Noise Fill Voice Fill Rim Fill 2 OHH Fill 1 Piano Chord 5 Strings 3 Sitar Lead Synth Seq 25 Choir Orch. Vox 2 SFX Hit 9 Strings Pizz 2 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 2 2 1 2 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 23. Drum 'n' Bass 1 Name DnB Drums 1 DnB Drums 2 DnB Bass 1 DnB Bass 2 Snare Fill 24 Snare Fill 25 Snare Fill 26 BD Fill 16 E.
RPS Set-overzicht Crash Fill 12 E.Piano Chord 6 Strings 4 Guitar Chord 6 Vox Lead Organ Lead Synth Lead 11 SFX 41 SFX 42 95 95 95 95 95 95 95 95 95 1 4 4 4 4 4 4 1 1 8 9 10 11 12 13 14 15 16 28. Reggae BPM 85 85 85 85 85 85 85 85 85 85 85 85 85 85 85 85 Meas. KeyBoard Pad 4 1 4 2 2 3 2 4 1 5 1 6 1 7 1 8 2 9 2 10 2 11 2 12 2 13 2 14 2 15 1 16 BPM 172 172 172 172 172 172 172 172 172 172 172 172 172 172 172 172 Meas.
Verzonden/ontvangen MIDI-commando’s Parameter PITCH FILTER AMPLIFIER P-ENVELOPE F-ENVELOPE A-ENVELOPE LFO1 PORTAMENTO PART MIXER EDIT TX/RX MODE1 (Default) MODE2 COARSE TUNE EXCLUSIVE CC#21 16 - 112 Center=64) *1 FINE TUNE CC#77 CC#77 14 - 114 (Center=64) *1 FILTER TYPE EXCLUSIVE CC#34 0 - 4 *1 CUTOFF CC#74 CC#74 0 - 127 *1 RESONANCE CC#71 CC#71 0 - 127 *1 TONE LEVEL EXCLUSIVE CC#36 0 - 127 *1 TONE PAN EXCLUSIVE CC#35 0 - 127 (Center=64) *1 RND PAN EXCLUSIVE CC#37 0 (
Specificaties MC-307: Groovebox Klankbron Accessoires Handleiding (Engels x2, Nederlands x1), AC-adapter (ACI-120C, ACI-230C, PSB-1U) Polyfonie: . . . . . . . . . . . . . . . 64 stemmen Parts: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 (patronen: 8, RPS: 16) Patches: . . . . . . . . . . . . . . . . Preset: 800, User: 256 * Wijzigingen van de specificaties zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden. Rhythm Sets: . . . . . . . . . . . Preset: 40, User: 20 Effecten: . . . . . . . . . . . . . . . .
MIDI Implementation Chart MIDI Implementation Chart groovebox Model MC-307 Sound Generator section Date : Oct. 27, 1999 MIDI Implementation Chart Transmitted Version : 1.
MIDI Implementation Chart groovebox Model MC-307 Sequencer section Date : Oct. 27, 1999 MIDI Implementation Chart Transmitted Version : 1.
Index Index A Aanslagwaarden, 66, 99 Accent Rate, 64 Achterpaneel, 46 Active Sensing, 133 AFT, 116 Aftertouch, 94 Algoritme, 74 AMP, 59, 110, 120 ENVELOPE, 110, 120 Arabische toonladder, 125 Archiveren, 135 ARP, 27 Range, 60 Arpeggiator, 62, 133 ACCENT RATE, 64 Gebruik, 27 MOTIF, 63 Opnemen, 89 Parameters, 63 SHUFFLE RATE, 64 Arpeggio CTRL CH, 131 Sync, 128 Write, 64 Attack, 60 Auto Checksum, 127 Pan, 83 B Backup-parameter, 124 Bass Sense, 83 Beat PTN, 64 BEND, 94, 116, 121 Bias, 110 Booster, 114 BOTH, 5
Index Mix, 97 Mixer, 55 MOD, 116 Motif, 63 Move Event, 95 MR, 53 Multi-effect, 74 Mute, 16, 52, 94 Alle Parts, 53 CTRL, 90, 129 CTRL Output, 133 Group, 118 Omkeren, 53 RHYTHM MUTE, 52 N Next, 51 Noise Generator, 77 Octave Range, 64 Shift, 57 Oefenen, 88 Ondergrens, 114 Opname Arpeggiator, 89 Meerdere Parts, 88 Realtime, 87 Regelaars, 89 Opslaan, zie Write Output, 73 Overdrive, 76 P Pad, 26, 57 Velocity, 126 P-AFT, 94 PAN, 55 Pan LFO, 113 Tones, 110 Via regelaars, 60 Part Aan/uit, 16 Aan/uit opnemen, 90
Index System, 124, 155 Arpeggiator, 63 Exclusive, 94 T Tap, 52, 130 Resolution, 130 Template, 65 Tempo, 94 Sync (LFO), 112 Veranderingen, 94 Zie ook BPM Tetra Chorus, 81 Thin, 100 Thru, 131 Time Delay, 73 Reverb, 72 Timing, 65 Tone, 105 Toonaard, 53 TP, 102 Track Edit, 96 Transpose, 53 Pattern, 98 Tremolo, 59, 79, 113 TR-REC, 29, 91 Part 1~7, 92 Rhythm Part, 91 Tune, 125 Turntable Emulation, 57 TVF, 113 Type, 73 Delay, 73 M-FX, 74 Reverb, 72 U Undo, 49, 137 User Regelaars, 62 Style, 64 UTIL, 135 V 4 Ban