+ 0& *URRYHER[ Bedankt voor en gefeliciteerd met uw keuze van de Roland MC-505 Groovebox. De MC-505 is de uitgebreide en verbeterde opvolger van de MC-303 Groovebox, die in 1996 zijn sensationele entree in de danswereld maakte. Naast de laatste klanken en patronen herbergt de MC-505 in zijn compacte behuizing een waaier aan nieuwe, krachtige functies. Door het grote aantal knoppen en regelaars blijft de bediening erg intuïtief en “muzikaal”.
MC-505 Handleiding Hoe is deze handleiding opgebouwd? • • • • De handleiding bestaat uit twee delen: “Aan de slag” en “Referentie”. “Aan de slag” is voor ongeduldige mensen die een instrument recht uit de doos willen gebruiken (dat geldt waarschijnlijk voor de meesten onder ons). In dit deel passeren de voornaamste functies van de MC-505 de revue, zonder dat daarbij op details wordt ingegaan.
Voorzorgsmaatregelen Voorzorgsmaatregelen Voeding • Schakel de MC-505 en de overige instrumenten altijd uit voordat u ze op elkaar aansluit. • Sluit het netsnoer van de MC-505 nooit aan op een stopcontact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken (b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op zijn aangesloten. • Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op het voltage. • Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat er niemand over kan struikelen.
MC-505 Handleiding Voornaamste kenmerken ☛ Krachtige synthesizermodule De klanken van de MC-505 worden geleverd door een krachtige synthesizermodule. De voornaamste parameters (zoals de filter- en ADSR-instellingen) hebben eigen regelaars op het frontpaneel, zodat de bediening even vlot en intuïtief kan verlopen als op uw favoriete vintage instrument. Dat neemt niet weg dat de MC-505 ook dienst kan doen als multitimbrale klankmodule met acht Parts.
Voornaamste kenmerken 5
MC-505 Handleiding Inhoud Hoe is deze handleiding opgebouwd? 2 Voorzorgsmaatregelen 3 Voornaamste kenmerken 4 Inhoud 6 DEEL I. — AAN DE SLAG 13 1. Voorzieningen op de panelen 13 1.1 Frontpaneel, 13 1.2 Achterpaneel, 15 2. Voor u aan de slag gaat 16 2.1 2.2 2.3 2.4 Aansluitingen, 16 Inschakelen, 17 Uitschakelen, 17 Opnieuw de fabrieksinstellingen laden, 18 3. Structuur van de MC-505 19 4. Demosongs beluisteren 20 5. “Low Boost” zorgt voor vette bassen 21 6. Patterns weergeven 22 6.
DEEL II. — REFERENTIE 63 17. Even voorstellen: de MC-505 63 1.1 Hoe zit de MC-505 in elkaar?, 63 1.2 Klankbron, 63 Tones en Patches, 63 Rhythm Set, 64 Parts, 64 Polyfonie, 64 1.3 Sequencer, 65 Patterns, 65 Songs, 65 1.4 Geheugen, 65 Systeemgeheugen, 66 User-geheugen, 66 Preset-geheugen, 66 Tijdelijk geheugen, 66 Geheugenkaart, 66 1.5 Basisbediening, 66 Waarden wijzigen, 66 Wijziging annuleren (Undo/Redo), 66 18. Patterns weergeven 68 2.1 Weergave, 68 Kijken uit hoeveel maten een Pattern bestaat, 69 2.
MC-505 Handleiding 20. Effecten 121 4.1 Reverb, 121 Reverb-type kiezen, 121 Lengte van de Reverb instellen (Reverb Time), 122 Klankkleur van de galm aanpassen (HF Damp), 122 Totaalvolume van de galm (Reverb Level), 122 Volume van de Reverb per Part, 122 EFX-signaal door de Reverb halen, 123 Instellen via het display, 123 4.
.2 Beschikbare “Types”, 159 01: Modulation-A(ll), 159 02: Modulation-S(ingle), 160 03: Pitch Bend-A(ll), 160 04: Pitch Bend-S(ingle), 160 05: Cut+Reso1-A(ll), 160 06: Cut+Reso1-S(ingle), 160 07: Cut+Reso2-A(ll), 160 08: Cut+Reso2-S(ingle), 161 09: Cut+Reso3-A(ll), 161 10: Cut+Reso3-S(ingle), 161 11: Part Pan-A(ll), 161 12: Part Pan-S(ingle), 161 13: Cross Pan, 161 14: Cross Dr(u)m Pan, 162 15: Key Shift-A(ll), 162 16: Key Shift-S(ingle), 162 17: Reverb Level, 162 18: Delay Level, 162 19: EFX Ctrl1, 162 19:
MC-505 Handleiding 14.4 Backup opnieuw in het interne geheugen laden (Backup Load), 195 14.5 Backup van de kaart wissen (Backup Delete), 196 14.6 Kaart dupliceren (Card Duplicate), 196 31. Systeeminstellingen 198 15.
1.2 Voorbeelden van EFX-instellingen, 217 “Gedempt” geluid, 217 “Lo-Fi” geluid, 217 Definitie verbeteren, 217 Vervormd TB-303 geluid, 217 Lage sample-resolutie, 218 Radio Simulation, 218 Pattern “in mootjes hakken”, 218 Straaljager, 218 Auto Panning Delay, 219 Auto Panning Drums, 219 “Omgekeerd” geluid, 219 33.
MC-505 Handleiding 12
DEEL I. AAN DE SLAG Aan de slag Voorzieningen op de panelen 1. 1.
MC-505 Handleiding 11)FILTER/AMPLIFIER-blok Hiermee regelt u de helderheid en de dynamiek van het geluid. 12)ENVELOPE-blok Hiermee regelt u het verloop van toonhoogte, klankkleur en volume. 13)ENV SELECT-knop Met deze knop bepaalt u voor welke klankcomponent de instellingen uit de ENVELOPE- en LFOblokken gelden. 14)LFO1-blok Dit blok voegt een cyclische modulatie toe aan het geluid.
Voorzieningen op de panelen, Achterpaneel 1.2 Achterpaneel Aan de slag 7 CAUTION ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR WARNING: 6 TO REDUCE THE RISK OF FIRE OR ELECTRIC SHOCK, DO NOT EXPOSE THIS APPLIANCE TO RAIN OR MOISTURE. RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN S2M-5/S4M-5 5 4 3 2 THIS CLASS B DIGITAL APPARATUS MEETS ALL REQUIREMENTS OF THE CANADIAN INTERFERENCE-CAUSING EQUIPMENT REGULATIONS.
MC-505 Handleiding 2. Voor u aan de slag gaat 2.1 Aansluitingen De MC-505 bevat geen ingebouwde versterker of luidsprekers. U bent dus aangewezen op externe versterking (bv. twee KC-100’s, KC-300’s of KC-500’s) of op een hoofdtelefoon. Het onderstaande diagram maakt één en ander duidelijk. Opmerking: Audiokabels, MIDI-kabels, hoofdtelefoon en voetschakelaars worden niet meegeleverd. U kunt deze apart verkrijgen bij uw verdeler.
Voor u aan de slag gaat, Inschakelen Opmerking: Als u geluiden apart wilt versterken via de DIRECT1/DIRECT2-uitgangen, dan moet u de relevante uitgang(en) met uw keyboardversterker enz. verbinden. Aan de slag Bij levering is de MC-505 zo ingesteld dat er geen geluid naar de DIRECT1/DIRECT2-uitgangen wordt gestuurd. Hoe u geluid naar deze uitgangen kunt sturen leest u onder “Parts aan de EFX/uitgangen toewijzen” op blz. 142 en “Effecten/uitgangen kiezen voor de Rhythm Tones” op blz. 116. 2.
MC-505 Handleiding 2.4 Opnieuw de fabrieksinstellingen laden Als uw MC-505 recht uit de doos komt bevat hij normaal nog alle instellingen die in de fabriek werden gemaakt. Werden die instellingen echter om één of andere reden gewijzigd, dan kunt u ze met de “Factory Preset”-functie opnieuw laden. Daarbij kunt u naar keuze alle instellingen opnieuw laden of enkel de Patch- of Systeeminstellingen.
Structuur van de MC-505, Opnieuw de fabrieksinstellingen laden 3.
MC-505 Handleiding 4. Demosongs beluisteren Het loont de moeite om even de interne demosongs te beluisteren. Op die manier maakt u meteen kennis met de uitstekende klanken en patronen van de MC-505. DEC INC SEQUENCER PAGE CATEGORY FWD BWD /REST /TIE MEASURE 2 EXIT VALUE ENTER STOP PLAY 4 3 REC DEMO 5 1 1) Druk tegelijk op [EXIT] en [ENTER]. U komt nu terecht in de Demo Play-pagina, waarin de nummers en de namen van de demosongs worden afgebeeld.
“Low Boost” zorgt voor vette bassen, Opnieuw de fabrieksinstellingen laden 5. Bent u zo’n type dat pas tevreden is over het basgeluid wanneer de broekspijpen van de mensen op de laatste rij beginnen te wapperen? Dan is de LOW BOOST-regelaar iets voor u. LOW BOOST 1 OCTAVE MIN MAX 2 1) Draai aan de [LOW BOOST]-regelaar om extra laag bij het geluid te voegen. U laat best wat muziek spelen (druk op [PLAY]) terwijl u deze regelaar instelt.
MC-505 Handleiding 6. Patterns weergeven De MC-505 bevat een groot aantal Preset-patronen (de patronen in de MC-505 noemen we vanaf nu Patterns). Die kunt u in een ononderbroken reeks weergeven, waarbij u telkens het volgende Pattern kiest terwijl het huidige Pattern nog speelt. Naast de demosongs vormt een ommetje door de Preset-patterns de beste kennismaking met wat de MC-505 in huis heeft. 6.
Patterns weergeven, Kiezen en weergeven Reggae P:229~P:237 Latin P:238~P:248 RPS-Patterns P:249~P:714 5) Druk op [PLAY] om de weergave van het Pattern te starten. 6) Tijdens de weergave van het Pattern kunt u met de [INC][DEC]-knoppen of het [VALUE]-wiel het Pattern kiezen dat u als volgende wilt weergeven. In het display worden de bank, het nummer en de naam van het nieuw geselecteerde Pattern afgebeeld. Dit Pattern krijgt u te horen zodra het huidig weergegeven Pattern is afgelopen.
MC-505 Handleiding 6.2 Instrumenten in- en uitschakelen Een Pattern maakt doorgaans gebruik van verschillende partijen (die door verschillende instrumenten kunnen worden weergegeven). We spreken in dat verband vanaf nu over Parts. Een Part kunt u het best vergelijken met een muzikant die een partij speelt. De MC-505 laat toe Parts individueel in of uit te schakelen.
Patterns weergeven, Volume en stereopositie per instrument instellen 6.3 Volume en stereopositie per instrument instellen Het volgende wat we gaan doen is de acht schuifregelaars in het midden van het frontpaneel te gebruiken om het volume van individuele instrumenten aan te passen. Aan de slag LEVEL PART MIXER PAN KEYSHIFT REVERB DELAY EFX/OUT MEGAMIX 2,4 3 5 1) Kies Pattern P:009 en start de weergave (zie blz. 22).
MC-505 Handleiding Fade-in effecten Door een regelaar op zijn minimumpositie te zetten en hem dan – tijdens de weergave – geleidelijk naar omhoog te schuiven kunt u een Part “infaden”. Grafisch display Door op [TEMPO/MIXER] te drukken roept u een grafisch display op waarin u de stand van iedere regelaar kunt aflezen. TEMPO /MIXER R 1 2 3 4 5 6 7 Geselecteerde Part Met [INC][DEC] kunt u de waarde van de geselecteerde Part in enkelvoudige stappen wijzigen.
Patterns weergeven, Pattern transponeren 4) Draai aan de [TIMING]-regelaar en luister hoe de groove verandert. VELOCITY Draai de regelaar geleidelijk in wijzerzin, weg van de middenstand. U merkt hoe het strakke ritme geleidelijk overgaat in een lichte tot zware “swing”. 5) Wilt u opnieuw de originele groove kiezen, druk dan herhaaldelijk op [QUANTIZE], tot de drie indicators doven. ☞ Meer over Play Quantize vindt u onder ““Groove” van een Pattern wijzigen (Play Quantize)” op blz. 152.. 6.
MC-505 Handleiding 7. Kennismaken met de klanken We stelden reeds (zie blz. 24) dat u een Part van de MC-505 het best kunt vergelijken met een muzikant die een bepaalde partij speelt. Welk instrument die muzikant gebruikt hangt af van de klank die u voor de betreffende Part kiest. De klanken die u in de MC-505 kunt kiezen noemen we Patches. Tenminste voor zover het de Parts 1~7 betreft, want voor de Rhythm Part spreken we van Rhythm Sets.
Kennismaken met de klanken, Rhythm Sets kiezen 5) Druk op [PRESET] in het BANK-gedeelte om de Patch-bank (A~D) te kiezen. Bij iedere druk op [PRESET] kiest u een andere Preset-bank. PATCH Aan de slag PATCH PATCH 6) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel het gewenste nummer (001~128). 7) Speelt op het klaviertje zodat u kunt horen hoe de geselecteerde Patch klinkt. Uiteraard kunt u ook enkele noten op uw MIDI-klavier spelen, indien u er één hebt aangesloten.
MC-505 Handleiding 1) Druk in het DISPLAY-blok op [PATCH] (de indicator licht op). 2) Zorg dat de [PTN CALL] en [RPS] indicators in het KEYBOARD PAD-blok niet oplichten. Lichten ze toch op, druk dan op de relevante knoppen zodat ze doven. 3) Druk op [PART SELECT] (de indicator licht op). 4) Druk op [R] (de indicator licht op) om de Rhythm Part te selecteren. De indicator licht op en het display beeldt de bank, het nummer en de naam af van de Rhythm Set die voor de Rhythm Part is geselecteerd.
Geluid wijzigen met de regelaars, Helderheid van het geluid regelen (Cutoff) 8. Geluid wijzigen met de regelaars 8.1 Helderheid van het geluid regelen (Cutoff) FILTER/AMPLIFIER LPF BPF HPF FUNC PKG RND PAN 2 CUTOFF RESONANCE TONE LEVEL TONE PAN 3 1) Druk op [PART SELECT] en PART [1] om Part 1 te selecteren en kies Patch P:A035 (zie blz. 28). Speel op het klaviertje om de geselecteerde Patch te beluisteren. Laat de Octave Shift-parameter op “-2” staan. 2) Zorg dat de [FUNC]-indicator niet brandt.
MC-505 Handleiding Opmerking: De [RESONANCE]- en [CUTOFF]-regelaars werken afhankelijk van elkaar. Zo zult u merken dat het geluid bij bepaalde Cutoff-instellingen begint te vervormen wanneer u de Resonance-regelaar te ver in wijzerzin draait. Echt leuk wordt het wanneer u aan deze regelaars draait tijdens de weergave van Patterns: 4) Kies Pattern P:014 en schakel alle Parts uit, met uitzondering van de Rhythm Part en Part 2 (zie blz. 24). 5) Druk op [PART SELECT] en PART [1] om Part 2 te selecteren.
Geluid wijzigen met de regelaars, Modulatie toevoegen 4) Draai aan de [DEPTH]-regelaar in het LFO1-blok. Met deze regelaar bepaalt u de intensiteit van de modulatie. FUNC Aan de slag DEPTH RATE 5) Druk op [FUNC] (de indicator licht op) en plaats de [RATE]-regelaar in de positie die in de onderstaande afbeelding is aangegeven. Met deze regelaar wijzigt u de snelheid van de modulatie. Hoe verder naar rechts, hoe sneller.
MC-505 Handleiding 9. Effecten toevoegen Een geluidsmix komt pas echt tot leven wanneer u er enkele effecten aan toevoegt. Gelukkig heeft de MC-505 wat dat betreft een ruim aanbod onder de motorkap. 9.1 Galm toevoegen Door het Reverb-effect (galm) te gebruiken verleent u het geluidsbeeld wat meer diepte.
Effecten toevoegen, Echo toevoegen 8) Door aan de [REVERB TIME]-regelaar te draaien wijzigt u de lengte van de galm. REVERB FUNC Aan de slag REVERB TIME HF DAMP EFX REVERB LEVEL REVERB LEVEL ☞ Meer over de instellingen van het Reverb-effect vindt u onder “Reverb” op blz. 121. 9.2 Echo toevoegen Het Delay-effect herhaalt het geluid, wat “echo’s” oplevert.
MC-505 Handleiding 5) Met de [DELAY LEVEL]-regelaar in het DELAY-blok kunt u nu het Delay-volume voor alle Parts tegelijk regelen. DELAY FUNC DELAY TIME FEEDBACK EFX DELAY LEVEL DELAY LEVEL 6) Druk op [FUNC] (de indicator dooft). 7) Druk herhaaldelijk op [EFFECT SELECT] tot de bovenste indicator oplicht. 8) Door aan de [DELAY TIME]-regelaar te draaien wijzigt u de afstand tussen de herhalingen.
Effecten toevoegen, Andere effecten toevoegen (EFX) 3) Schakel met de regelaars van de PART MIXER ([R]~[7]) EFX voor iedere Part in of uit. Door een regelaar boven de middenpositie te schuiven schakelt u EFX voor die Part in. Door deze regelaar beneden de middenpositie te schuiven schakelt u EFX uit. EFX ON Aan de slag EFX OFF Wilt u het effect even duidelijk horen, schakel dan tijdelijk de niet bewerkte Parts uit, probeer EFX op een andere Part toe te passen.
MC-505 Handleiding Gebruik de bovenstaande werkwijze om kennis te maken met de verschillende effecttypes. REVERB DELAY EFX Reverb Type Delay Type EFX Type ☞ Meer informatie over de beschikbare effecttypes krijgt u onder “EFX-type kiezen” op blz. 127. Effecten in- en uitschakelen Reverb Houd [EFFECT SELECT] ingedrukt en druk in het BANK-blok op [PRESET]. Delay Houd [EFFECT SELECT] ingedrukt en druk in het BANK-blok op [USER]. EFX Houd [EFFECT SELECT] ingedrukt en druk in het BANK-blok op [CARD].
Frases combineren tot nieuwe Patterns (MEGAMIX), Andere effecten toevoegen (EFX) De Megamix-functie stelt u in staat om tijdens de weergave van een Pattern voor bepaalde Parts de partijen van andere Patterns te kiezen. Op die manier bouwt u nieuwe Patterns en maakt u dus in feite een remix! LEVEL PART MIXER PAN KEYSHIFT REVERB DELAY EFX/OUT MEGAMIX 2 3 4 1) Kies het Pattern P:011 en start de weergave (zie blz. 22). Zorg dat alle Parts zijn ingeschakeld.
MC-505 Handleiding 11.Arpeggio’s weergeven De Arpeggiator van de MC-505 maakt van de akkoorden die u speelt notenreeksen die volgens een te kiezen patroon worden weergegeven. ARPEGGIATOR 6 7 FUNC HOLD ON TRANSPOSE ACCENT RATE RANGE 3,10 8,9 1) Kies Pattern P:012 (zie blz. 22). 2) Druk op [PART SELECT] en PART [1] om Part 1 te selecteren en kies Patch P:A017 (zie blz. 28). Speel op het klaviertje om de geselecteerde Patch te beluisteren. Laat de Octave Shift-parameter op “-1” staan.
Arpeggio’s weergeven, Andere effecten toevoegen (EFX) 7) Druk op [FUNC] tot de indicator begint te knipperen. U kunt nu met de [RANGE]-regelaar het toonhoogtebereik aanpassen waarbinnen de arpeggio wordt weergegeven. Draai de regelaar bijvoorbeeld in de positie die in de onderstaande afbeelding is aangegeven. Aan de slag FUNC ACCENT RATE RANGE 8) Druk in het KEYBOARD PAD-blok op [HOLD] (de indicator licht op). De arpeggio blijft nu doorklinken nadat u de klaviertoets(en) loslaat.
MC-505 Handleiding 12.Frases met één toets spelen (RPS) Als u de RPS-functie (Real-Time Phrase Sequence) activeert stuurt u met de toetsen van het klaviertje geen enkelvoudige noten meer aan, maar complete muzikale frases. Onder iedere toets zit een andere frase, zodat u tijdens een live-optreden fill-in’s e.d. kunt aansturen of verschillende frases kunt combineren tot nieuwe Patterns.
Frases met één toets spelen (RPS), Andere effecten toevoegen (EFX) 7) Kies met [INC][DEC] of met het [VALUE]-wiel het gewenste set-nummer. Opmerking: Het kiezen van een RPS-set neemt enkele ogenblikken in beslag. U kunt dit dan ook best doen terwijl de weergave is gestopt, anders is het mogelijk dat het geselecteerde Pattern vertraagt of stilvalt.
MC-505 Handleiding aansturen met de 13.Patterns “DBeam Controller” De “DBeam Controller” is een nieuw soort speelhulp die u bedient door uw hand erover te bewegen. Deze speelhulp kan verschillende functies aansturen voor Patterns en Patches. Opmerking: De DBeam wordt gebruikt in een licentieovereenkomst met Interactive Light, Inc. D BEAM CONTROLLER TURNTABLE CUT+ RESO AD LIB 4 ON 3 2,5 13.
Patterns aansturen met de “DBeam Controller”, “Ad-lib” improvisaties spelen 3) Druk op [TYPE SELECT] tot de CUT+RESO-indicator oplicht. TURNTABLE CUT + RESO AD LIB Opmerking: Bij bepaalde patronen is het mogelijk dat het geluid begint te vervormen. Draai in dat geval de [LOW BOOST]-regelaar in tegenwijzerzin om de lage frequenties af te zwakken, of schakel de [OCTAVE]-functie uit. 13.
MC-505 Handleiding 14.Eenvoudige Patterns maken De MC-505 biedt de volgende drie manieren om een Pattern aan te maken: Opnemen terwijl u speelt: dit noemen we real-time opnemen. Noot-voor-noot in volgorde opnemen: dit noemen we Step-opname 1. Voor iedere noot uit de toonladder de partij stap voor stap opnemen: dit noemen we Step-opname 2.
Eenvoudige Patterns maken, Drums opnemen 14.1 Drums opnemen Gebruik eerst Step-opname 2 om met de Rhythm Part de drums op te nemen.
MC-505 Handleiding Zorg dat de laagste indicator oplicht (om zestiende noten te selecteren). SCALE 6-2. Kies met de PART [R]~[7] knoppen de aanslagwaarde van de noot. Druk op PART [7] om “127” te selecteren. 7) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op een klaviertoets om het ritme-instrument te selecteren. We beginnen met de basdrum op te nemen. Stel de Octave Shift-parameter in op “-1”. Houd vervolgens [SHIFT] ingedrukt en druk op klaviertoets [2] (de C3-toets) om “TR909 Kick 4” te selecteren en weer te geven.
Eenvoudige Patterns maken, Bas en akkoorden opnemen Druk voor het invoeren van de toetsen [1], [5], [9] en [13] op PART [5] om de aanslagwaarde “96” te kiezen. Druk voor de overige toetsen op PART [4] om de aanslagwaarde “80” te kiezen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Hiermee is de slagwerkpartij volledig. Ga, zonder de opname te stoppen, naar het volgende stukje. 14.
MC-505 Handleiding 3-1. Druk op [SCALE] om de nootwaarde te selecteren. Laat de onderste indicator oplichten (daarmee kiest u zestiende noten). SCALE 3-2. Kies met de PART [R]~[7] knoppen de aanslagwaarde van de noot. Druk op PART [6] om “112” te selecteren. 3-3. Kies met de RHYTHM [BD]~[OTHERS] knoppen de duur van de noot. Duur wordt gespecifieerd als een percentage van de nootwaarde (die u in stap 3-1 hebt gespecifieerd). Druk op [TOM/PERC] om de waarde “80%” te kiezen. 4) Voer de noot D2 in.
Eenvoudige Patterns maken, Arpeggio’s opnemen Deze noten wordt ingevoerd zodra u de toetsen loslaat. U kunt nu meteen de volgende noot invoeren.
MC-505 Handleiding Kies de arpeggio-stijl “PORTAMENTO A” en stel de [ACCENT RATE]- en [RANGE]-regelaars in op de posities die in de onderstaande afbeelding worden aangegeven. FUNC FUNC ON DEC INC ACCENT RATE RANGE brandt niet: ACCENT RATE ACCENT RATE RANGE knippert: RANGE Als u deze instellingen hebt gemaakt kunt u met de klaviertoetsen arpeggio’s aansturen die synchroon lopen met de rest van de begeleiding. 3) Druk op [REC].
Eenvoudige Patterns maken, Melodie en geluidseffecten opnemen 2) Blijf [REC] ingedrukt houden van het begin tot het einde van het Pattern. Zolang u [REC] ingedrukt houdt wordt alles wat u had opgenomen gewist. 3) Druk op [REALTIME ERASE] of [EXIT] om terug te keren naar de opname-pagina. U kunt nu een nieuwe poging doen om de arpeggio’s op te nemen. Aan de slag 14.
MC-505 Handleiding Druk nu op [PTN/SONG] om terug te keren naar de Rehearsal-mode. Druk in het SEQUENCER-blok op [METRONOME] om de metronoom in te schakelen. Nu kunt u de melodie oefenen tot u ze onder de knie hebt. 6) Bent u er klaar voor? Druk dan op [REC] om in opname te gaan. 7) Luister naar de overige partijen en speel vanaf maat 1 mee op het klavier.
Eenvoudige Patterns maken, Snare-drum fill-in opnemen 14.5 Snare-drum fill-in opnemen Om de boel wat levendiger te maken voegen we enkele snare-fills toe en nemen we een paar volumewijzigingen op met de Part Mixer.
MC-505 Handleiding 8) Druk op [MIXER SELECT] tot de LEVEL-indicator oplicht. LEVEL PAN KEYSHIFT REVERB DELAY EFX/OUT MEGAMIX 9) Maak met regelaar [7] een fade-in. Ga als volgt te werk: schuif tijdens de maat rust tussen twee herhalingen de regelaar [7] naar de minimumpositie. Vanaf het begin van de volgende herhaling schuift u hem dan geleidelijk omhoog, zodat u aan het eind van de vierde maat het maximumvolume bereikt.
Eenvoudige Patterns maken, Pattern opslaan 4) Maak de volgende instellingen voor de effecten. DELAY Reverb Type Delay Type EFX Met [EFFECT SELECT] en de relevante regelaar kiest u het gewenste type.
MC-505 Handleiding 9) Druk op [ENTER]. In het display verschijnt een prompt die u om bevestiging vraagt (“bent u zeker dat u dit Pattern wilt opslaan?”). Beslist u nu om het Pattern niet op te slaan, druk dan op [EXIT]. 10)Druk nogmaals op [ENTER]. Het Pattern wordt weggeschreven. Zodra dit is gebeurd keert u terug naar het normale display. Opmerking: Schakel de MC-505 nooit uit terwijl er data worden weggeschreven. 14.
Song weergeven, Pattern overdoen 15.Song weergeven DEC INC PAGE SEQUENCER BWD CATEGORY DISPLAY TEMPO /MIXER PTN SET PTN/ SONG BANK RPS SET PRESET USER PATCH REVERB DELAY 4 CARD EFX EXIT 2 /TIE FWD /REST STOP PLAY 6 5 MEASURE REC VALUE ENTER 3 DEMO 1) Druk op [MODE] tot de SONG-indicator oplicht. SONG MODE PTN 2) Druk in het DISPLAY-blok op [PTN/SONG]. De indicator licht op en het display beeldt de bank, het nummer en de naam van de geselecteerde song af.
MC-505 Handleiding 16.Eenvoudige song programmeren Hieronder laten we zien hoe u met het Pattern (U:001) dat u onder “Eenvoudige Patterns maken” hebt geprogrammeerd een eenvoudige song kunt maken. Denk eerst even na over de structuur van de song. Doorgaans is het bedoeling een zekere “opbouw” te creëren door geleidelijk aan meer Parts in te schakelen (met de Part Mute-functie) of het volume van Parts te verhogen (met de Part Mixer).
Eenvoudige song programmeren, Song opslaan 16.1 Song opslaan De song die u zonet hebt voltooid moet u nog opslaan, wilt u hem niet kwijtraken. Aan de slag 1) Stop de weergave van de song. 2) Ga naar het [PTN/SONG]-display. 3) Druk op [WRITE]. WRITE INITIALIZE U komt in de bovenstaande display-pagina terecht. Onder het songnummer verschijnt een “_” (cursor). Beslist u nu om de song niet op te slaan, druk dan op [EXIT].
MC-505 Handleiding Structuurdiagram CURRENT CURRENT BD SD HH CLP CYM TOM/PERC HIT BD OTHERS SD HH LEVEL CLP CYM TOM/PERC HIT OTHERS HIT OTHERS HIT OTHERS PART MIXER PAN KEYSHIFT REVERB DELAY CURRENT EFX/OUT BD SD HH CLP CYM TOM/PERC HIT MEGAMIX OTHERS CURRENT BD SD HH CLP CYM TOM/PERC CURRENT BD SD HH CLP CYM TOM/PERC HIT OTHERS LEVEL PART MIXER PAN KEYSHIFT REVERB DELAY EFX/OUT MEGAMIX CURRENT BD SD HH CLP CYM TOM/PERC HIT OTHERS CURRENT BD SD HH
DEEL II. REFERENTIE 1. Even voorstellen: de MC-505 In “Aan de slag” hebt u reeds kort kennisgemaakt met de structuur van de MC-505. Hier gaan we de zaak iets uitgebreider bekijken: de speelhulpen, de klankbron en het sequencergedeelte. 1.
MC-505 Handleiding Het onderstaande diagram maakt één en ander wat aanschouwelijker. PATCH zen. Voor elk van de acht Parts die de MC-505 rijk is kunt u het volume en de stereopositie aanpassen.
Even voorstellen: de MC-505, Sequencer wordt vrijgehouden (zie “Polyfonie per Part specifiëren (Voice Reserve)” op blz. 199). Pattern ook informatie over klankkeuze en nog een aantal andere parameters. Klankbron Sequencer PTN P:003 1.3 Sequencer Patterns Patterns zijn korte (meestal herhalende) muzikale patronen die door de sequencer worden weergegeven. Het leuke aan de MC-505 is dat u de weergave niet hoeft te onderbreken om een ander Pattern te kiezen.
MC-505 Handleiding Systeemgeheugen Het systeemgeheugen bevat een aantal algemene instellingen voor de MC-505. Die organiseren naast de werking van de klankbron en de sequencer ook de MIDI-huishouding. User-geheugen Het User-geheugen dient om uw eigen instellingen (patronen, klanken, enz.) op te slaan. Het biedt plaats aan 256 Patches, 200 Patterns, 5 songs, 60 RPS-sets en 30 Pattern-sets. Bij levering is de inhoud van de User Patches gelijk aan die van de Preset Patches.
Even voorstellen: de MC-505, Basisbediening ná de wijziging herstellen. De combinatie van deze twee functies maakt het dus eenvoudig om de invloed van een bewerking te beoordelen. Ziehier een aantal handelingen waarvoor u Undo/ Redo kunt gebruiken. ☞ “Pattern editen (Pattern Edit)” op blz. 181. ☞ “Song editen (Song Edit)” op blz. 192. ☞ “Patterns opnemen” op blz. 165. ☞ “Song creëren” op blz. 189. 1) Ga naar de Pattern of Song Select-pagina. 2) Druk op [UNDO/REDO].
MC-505 Handleiding 2. Patterns weergeven 2.1 Weergave 5) Druk op [PLAY] om de weergave van het Pattern te starten. 1) Zorg dat de PTN-indicator oplicht. Druk op [MODE] als dat niet het geval is. PLAY SONG MODE PTN 2) Druk op [PTN/SONG] (de indicator licht op). In het display worden de bank, het nummer en de naam van het geselecteerde Pattern afgebeeld.
Patterns weergeven, Tempo wijzigen Bij gestopte weergave kunt u ook op [STOP] drukken om terug te keren naar het begin van het Pattern. Soms verschijnt er bij gestopte weergave rechtsonder in het NEXT-display een decimaal punt. Dit geeft aan dat u het Pattern ergens midden in de maat hebt gestopt. NEXT “standaardtempo”. Als u vanuit gestopte weergave een nieuw Pattern kiest wordt steeds dit standaardtempo gekozen.
MC-505 Handleiding Parts uitschakelen (Part Mute) 1) Druk op [PART MUTE] (de indicator licht op). De indicators van de PART [R]~[7]-knoppen geven de status van de respectieve Parts aan. 1) Druk op [RHYTHM MUTE] (de indicator licht op). De indicators van de RHYTHM [BD]~[OTHERS]knoppen geven de status van de Rhythm-groepen aan. RHYTHM MUTE PART MUTE Knippert Part is uitgeschakeld. Brandt Part is ingeschakeld. Brandt niet Part bevat geen data.
Patterns weergeven, Transponeren tijdens de weergave (Realtime Transpose) Part geïsoleerd beluisteren (Monitor) Houd [PART MUTE] ingedrukt en druk op de PART-knop voor de Part die u wilt beluisteren. Mute-status van alle Parts uitwisselen (Mute Exchange) Houd [PART MUTE] ingedrukt en druk op [PART SELECT]. Parts die uitgeschakeld zijn (indicator knippert) worden nu ingeschakeld (indicator brandt) en vice versa.
MC-505 Handleiding 4) Speel op het klaviertje – u hoort het geluid van de gekozen Part. Hebt u een MIDI-klavier op de MC-505 aangesloten, dan kunt u ook daarmee de Part aansturen.
Patterns weergeven, Pattern-instellingen wijzigen met de Part Mixer Mogelijke waarden: Patch: P:A001~P:D128, U:A001~U:B128, C:A001~ C:D128 Rhythm Set: P:01~P:26, U:01~U:20, C:01~C:20 Het gekozen nummer en de bijbehorende naam verschijnen in het display. De betreffende Patch (Rhythm Set) is nu geselecteerd. ☞ Een overzicht van de beschikbare Patches/ Rhythm Sets vindt u op blz. 226 en 230.
MC-505 Handleiding ☞ Zie “Parts aan de EFX/uitgangen toewijzen” op blz. 142. Transponeren Met de Key Shift-parameter kunt u iedere Part transponeren. LEVEL Met deze regelaars kunt u ook de effectdiepte voor iedere Part instellen. ☞ “Volume van de Reverb per Part” op blz. 122. ☞ “Volume van de Delay per Part” op blz. 125. ☞ “Parts aan de EFX/uitgangen toewijzen” op blz. 142. +48 PAN KEYSHIFT 2.
Patterns weergeven, Patterns opslaan 3) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de bestemming van de Part. INT (I) De sequencer stuurt de interne klankgenerator van de MC-505 aan. EXT (E) De sequencer stuurt een extern instrument aan via MIDI OUT. BOTH (B) De sequencer stuurt zowel de interne klankgenerator als een extern instrument. Opmerking: Als u “EXT” kiest moet u dus wel een extern instrument aansluiten, anders hoort u de betreffende Part niet.
MC-505 Handleiding Het Pattern wordt weggeschreven. Zodra dit is gebeurd keert u terug naar het normale display. Opmerking: Schakel de MC-505 nooit uit terwijl er data worden geschreven. In een Pattern van de MC-505 worden de volgende parameterwaarden opgeslagen: Standaardtempo (zie blz. 69) Patch-nummer* (zie blz. 72) Part Level* (zie blz. 73) Part Pan* (zie blz. 73) Part Key Shift* (zie blz. 74) Part Reverb Level* (zie blz. 122) Part Delay Level* (zie blz. 125) Part EFX/Output Assign* (zie blz.
Patterns weergeven, Geluid wijzigen met de regelaars (tijdens de weergave) Zodra het Pattern is geïnitialiseerd keert u terug naar het normale display. Het geïnitialiseerde Pattern wordt automatisch opgeslagen. 2.10 Geluid wijzigen met de regelaars (tijdens de weergave) Dit is natuurlijk waar het om, euh… draait bij de MC-505: de regelaars die de voornaamste klankparameters aansturen kunt u ook tijdens de weergave bedienen. De bewegingen die u op die manier uitvoert kunt u bovendien opnemen.
MC-505 Handleiding Opmerking: Het heeft geen zin om hier een uitgeschakelde Tone te selecteren, die luistert toch niet naar de regelaars. Gebruik eerst de relevante knop [BD]~[CLP] om de Tone in te schakelen. 5) Draai aan de regelaars om het geluid te wijzigen. De indicator van de geselecteerde Part begint te knipperen. Geluid van slagwerkinstrumenten wijzigen In de Rhythm Part zit onder iedere toets een ander geluid. Ook deze geluiden kunt u tijdens de weergave door een filter e.d. halen.
Patterns weergeven, Patterns kiezen met de klaviertoetsen (Pattern Set) Als u bij de volgende herhaling van het Pattern de knoppen ongemoeid laat krijgen de opgenomen regelbewegingen opnieuw vrij spel. Dat is ook het geval wanneer u een ander Pattern selecteert. Opmerking: Bekijk de draaiknoppen van de MC-505 eens van dichterbij. U merkt dat op iedere regelaar elf merktekens zijn aangebracht. Zodra u een regelaar voorbij één van deze merktekens draait neemt u voorrang op de opgenomen regelbewegingen.
MC-505 Handleiding de samenstelling van een Pattern Set naar uw hand kunt zetten. Laten we bij wijze van voorbeeld Pattern P:010 aan de geselecteerde Pattern Set toewijzen. Kies, voor u verdergaat, de Pattern Set waarin u een nieuw Pattern wilt toewijzen. 1) Kies Pattern P:010 (zie blz. 68). 2) Zorg dat de [PTN CALL]-indicator oplicht. PTN CALL RPS 3) Houd [PTN CALL] ingedrukt en druk op de klaviertoets waaraan u het Pattern wilt toewijzen.
Zelf klanken maken, Patches maken 3. Zelf klanken maken We hebben al gezien hoe u tijdens de weergave het geluid continu kunt wijzigen met de regelaars. Het is echter ook mogelijk om één bepaalde klank “tot op de Tone nauwkeurig” te wijzigen en deze wijzigingen vast te leggen in een nieuwe Patch of Rhythm Set. De instellingen die u op deze manier kunt aanpassen (editen) noemen we respectievelijk Patch-parameters en Rhythm-parameters. 3.1 Patches maken Algemene werkwijze Kies een Part (1~7).
MC-505 Handleiding Opmerking: Deze methode werkt enkel voor parameters die een overeenkomstige knop of regelaar op het frontpaneel hebben. Naar de edit-pagina gaan zonder de waarde te wijzigen Wilt u een waarde even bekijken zonder ze meteen te wijzigen, houd dan [EDIT] ingedrukt terwijl u aan de regelaar draait. U gaat dan naar de overeenkomstige display-pagina, maar de oorspronkelijke waarde wordt ongemoeid gelaten.
Zelf klanken maken, Patches maken ■ Overige parameters 1) Houd [EDIT] ingedrukt en druk op klaviertoets [1]. U komt terecht in de WAVE-pagina. 2) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en specifieer met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde. EDIT FXM Color (1~4) Kies het type frequentiemodulatie dat u wilt gebruiken. Naarmate u hier een hogere waarde kiest wordt het geluid agressiever. Lagere waarden resulteren in een metalig geluid.
MC-505 Handleiding vervolgens met Fine Tune lichtjes tegenover elkaar te ontstemmen maakt u een vol, zwevend geluid. geval hoort u, naarmate u hogere toetsen indrukt, steeds lagere noten. Toonhoogte ■ Overige parameters +200 1) Houd [EDIT] ingedrukt en druk op klaviertoets [2]. U komt terecht in de PITCH-pagina. 2) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en specifieer met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde.
Zelf klanken maken, Patches maken Waardebereik: [A][D][R]: 0~127; [S]: -63~+63 PITCH FILTER AMP 1) Druk op [ENV SELECT] tot de PITCH-indicator oplicht. 2) Kies met de [DEPTH]-regelaar de gewenste envelope-diepte (-12~+12). + PITCH FILTER A D S R AMP 0 Toonhoogte A + R D Level1=Level2=+63 Level4=0 Time2=0 - DEPTH S Tijd 0 - Toets in Toets uit Hoe hoger de waarde die u kiest, hoe intenser de toonhoogte wordt gemoduleerd. Door negatieve waarden te kiezen keert u de envelope-curve om.
MC-505 Handleiding ENV Depth Zie hierboven. Opmerking: De [S] (Sustain Level) regelaar op het frontpaneel komt overeen met Level3. Velo Sens (-100~+150) Hiermee bepaalt u in welke mate de intensiteit van de Pitch Envelope afhangt van de kracht waarmee u de toetsen aanslaat. Kiest u positieve (+) waarden, dan is de toonhoogtebuiging sterker naarmate u de toetsen harder indrukt.
Zelf klanken maken, Patches maken 1) Zorg dat de [FUNC]-indicator niet brandt. 2) Druk op [FILTER TYPE] om het gewenste type te selecteren. 2) Kies met de [CUTOFF]-regelaar de gewenste afsnijfrequentie (0~127). FUNC Volume CUTOFF TONE LEVEL Frequentie LPF BPF FUNC HPF PKG Hoe het resultaat precies klinkt hangt af van het gekozen filtertype: RND PAN Afsnijfrequentie Het filter is uitgeschakeld. LPF (Low Pass Filter) Meest gangbare type filter.
MC-505 Handleiding Opmerking: Bij sommige golfvormen hoort u helemaal niets meer wanneer u te ver naar rechts draait. Volume Frequentie PKG (Peaking Filter) In dit geval verplaatst u met de [CUTOFF]-regelaar het frequentiegebied dat wordt versterkt. Dat gebied komt hoger te liggen wanneer u naar rechts draait, lager wanneer u naar links draait. In combinatie met een lage afsnijfrequentie en het gebruik van de Low Boost-functie kunnen hoge Resonance-instellingen al eens vervorming opleveren.
Zelf klanken maken, Patches maken Cutoff KF (Cutoff Frequency Key Follow) -100~+200 Met deze parameter maakt u de afsnijfrequentie afhankelijk van de plaats waar u op het klavier speelt. maar naarmate de toon uitsterft worden er dat minder. Met de F-ENV parameters kunt u een curve programmeren die dit nabootst.
MC-505 Handleiding [S] (Sustain Level) Dit is het niveau waarop de afsnijfrequentie niet langer stijgt of daalt. Hoe hoger deze waarde, hoe meer boventonen er blijven doorklinken. 2) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en specifieer met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde. 5 EDIT PAGE [R] (Release Time) Hiermee bepaalt u hoe snel het filter sluit nadat u de toets hebt losgelaten. Hoe hoger de waarde, hoe langer dit duurt.
Zelf klanken maken, Patches maken Opmerking: Deze functie is enkel relevant wanneer u een extern, aanslaggevoelig MIDI-klavier gebruikt. Het ingebouwde klaviertje van de MC-505 is niet aanslaggevoelig. Eenvoudig uitgedrukt zorgen positieve en negatieve waarden dat het geluid respectievelijk helderder en donkerder wordt naarmate u harder aanslaat. We hebben al gezien hoe u met de regelaars op het frontpaneel de “grove contouren” van de envelope kunt regelen.
MC-505 Handleiding 2) Kies met de [TONE PAN]-regelaar de gewenste stereopositie (L64~63R) voor de geselecteerde Tone. 2) Ga met PAGE [<][>] naar de gewenste parameter en kies met [INC][DEC] of met het [VALUE]-wiel de gewenste waarde. FUNC EDIT 6 PAGE RESONANCE REALTIME ERASE TONE PAN Door de regelaar in wijzerzin te draaien plaatst u de Tone meer naar rechts, door hem in tegenwijzerzin te draaien plaatst u de Tone naar links.
Zelf klanken maken, Patches maken Opmerking: Een positieve curve kan nooit in een volumewaarde resulteren die boven het maximumvolume ligt. LWR Bias Level + UPR Bias Level + 0 0 - - C1 Bias Point G9 C1 2) Ga met PAGE [<][>] naar de gewenste parameter en kies met [INC][DEC] of met het [VALUE]-wiel de gewenste waarde.
MC-505 Handleiding Volume laten evolueren (Amplifier Envelope) Het volume van de meeste akoestische instrumenten kent een zeker verloop in de tijd. Zo gaat een pianotoon van hard naar zacht. Bij een orgel daarentegen blijft het volume constant tot u de toets loslaat. Met de A-ENV parameters kunt u een curve programmeren die dit soort verschillen nabootst. Piano Organ Volume Volume + + 0 0 Hoe hoger deze waarde hoe trager het volume daalt.
Zelf klanken maken, Patches maken Velo Curve (1~7) Hiermee bepaalt u volgens welke curve de kracht waarmee u aanslaat wordt vertaald in een volumeenvelope. 1 2 3 4 5 6 7 Velo Sens (-100~+150) Hiermee bepaalt u in welke mate de intensiteit van de Amplifier Envelope afhangt van de kracht waarmee u de toetsen aanslaat. Kiest u positieve (+) waarden, dan wordt de werking van de envelope duidelijker naarmate u de toetsen harder indrukt.
MC-505 Handleiding litude). U hoort daarbij als het ware de “golven” die de lage frequenties van de LFO veroorzaken. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar als u de onderstaande stappen even met ons doorneemt, begrijpt u meteen waarover het gaat. U kunt zowel de LFO RATE (modulatiesnelheid) als de LFO DEPTH (modulatiediepte) aanpassen. Door de LFO naar de toonhoogte te sturen krijgt u een vibrato-effect. Stuurt u hem naar het filter, dan levert dat een WahWah effect op.
Zelf klanken maken, Patches maken Diepte van de toonhoogtemodulatie instellen (LFO1 Pitch Depth) Door de toonhoogte te moduleren creëert u een vibrato-effect. 3) Kies met de [DEPTH]-regelaar de gewenste tremolo-diepte. PITCH FILTER FUNC AMP 1) Zorg dat de [FUNC]-indicator niet oplicht. 2) Druk op [ENV SELECT] tot de PITCH-indicator brandt. 3) Kies met de [DEPTH]-regelaar de gewenste vibrato-diepte.
MC-505 Handleiding Rate Zie “Modulatiesnelheid aanpassen (LFO1 Rate)” op blz. 96. Hier kunt u echter ook de snelheid voor LFO2 kiezen. Delay Time OFF Key Sync Deze parameter bepaalt of de modulatiecyclus van de LFO al dan niet wordt gestart op het moment dat u een toets aanslaat.
Zelf klanken maken, Patches maken Pan Depth (-63~+63) Hiermee laat u de LFO de stereopositie moduleren. Hoe hoger de waarde, hoe intenser de modulatie. Negatieve waarden inverteren de golfvorm, waardoor het “pannen” in omgekeerde richting gebeurt. 2) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en specifieer met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde. EDIT 11 PAGE Tip: Kies voor twee Tones dezelfde modulatiesnelheid en geef ze Pitch Depth-waarden van respectievelijk “+30” en “-30”.
MC-505 Handleiding Type 4 Hier dient het filter van Tone 1 (of 3) voor het bewerken van de combinatie van Tone 1 & 2 of 3 & 4. Vervolgens passeert het geluid de Booster (vervormer) en kan daarna nog een keer gefilterd en “gevormd” worden. Type 5 De Tones worden door de Ring Modulator gestuurd om de boventonen te versterken. De AMP van de eerste Tone bepaalt de balans tussen de twee Tones en ook de diepte van de Ring Modulator. Type 6 De filters zijn in serie geschakeld.
Zelf klanken maken, Patches maken De Ring Modulator is het ideale hulpmiddel bij het maken van metaalachtige klanken met klok- of belachtige timbres. Stretch Tune (OFF, 1, 2, 3) Met deze parameter kunt u de stemming van de Patch iets “uitrekken”, wat betekent dat de lage noten lager en de hoge noten iets hoger dan de “norm” worden gestemd. Dit principe wordt al sinds jaren met veel succes op onze digitale piano’s gebruikt.
MC-505 Handleiding Wat is Portamento? Portamento is een functie die zorgt dat de noten naar elkaar toeglijden. De toonhoogte verandert dus niet meer trapsgewijs (zoals normaal het geval is), maar geleidelijk aan. Denk aan een operazanger die moeite heeft om een hoge noot te bereiken en dus heel snel alle tussenstappen doorloopt. Dit effect kunt u in de Solo-mode gebruiken. Pas het toe op trombone- of koorgeluiden.
Zelf klanken maken, Patches maken deze functie best samen met Portamento. Legato werkt enkel in de SOLO-mode. Volume Solo SW = ON Solo Legato = ON Solo SW = ON Solo Legato = OFF Tijd C4 E4 Toets in Toets in C4 E4 C4 E4 Toets uit Toets in Toets in C4 E4 Toets uit Portamento SW (Switch) Zie “Portamento in- of uitschakelen (Portamento Switch) (On, Off)” op blz. 102. Portamento Mode (Legato, Normal) Hiermee kiest u de werking van het Portamentoeffect.
MC-505 Handleiding 2) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en specifieer met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde. 13 EDIT REALTIME ERASE EDIT 14 REALTIME ERASE 15 EDIT REALTIME ERASE PAGE PAGE L2F Wah door LFO2 (zie blz. 98) L1A Tremolo door LFO1 (zie blz. 98) L2A Tremolo door LFO2 (zie blz. 98) L1p Panning door LFO1 (zie blz. 98) L2p Panning door LFO2 (zie blz. 98) L1R LFO1-snelheid (zie blz. 98) L2R LFO2-snelheid (zie blz.
Zelf klanken maken, Patches maken 2) Druk op [PATCH] om naar de Patch Select-pagina te gaan. Een asterisk “*” links van het Patch-nummer geeft aan dat u de gewijzigde inhoud van die Patch nog niet hebt opgeslagen. Als u een andere Patch kiest gaan die wijzigingen verloren, tenzij u ze eerst bewaart. 3) Druk op [WRITE]. U komt in het onderstaande display terecht. Onder het Patch-nummer ziet u een cursor “_”. opslaan?”). Beslist u nu om de Patch niet op te slaan, druk dan op [EXIT].
MC-505 Handleiding Zodra de kopie is gemaakt keert u terug naar het normale display. Beslist u om toch geen kopie te maken, druk dan op [EXIT] in plaats van op [ENTER]. Hoe u de gekopieerde Patch kunt opslaan leest u onder “Patches opslaan (Patch Write)” op blz. 104. lecteerde Rhythm Set-parameter en de naam en het nummer van de geselecteerde Rhythm Tone te zien. Nootnummer EDIT REALTIME ERASE Naam van de Rhythm Tone Patch Initialize Hiermee initialiseert u een Patch.
Zelf klanken maken, Rhythm Sets maken Basisgolfvorm kiezen (Wave) WAVE bevat een reeks parameters die verband houden met de basisgolfvorm van de klank die u wilt maken. Tone SW (Rhythm Tone Switch) Op deze pagina schakelt u Tones in of uit. Tones die u niet gebruikt schakelt u best uit, anders gebruiken ze nodeloos stemmen (zelfs wanneer u ze niet hoort door bv. hun volume op “0” in te stellen). ■ Basisgolfvorm kiezen (WAVE SELECT) Desgewenst kunt u voor iedere Tone een andere golfvorm kiezen.
MC-505 Handleiding 2) Kies met de [COARSE TUNE]-regelaar de gewenste waarde (-60~+60 halve tonen). 0 FUNC COARSE TUNE FINE TUNE Draai de regelaar in wijzerzin voor een hogere toonaard, in tegenwijzerzin voor een lagere. ■ Fijnstemmen (Fine Tune) Met deze parameter past u de toonhoogte aan in stappen van een één cent (1/100ste van een halve toon). 1) Druk op [FUNC] (de indicator licht op). 2) Kies met de [FINE TUNE]-regelaar de gewenste waarde (-50~+50 cents).
Zelf klanken maken, Rhythm Sets maken Hoe hoger deze waarde hoe trager de toonhoogte stijgt. [D] (Decay Time) Deze parameter bepaalt hoe snel de toonhoogte daalt van zijn maximumwaarde tot het Sustain Level. Hoe hoger deze waarde hoe trager de toonhoogte daalt. 2) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en specifieer met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde. EDIT 3 PAGE REALTIME ERASE [S] (Sustain Level) Dit is het niveau waarop de toonhoogte niet langer stijgt of daalt.
MC-505 Handleiding kunt regelen. De MC-505 heeft echter nog een aantal extra parameters onder de motorkap waarmee u genoemde curve helemaal in detail kunt “uittekenen”. BPF (Band Pass Filter) Dit filter haalt frequenties boven en onder de afsnijfrequentie weg. HPF (High Pass Filter) Frequenties boven de afsnijfrequentie worden doorgelaten. Maakt het geluid scherper, dunner. PKG (Peaking Filter) Dit filter versterkt de boventonen in het gebied rond de afsnijfrequentie.
Zelf klanken maken, Rhythm Sets maken PKG (Peaking Filter) In dit geval verplaatst u met de [CUTOFF]-regelaar het frequentiegebied dat wordt versterkt. Dat gebied komt hoger te liggen wanneer u naar rechts draait, lager wanneer u naar links draait. 2) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en specifieer met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde.
MC-505 Handleiding Waardebereik: 0~127 2) Kies met de [DEPTH]-regelaar de gewenste envelope-diepte (-63~+63). PITCH + FILTER PITCH AMP FILTER AMP 0 Afsnijfrequentie + A D A D S R - DEPTH R Level1=Level2=127 Level4=0 Time2=0 S Tijd 0 Toets in Toets uit Hoe hoger de waarde die u kiest, hoe intenser de afsnijfrequentie wordt gemoduleerd. Door negatieve waarden te kiezen keert u de envelope-curve om.
Zelf klanken maken, Rhythm Sets maken Velo Sens (-100~+150) Hiermee bepaalt u in welke mate de intensiteit van de Filter Envelope afhangt van de kracht waarmee u de toetsen aanslaat. Kiest u positieve (+) waarden, dan wordt de werking van de envelope duidelijker naarmate u de toetsen harder indrukt. Bij negatieve (-) waarden gebeurt het omgekeerde: de envelope wordt minder uitgesproken naarmate u de toetsen harder indrukt.
MC-505 Handleiding ■ Willekeurige stereopositie (Random Pan Switch) De Tones waarvoor u deze functie activeert komen bij iedere noot die u speelt op een andere, willekeurige positie in het stereobeeld terecht. 1) Druk op [FUNC] tot de indicator begint te knipperen. 2) Druk op [RND PAN]. De vier indicators beginnen te knipperen om aan te geven dat Random Pan is ingeschakeld 2) Ga met PAGE [<][>] naar de gewenste parameter en kies met [INC][DEC] of met het [VALUE]-wiel de gewenste waarde.
Zelf klanken maken, Rhythm Sets maken ■ Amplifier Envelope-parameters 1) Druk op [ENV SELECT] tot de AMP-indicator oplicht. 2) Maak met de [A][D][S][R]-regelaars de gewenste curve. Waardebereik: 0~127 U komt terecht in de pagina met A-ENV instellingen. 2) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en specifieer met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde.
MC-505 Handleiding Opmerking: Deze functie is enkel relevant wanneer u een extern, aanslaggevoelig MIDI-klavier gebruikt. Het ingebouwde klaviertje van de MC-505 is niet aanslaggevoelig. We hebben al gezien hoe u met de regelaars op het frontpaneel de “grove contouren” van de envelope kunt regelen. De MC-505 heeft echter nog een aantal extra parameters onder de motorkap waarmee u genoemde curve helemaal in detail kunt “uittekenen”.
Zelf klanken maken, Rhythm Sets maken Opmerking: De Rhythm Tone Delay Level-waarde geldt enkel indien u de Part EFX/Output Assign-parameter op “RHY” instelt. Voorts moet u de waarden van de Delay Level- en Part Delay Level-parameters in de gaten houden. Zijn die erg laag, dan hoort u geen galm, ongeacht de waarde van het Rhythm Tone Delay Level. put Assign van de Rhythm Part op “RHY” in te stellen. ☞ “Parts aan de EFX/uitgangen toewijzen” op blz. 142. ☞ “Totaalvolume van de Delay (Delay Level)” op blz.
MC-505 Handleiding ☞ Zie “Geheugenkaart gebruiken” op blz. 194. 5) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel het nummer. Tip: Door op [UNDO/REDO] te drukken kunt u nu even de naam bekijken van de Patch die op dit moment nog op het gekozen nummer zit. Kunt u die missen, druk dan nogmaals op [UNDO/REDO] om terug te keren naar het vorige display. 6) Druk op PAGE [>]. De cursor komt aan het begin van de tweede displayregel terecht. 7) Geef de Rhythm Set een naam (maximaal 12 karakters).
Zelf klanken maken, Rhythm Sets maken 6) Het display vraagt om bevestiging. 7) Druk nogmaals op [ENTER]. Zodra de Rhythm Tone is geïnitialiseerd keert u terug naar het normale display.
MC-505 Handleiding 120
Effecten, Reverb 4. Effecten De MC-505 bevat 3 ingebouwde effectprocessors, Reverb, Delay en EFX, die onafhankelijk van elkaar werken. PART PART MIXER LEVEL LEVEL PAN PAN KEYSHIFT KEYSHIFT KEYSHIFT REVERB REVERB REVERB DELAY DELAY DELAY EFX/OUT EFX/OUT EFX/OUT MEGAMIX MEGAMIX 4.
MC-505 Handleiding Reverb aan/uit Houd [EFFECT SELECT] ingedrukt en druk op [PRESET] om de Reverb in en uit te schakelen. Als u de Reverb hebt uitgeschakeld komt u in het volgende display terecht: 3) Kies met de [HF DAMP]-regelaar de frequentie waarop de hoge tonen worden afgesneden (200~ 8000 Hz). REVERB FUNC REVERB TIME HF DAMP EFX REVERB LEVEL REVERB LEVEL Deze waarde kunt u niet opslaan in een Pattern.
Effecten, Delay naar omlaag te schuiven minder. Uiteraard komt de stand van de regelaars niet steeds overeen met de instellingen van de geselecteerde Part. Wilt u weten welke waarden er precies zijn ingesteld, druk dan op [TEMPO/MIXER] om naar de Part Mixer-pagina te gaan. Die geeft u een grafisch overzicht van het Reverb Level voor iedere Part. De afgebeelde waarden kunt u wijzigen met [INC][DEC].
MC-505 Handleiding kijken wat het DELAY-blok aan parameters te bieden heeft. Volume Originele noot herhalingen Feedback level Knippert de indicator, druk dan op de knop zodat hij dooft. 2) Druk op [EFFECT SELECT] tot de bovenste indicator oplicht. 3) Kies met de [DELAY TIME]-regelaar het gewenste vertragingsinterval. Tiid DELAY Vertragingsinterval (Delay Time) FUNC DELAY TIME FEEDBACK EFX DELAY LEVEL Delay-type kiezen (Delay Type) DELAY LEVEL U kunt twee types delay kiezen.
Effecten, Delay Knippert de indicator, druk dan op de knop zodat hij dooft. 2) Druk op [EFFECT SELECT] tot de middenste indicator oplicht. 3) Kies met de [FEEDBACK]-regelaar de gewenste waarde (0~+98%). 2) Stel met de regelaars [R]~[7] het Delay-volume voor iedere Part in (0~127).
MC-505 Handleiding 2) Druk op [EFFECT SELECT] tot de onderste indicator oplicht. 3) Kies met de [EFX→ DELAY LEVEL]-regelaar de mate waarin u de EFX van Delay wilt voorzien (0~ 127). DELAY FUNC Druk op [EXIT] als u deze pagina wilt verlaten. Type (SHORT, LONG) Zie “Delay-type kiezen (Delay Type)” op blz. 124. Delay Time Zie “Vertragingsinterval instellen (Delay Time)” op blz. 124. Feedback (0~+98 (%)) Zie “Aantal herhalingen instellen (Feedback Level)” op blz. 124.
Effecten, EFX (verschillende effecten) 4.3 EFX (verschillende effecten) De EFX-processor biedt keuze uit 24 verschillende effecttypes. Met de parameter uit het EFX-blok kunt u die volledig naar uw hand zetten.
MC-505 Handleiding 2) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en specifieer met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde. SHIFT 7 PAGE 4 Band EQ Het gaat hier om een vierbands (hoog, 2x midden en laag) stereo-equalizer waarmee u de klankkleur van het bewerkte signaal kunt veranderen. 4-BAND-EQ Druk op [EXIT] als u deze pagina wilt verlaten.
Effecten, EFX (verschillende effecten) frequenties er worden “meegenomen” (we spreken dan van een smallere bandbreedte). Gain 8.0 0.5 Frequency Peak1 Gain (-15~+15) [CTRL 2] Hiermee versterkt of verzwakt u de middentonen (1). Peak2 Freq, Q en Gain Zie de respectieve parameters voor Peak1. Spectrum (geluid kleuren) Output Level (0~127) [EFX OUTPUT LEVEL] Met deze parameter stelt u het uitgangsniveau van het Spectrum-effect in.
MC-505 Handleiding Overdrive Distortion Dit effect zorgt voor een natuurlijke vervorming die men in de regel associeert met buizenversterkers. OVERDRIVE Dit effect versterkt de onpare harmonischen van het signaal en zorgt zo voor een felle vervorming. DISTORTION Drive Drive Output Pan Output Pan AMP Type AMP Type Output Level Output Level Input Level (0~127) Hiermee past u de ingangsgevoeligheid van het Overdrive-effect aan.
Effecten, EFX (verschillende effecten) Lo-Fi Noise Generator De samples van de MC-505 zijn van een onberispelijke opnamekwaliteit. Maar in bepaalde muziekgenres is dat nu net wat u niet wilt. Het Lo-Fi effect degradeert opzettelijk de geluidskwaliteit tot u die smerige, “organische” sound overhoudt die zo typerend is voor veel moderne dansproducties. Vooral drumloops varen hier wel bij.
MC-505 Handleiding op 45 toeren (EP) en 33 toeren (LP) en willekeurige plaatruis. High Gain (-15~+15) [CTRL 2] Hiermee versterkt of verzwakt u de hoge tonen. Noise Level (0~127) [CTRL 3] Hiermee bepaalt u het aandeel van de “ontvangststoringen” in het totaalgeluid. Output (MONO, STEREO) Hiermee kiest u tussen een mono- of stereo-uitgangssignaal. N Filter (200~8000 Hz, BYPASS) [CTRL 1] Hiermee zet u de klankkleur van de ruis naar uw hand.
Effecten, EFX (verschillende effecten) Compressor Limiter Een compressor dient in de regel voor het verwijderen van volumepieken uit een signaal en voor het ophalen van lage volumes. Toch wordt dit effect ook vaak als dusdanig (als effect dus) gebruikt om een geluid meer “punch” te geven. Dit doet u voornamelijk door de Attack op verschillende manieren in te stellen.
MC-505 Handleiding Slicer Dit effect kapt het geluid “in stukjes”, zo kunt u van tapijten e.d. ritmisch gespeelde partijen maken. AMP ENV Toets in Tip: Door [EDIT] ingedrukt te houden en aan het [VALUE]-wiel te draaien kunt u een Accent-patroon kiezen terwijl u het Timing-patroon bekijkt. Accent Level (0~127) Hiermee past u het volume van de accenten aan. Hoe hoger de waarden, hoe sterker de accenten worden benadrukt.
Effecten, EFX (verschillende effecten) Om nootwaarden of maten te kiezen houdt u [SHIFT] ingedrukt en draait u aan de [CTRL 2 (RATE)]-regelaar. EFX het interval van de gespecifieerde nootwaarde of maat. Om nootwaarden of maten te kiezen houdt u [SHIFT] ingedrukt en draait u aan de [CTRL 2 (RATE)]-regelaar. SHIFT Depth (0~127) [CTRL 1] Hiermee bepaalt u de diepte van de modulatie. CTRL2 Depth (0~127) [CTRL 1] Hiermee bepaalt u de diepte van de modulatie.
MC-505 Handleiding Om nootwaarden of maten te kiezen houdt u [SHIFT] ingedrukt en draait u aan de [CTRL 2 (RATE)]-regelaar. Depth (0~127) [CTRL 1] Hiermee bepaalt u de diepte van de modulatie. Phase (0~180) [CTRL 3] Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het effectsignaal. Filter Type (OFF, LPF, HPF) Hiermee kiest u het filtertype dat op het Choruseffect van toepassing is.
Effecten, EFX (verschillende effecten) High Gain (-15~+15dB) Hiermee kunt u het volume van de hoge effecttonen ophalen of afzwakken. Balance (D100:0E, D:0:100E) Hiermee bepaalt u de balans (de volumeverhouding) tussen het oorspronkelijke en het effectsignaal. Output Level (0~127) [EFX OUTPUT LEVEL] Dit is het uitgangsvolume van het Space D-effect. Tetra Chorus Dit zijn in feite vier “gestapelde” Chorus-effecten, die het geluid nog dieper en breder maken dan een gewone Chorus.
MC-505 Handleiding waarde 0 betekent dat er geen sprake is van Feedback. Phase (0~180) Met deze parameter bepaalt u de spreiding van het effectsignaal. Filter Type (OFF, LPF, HPF) Hiermee kiest u het filtertype dat op het Choruseffect van toepassing is. Een HPF is een filter dat alleen de hoge tonen doorlaat, terwijl een LPF filter alleen de frequenties onder de grenswaarde (Cutoff) doorlaat. Kies “OFF” als u geen filter wilt gebruiken.
Effecten, EFX (verschillende effecten) Short Delay Dit is een Delay die volledig stereo is, wat u dus de mogelijkheid geeft om betrekkelijk complexe herhalingen te programmeren. SHORT-DELAY Time L Time R Low Gain (-15~+15dB) Hiermee kunt u het volume van de lage effecttonen ophalen of afzwakken. Hoe groter deze waarde, hoe meer het laag naar de voorgrond schuift. High Gain (-15~+15dB) Hiermee kunt u het volume van de hoge effecttonen ophalen of afzwakken.
MC-505 Handleiding Bass Sens (OFF, MODE1, MODE2) [CTRL 3] Hiermee synchroniseert u het effect met de timing van de basnoten. OFF Het geluid wordt synchroon met de Ratewaarde gepand. MODE1 De Rate-waarde volgt de timing van de basnoten. MODE2 De panning volgt de timing van de basnoten. Depth (0~127) [CTRL 1] Hiermee bepaalt u de diepte van de modulatie. Low Gain (-15~+15) Hiermee versterkt of verzwakt u de lage tonen. High Gain (-15~+15) Hiermee versterkt of verzwakt u de hoge tonen.
Effecten, EFX (verschillende effecten) Reverb Gate-Reverb Dit is een galmeffect dat onafhankelijk van de “hoofd”-Reverb van de MC-505 werkt. U zou hem dus kunnen gebruiken om het geluid meer te variëren of om bepaalde Tones extra in de verf te zetten. Deze galm sterft niet geleidelijk uit maar wordt abrupt afgesneden.
MC-505 Handleiding Parts aan de EFX/uitgangen toewijzen Opmerking: Als Parts die u wél met de EFX bewerkt quasi onhoorbaar blijken heeft dat doorgaans te maken met een te laag EFX Output Level. U kunt iedere Part individueel naar een uitgang sturen. Daarmee bepaalt u meteen of de Part al dan niet door de EFX wordt gehaald. 1) Druk op [MIXER SELECT] tot de EFX/OUT-indicator oplicht. 2) Bepaal met de Part-regelaars [R]~[7] in welke mate iedere Part van EFX wordt voorzien.
Arpeggiator gebruiken, Arpeggio’s spelen 5. Arpeggiator gebruiken De Arpeggiator van de MC-505 vormt de akkoorden die u speelt om tot arpeggio’s (gebroken akkoorden). Speelt u bijvoorbeeld het onderstaande C majeur akkoord, dan krijgt u een arpeggio te horen van de noten C3, E3, G3, C3, E3, G3… C3 1 E3 2 3 G3 4 5 E3 6 7 C3 8 E3 9 10 G3 11 12 akkoorden aanslaan, de arpeggio gebruikt steeds de noten van het laatstgespeelde akkoord.
MC-505 Handleiding Arpeggio-stijl (Style) Hiermee kiest u de stijl van de arpeggio. U hebt 53 opties. 1) Houd ARPEGGIATOR [ON] ingedrukt en kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de Style. Zolang u deze knop ingedrukt houdt beeldt het display de geselecteerde Style af. ON 144 DEC INC 1/4 Het ritme wordt verdeeld in kwartnoten. 1/6 Het ritme wordt verdeeld in kwartnoot-triolen. 1/8 Het ritme wordt verdeeld in achtste noten. 1/12 Het ritme wordt verdeeld in triolen van achtste noten.
Arpeggiator gebruiken, Geavanceerde parameters SAMBA Typische samba-stijl. Geschikt voor ritmische patronen of baslijnen. TANGO Typische tango-ritmes. Houd de grondnoot, terts en kwint ingedrukt voor het beste resultaat. HOUSE Met deze stijl kunt u House-pianobegeleidingen spelen. Het beste resultaat krijgt u door 3~4 noten ingedrukt te houden.
MC-505 Handleiding ■ Volgorde van de noten (Motif) Met deze parameter bepaalt u de volgorde waarin de Arpeggiator de noten van het akkoord weergeeft. SINGLE UP De noten worden één voor één weergegeven, te beginnen met de laagste noot die u op het klavier indrukt. SINGLE DOWN De noten worden één voor één weergegeven, te beginnen met de hoogste noot die u op het klavier indrukt.
Arpeggiator gebruiken, Gewijzigde Arpeggio opslaan (Arpeggio Write) ■ Shuffle Rate (50~90%) Met deze parameter kunt u de timing van de gearpeggieerde noten verschuiven, zodat er Shuffle patronen ontstaan. Het instelbereik gaat van 50~ 90%. Bij een waarde van 50% staan alle noten even “ver” van elkaar. Naarmate u een hogere waarde kiest wordt het Shuffle effect meer uitgesproken.
MC-505 Handleiding 6. Frases weergeven vanaf het klavier (RPS) RPS (Realtime Phrase Sequence) is een functie waarmee u de partij van een bepaalde Part in een Pattern kunt weergeven door op een klaviertoets te drukken. Het leuke is dat u verschillende “frases” (muzikale partijen) aan verschillende toetsen kunt koppelen om daarmee tijdens de weergave van een Pattern spontane arrangementen te bouwen. U begrijpt dat dit vooral voor live gebruik interessante mogelijkheden opent.
Frases weergeven vanaf het klavier (RPS), Frases opslaan in een RPS Set ☞ U kunt de RPS-frases zowel met het interne klaviertje als met een extern MIDI-klavier aansturen (blz. 206). Maximaal aantal gelijktijdige RPS-frases De MC-505 kan maximaal 8 frases tegelijk weergeven. Gaat het echter om frases die grote hoeveelheden data bevatten, dan kan het zijn dat de weergave een beetje “stottert” of dat er noten worden onderbroken. In dat geval stelt u het best met wat minder simultane frases.
MC-505 Handleiding RPS-registratie van een toets bekijken Als u een toets waaraan een RPS-frase is toegewezen ingedrukt houdt en op [PTN/SONG] drukt kunt u aflezen welk Pattern (nummer, naam) en welke Part aan die toets zijn toegewezen. 4) Kies met de klaviertoetsen de relevante Part-groep. Door op één van de toetsen [1]~[8] te drukken haalt u de instellingen voor de RPS-Parts [1]~[8] in beeld. Door op één van de toetsen [9]~[16] te drukken krijgt u de instellingen voor de RPS-Parts [9]~[16] te zien.
Frases weergeven vanaf het klavier (RPS), RPS Set opslaan (RPS Set Write) 3) Druk op [WRITE]. U komt in het onderstaande display terecht. Onder het RPS Set-nummer ziet u een cursor “_”. WRITE INITIALIZE Referentie Bent u tevreden met de voorgestelde naam en nummer, dan mag u gelijk naar stap (9) gaan. Beslist u nu om de Pattern Set niet op te slaan, druk dan op [EXIT]. 4) Kies de gewenste bank (u kunt in dit geval enkel de User Bank kiezen). 5) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel het nummer.
MC-505 Handleiding 7. “Groove” van een Pattern wijzigen (Play Quantize) Met de Play Quantize functie kunt u de timing van het weergegeven Pattern beïnvloeden. De functie wijzigt dus enkel de starttijden van de noten, niet de noten zelf. De MC-505 biedt drie soorten quantisering, die elk een ander effect op de muziek hebben. Welk type u in een bepaalde situatie kiest hangt af van uw smaak.
“Groove” van een Pattern wijzigen (Play Quantize), Shuffle Quantize zestiende noot, een zestiende noot triool en een tweeëndertigste noot: Druk op [EXIT] om de display-pagina te verlaten. Opmerking: Als u [QUANTIZE] ingedrukt houdt terwijl de GRID-indicator oplicht, dan wordt de huidige resolutie van Grid Quantize in het display afgebeeld. U kunt op dat moment met het [VALUE]-wiel de gewenste resolutie kiezen. Grid Quantize toepassen 1) Geef het Pattern weer dat u wilt quantiseren.
MC-505 Handleiding binair, dus “niet-swingend” quantiseert, vergelijkbaar met Grid Quantize). De waarde 0% plaatst iedere even tel steeds op dezelfde plaats als de voorgaande oneven tel. Met waarden die voldoende afwijken van 0% en 50% krijgt u een hele waaier aan ternaire, “swing Feel” quantiseringen. 05: Dance-Hv-L.Ac slepend/weinig dynamiek 06: Dance-Hv-H.Ac slepend/veel dynamiek 07: Dance-Hv-L.Sw slepend/lichte swing 08: Dance-Hv-H.
“Groove” van een Pattern wijzigen (Play Quantize), Groove Quantize 39: Pops-Nm-L.Sw exact/lichte swing 40: Pops-Nm-H.Sw exact/sterke swing 41: Pops-Hv-L.Ac slepend/weinig dynamiek 42: Pops-Hv-H.Ac slepend/veel dynamiek 43: Pops-Hv-L.Sw slepend/lichte swing 44: Pops-Hv-H.Sw slepend/sterke swing 45: Pops-Ps-L.Ac anticiperend/weinig dynamiek 46: Pops-Ps-H.Ac anticiperend/veel dynamiek 47: Pops-Ps-L.Sw anticiperend/lichte swing 48: Pops-Ps-H.
MC-505 Handleiding 4) Kies met de [TIMING]-regelaar de gewenste “Strength” (0~100%). FUNC 100% 50% 0% TIMING VELOCITY Timing van het sjabloon Met deze parameter bepaalt u in welke mate de noten worden verplaatst naar het timing-interval van het sjabloon dat u kiest. De waarde 100% betekent dat de noot perfect wordt gequantiseerd. Bij de waarde 0% worden er geen noten verplaatst. 5) Druk op [FUNC] (de indicator licht op) en kies met de [VELOCITY] regelaar de gewenste “Velocity Strength” (0~100%).
MEGAMIX: andere partijen kiezen voor een Pattern, Andere frases kiezen 8. MEGAMIX: andere partijen kiezen voor een Pattern Met Megamix kunt u tijdens de weergave van een Pattern voor iedere Part partijen kiezen uit andere Patterns. Op die manier kunt u spontaan een professionele “remix” maken, zonder dat u daarvoor nieuwe Patterns moet programmeren.
MC-505 Handleiding 8.2 Patterns buiten het regelbereik kiezen • Wilt u een Pattern kiezen waarvan het nummer zich buiten het kiesbare bereik bevindt, ga dan als volgt te werk: • 1) Kies de Part waarvoor u het Pattern wilt kiezen. 2) Druk op [PTN/SONG] om naar de Pattern-keuzepagina te gaan. Als u “in Megamix” bent krijgt u nu het onderstaande display te zien, waarin u het nummer en de naam van het geselecteerde Pattern kunt aflezen. • 3) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel het gewenste Pattern.
Functies van de DBeam Controller, DBeam Controller gebruiken 9. Functies van de DBeam Controller De DBeam Controller is een nieuw soort speelhulp dat u bedient door uw hand erover te bewegen. Wat er dan precies gebeurt hangt af van de bestemming (28 mogelijkheden) die u aan de DBeam toekent. Gezien de unieke bediening en het feit dat u verschillende functies tegelijk kunt aansturen maakt de DBeam geluidsmanipulaties mogelijk die u nooit met de knoppen en regelaars zou kunnen uitvoeren.
MC-505 Handleiding Beweegt u uw hand buiten het gevoelige bereik, dan wordt het effect “0”. Opmerking: Welke parameter e.d. u precies stuurt hangt af van de toewijzing van de modulatiehendel binnen de betreffende Patch. Zie “Speelhulpen toewijzen” op blz. 103. 02: Modulation-S(ingle) De DBeam Controller heeft dezelfde functie als de modulatiehendel van een extern MIDI-klavier. De bewegingen van uw hand moduleren in dit geval enkel de geselecteerde Part.
Functies van de DBeam Controller, Beschikbare “Types” 08: Cut+Reso2-S(ingle) De beweging van uw hand stuurt de afsnijfrequentie (Cutoff) en resonantie (Resonance) van de geselecteerde Part. Naarmate uw hand dichter bij de Controller komt daalt de afsnijfrequentie en stijgt de resonantie. Beweegt u uw hand buiten het gevoelige bereik, dan wordt de afsnijfrequentie “127” en de resonantie “0”.
MC-505 Handleiding 14: Cross Dr(u)m Pan De beweging van uw hand doet de stereoposities van de Drum Part en de overige Parts gradueel van plaats wisselen. Beweegt u uw hand buiten het gevoelige bereik, dan blijft het geluid in het midden (waarde “0”). Opmerking: Wilt u opnieuw de originele waarden van het Pattern kiezen, kies dan met [INC][DEC] of met het [VALUE]-wiel opnieuw hetzelfde Pattern. Bij de volgende herhaling hoort u dan opnieuw de originele instellingen.
Functies van de DBeam Controller, Beschikbare “Types” 23: All Mute Door uw hand over de Controller te bewegen schakelt u alle Parts uit. Beweegt u uw hand buiten het gevoelige bereik, dan worden opnieuw de originele aan/uit-waarden gekozen. 24: Turntable 25: Arp(eggio) Range De beweging van uw hand stuurt de octaafligging van de Arpeggiator. Naarmate u uw hand dichter bij de Controller brengt kiest de Arpeggiator een hoger octaaf.
MC-505 Handleiding toonladder kiest u met PAGE [<][>] terwijl u D BEAM CONTROLLER [ON] ingedrukt houdt. De toonhoogte stijgt of daalt, afhankelijk van de Octave Range-waarde. De toonladders waaruit u kunt kiezen zijn dezelfde als voor Adlib1. Toewijzing van de MIDI-commando’s die de DBeam Controller zendt De DBeam Controller kan MIDI-commando’s zenden. Waar die naartoe worden gestuurd bepaalt u met de Local Tx-schakelaar van iedere Part.
Patterns opnemen, Realtime opname 10.Patterns opnemen In dit hoofdstuk laten we u zien hoe u uw eigen muzikale ideeën in een User Pattern kunt opnemen. U kunt dat doen op twee manieren. De eerste is Realtime opnemen, wat inhoudt dat de MC-505 alles net zo onthoudt als u het speelt, zowel noten als regelbewegingen. Het alternatief is Step opname, waarbij u noten en klankdata één voor één invoert. De timing waarmee u dat doet is van geen tel, aangezien nootlengtes e.d. apart worden ingevoerd.
MC-505 Handleiding 1) Druk op [REC]. U komt nu in het opname-pauze display terecht en de [REC] indicator begint te knipperen. REC PAGE ■ Input QTZ (OFF, ) Schat u uw klaviertechnische vaardigheid erg laag in, dan kunt u eventueel alles wat u speelt reeds tijdens de opname quantiseren. Dat heeft het voordeel dat u bij de volgende herhaling van de opnamelus meteen een strakke partij te horen krijgt. Specifieer de kortste nootwaarde die in de op te nemen partij voorkomt.
Patterns opnemen, Realtime opname Count In staat op Wait Note ingesteld De opname begint zodra u iets op het klaviertje of op uw MIDI-klavier speelt, of zodra u het Hold-pedaal indrukt. De indicator op de knop begint te knipperen en u komt in de oefen-status terecht (er wordt niets meer opgenomen): REC Opname start Opmerking: Als u de opname wilt starten door op het klaviertje van de MC-505 te spelen moet u er wel voor zorgen dat de [PTN CALL]- en [RPS]-indicators niet branden.
MC-505 Handleiding Regelbewegingen (Modify Data) opnemen 1) Tref de nodige voorbereidingen voor een opname (zie blz. 165). 2) Start de opname. De [REC]-indicator licht op. Alle regelbewegingen die u nu uitvoert worden onthouden. den er voor die Part data opgenomen. Het is zelfs mogelijk verschillende regelaars tegelijk te bewegen, niets gaat verloren. 3) Start de opname. De [REC]-indicator licht op, en alle regelbewegingen die u uitvoert worden opgenomen.
Patterns opnemen, Realtime opname de regelaars. Als u de metronoom hebt ingeschakeld hoort u deze in de pauzes tussen de herhalingen van het Pattern. Lege maat (1 maat) 2) Zodra u er klaar voor bent mag u de opname starten. De [REC]-indicator licht op. Alle wijzigingen die u aanbrengt door op [TEMPO/MIXER] te drukken en met het [VALUE]-wiel te werken. Opmerking: Tempowijzigingen die u invoert met de [TAP]knop worden niet opgenomen.
MC-505 Handleiding [COARSE TUNE] [FINE TUNE] [CUTOFF] [RESONANCE] [TONE LEVEL] [TONE PAN] [P-ENV DEPTH] [P-ENV A] [P-ENV D] [P-ENV S] [P-ENV R] [F-ENV DEPTH] [F-ENV A] [F-ENV D] [F-ENV S] [F-ENV R] [A-ENV A] [A-ENV D] [A-ENV S] [A-ENV R] [LFO1 P-DEPTH] [LFO1 F-DEPTH] [LFO1 A-DEPTH] [LFO1 RATE] [TIME] [PART LEVEL] [PART PAN] [PART KEY SHIFT] [PART REVERB] [PART DELAY] [PART EFX/OUT] 3) Druk op [REC] om ongewenste data te wissen. Data worden gewist zolang u [REC] ingedrukt houdt.
Patterns opnemen, Step opname Naast deze twee opnamemethodes is er nog een Microscope mode. Zoals de naam al aangeeft, kunt u daarmee microscopisch precieze ingrepen uitvoeren op de opgenomen data. Tijdens een Step-opname kunt u trouwens voortdurend heen en weer gaan tussen de Step Input en Microscope displays. Noten één voor één opnemen (Step opname 1) 5) Druk op [REC] om de opname te starten. De [REC]-indicators lichten op. Het display beeldt de huidige positie af, zoals hierboven uitgelegd.
MC-505 Handleiding gewenste aanslagwaarde overeenkomt. De indicator van de knop die u indrukt licht op. 16 32 48 64 80 96 112 127 ■ Gate Time Ratio Bepaalt hoe lang u de noot wilt laten aanhouden (hoeveel tijd er tussen het begin en het einde van die noot verstrijkt). Deze waarde stelt u in als een percentage van de Step Time. Hoe kleiner de waarde, hoe meer staccato de noten zijn. Bij hogere waarden tendeert u steeds meer richting tenuto (legato) noten.
Patterns opnemen, Step opname Rusten invoeren: Kies een Step Time met de lengte van de gewenste rust en druk op [FWD/REST]. 3 SCALE FWD /REST 3 Noten overbinden: Voer de eerste van de twee noten in die u wilt overbinden en druk vervolgens op [BWD/TIE]. Deze noot wordt nu verbonden met een tweede noot met dezelfde nootlengte. Op die manier kunt u gepunte noten e.d. invoeren. Voorbeeld 1: om een kwartnoot in te voeren kiest u eerst een achtste noot triool en drukt u twee keer op [BWD].
MC-505 Handleiding maat 1, terwijl de weergave zich op de tweede tel van de eerste maat bevindt. Rhythm Part NEXT CURRENT PLAY Noot die wordt ingevoerd Naam van de Rhythm Tone ■ Noot/slagwerkinstrument kiezen Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de klaviertoets waarvoor u een partij wilt opnemen. Zolang u [SHIFT] ingedrukt houdt stuurt u met de klaviertoetsen noten of slagwerkklanken aan, net zoals tijdens het spelen.
Patterns opnemen, Step opname Zolang u ze niet wijzigt behouden Scale, instrumentkeuze en aanslagwaarden die ze hebben (dus die van de vorige noot). U hoeft ze dus enkel te wijzigen als u voor de volgende noot iets anders wilt. Opmerking: De oplichtende klaviertoetsen geven steeds de posities weer waarop de geselecteerde noot (Rhythm Tone) klinkt.
MC-505 Handleiding Complexe ritmes invoeren Door tijdens de opname andere Scale waarden te kiezen kunt u ritmes invoeren die uit complexe combinaties van noten bestaan. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Het display beeldt de huidige positie af in maten, tellen, tikken. 16 3 PLAY 1 2 3 4 5 3 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 3 Opmerking: In deze mode is het niet mogelijk om noten over te binden.
Patterns opnemen, Individuele noten editen (Microscope Edit) Welke data kunt u wijzigen? In de Microscope-mode kunt u de volgende 9 types data (MIDI-commando’s) onder de loep nemen en wijzigen. ■ Noten (Note: C-1~G9; Velo(city): 1~127; Gate (Time): 1~21504) Commando’s die verband houden met noten. ■ Ch A-Touch (0~127) Deze MIDI-commando’s zenden Aftertouch naar een volledig MIDI-kanaal. ■ Tempo Change (20.0~240.0) Deze commando’s sturen tempowijzigingen. Ze worden enkel toegepast in de MUTE CTRL-Part.
MC-505 Handleiding De cursor komt terecht onder de parameterwaarde die u kunt wijzigen. PAGE 3) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde. 4) Druk op [ENTER]. U komt opnieuw in het normale display. Zijn er verschillende parameters die u kunt wijzigen (dat is bijvoorbeeld het geval voor noot-, controleen polyfone aftertouch-commando’s), verplaats dan met [ENTER] of PAGE [<][>] de cursor. Druk op [EXIT] als u deze pagina wilt verlaten en de wijzigingen wilt annuleren.
Patterns opnemen, Individuele noten editen (Microscope Edit) 4) Druk op [ENTER]. Er wordt een event ingevoegd met de standaardwaarden voor het geselecteerde type. In het display kunt u volgen op welke plaats de data terechtkomen. CURRENT NEXT EDIT 5) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter. 6) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde. 7) Druk op [ENTER] om uw keuze vast te leggen. Tip: Kiest u “SysEx”, dan komt u in de onderstaande pagina terecht.
MC-505 Handleiding Ch After Kanaal aftertouch Sys-Ex System Exclusive Tempo Tempo MUTE Mute Card (Memory) De resterende hoeveelheid geheugen op de kaart wordt afgebeeld in KB (Kilobytes). 3) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel of u het geselecteerde type al dan niet wilt zien. 4) Druk op [EXIT] zodra u klaar bent. De data die u hebt uitgeschakeld krijgt u nu niet meer te zien in de Microscope-pagina. 10.
Pattern editen (Pattern Edit), Deel van een Pattern kopiëren (Pattern Copy) 11.Pattern editen (Pattern Edit) In het vorige hoofdstuk hebben we een Pattern opgenomen, maar daarmee is het verhaal niet afgelopen. Ook op reeds opgenomen Patterns kunt u nog een reeks bewerkingen uitvoeren die de inhoud veranderen of verschillende Patterns tot een nieuw Pattern combineren. Opmerking: Wijzigingen aanbrengen gebeurt steeds in het tijdelijk Pattern (U:TMP).
MC-505 Handleiding Het display beeldt de bank en het nummer af van het Pattern waarin u gaat kopiëren. 8) Kies het Pattern waarnaar u wilt kopiëren (P:001~ P:714, U:001~U:200, C:001~C:200). Het display beeldt nu de geselecteerde kopieermode af. 15)Kies de gewenste kopieermode (Copy Mode). Opmerking: Met [PRESET]/[USER]/[CARD] kunt u eventueel een andere bank kiezen. Dit zijn de mogelijkheden: REPLACE De kopie overschrijft (wist) de aanwezige data in de bestemming.
Pattern editen (Pattern Edit), Maten verwijderen (Delete Mes) 2) Houd [EDIT] ingedrukt en druk op klaviertoets [2] om naar de Erase-pagina te gaan. De MC-505 vraagt dat u uw keuze bevestigt. 2 EDIT REALTIME ERASE 10)Druk nogmaals op [ENTER] als u de data wilt wissen. Zodra dat is gebeurd keert u terug naar het vorige display. 3) Kies de Part die u wilt wissen. Opmerking: U kunt ook meerdere Parts tegelijk kiezen. 4) Specifieer vanaf welke maat u wilt beginnen wissen (1~32). 5) Druk op [ENTER].
MC-505 Handleiding Wilt u bijvoorbeeld van maat 4 tot het einde van maat 6 wissen, maak dan de volgende instellingen. 7) Druk op [ENTER]. De MC-505 vraagt om bevestiging van uw keuze. Opmerking: Als u END kiest verlengt u in feite het Pattern, want de maten worden dan na het einde van het Pattern ingevoegd. 5) Druk op [ENTER]. De cursor gaat naar rechts. 6) Specifieer hoeveel maten u wilt invoegen (1~31). Wilt u bijvoorbeeld tussen maat 3 en 4 twee lege maten invoegen, maak dan de volgende instellingen.
Pattern editen (Pattern Edit), Volume van noten wijzigen (Change Velocity) 4) Specifieer de transpositie in stappen van een halve toon (-24~+24). Opmerking: Kiest u “0”, dan wordt er niets getransponeerd. Opmerking: Door twee toetsen in te drukken kiest u het nootbereik dat u wilt transponeren. Doet u dat niet, dan worden alle noten getransponeerd. 5) Druk op [ENTER]. De MC-505 vraagt om bevestiging van uw keuze. 6) Druk nogmaals op [ENTER] om de transpositie uit te voeren.
MC-505 Handleiding Opmerking: Het is niet mogelijk om enkel de Gate Times van een bepaalde reeks maten te wijzigen. De functie bewerkt steeds alle maten van de geselecteerde Part. 5 tikken aftrekken van de Gate Time 35 35 35 40 40 35 40 5 tikken optellen bij de Gate Time 40 45 45 45 45 1) Kies het Pattern kiezen waarin u Gate Times wilt wijzigen. 2) Houd [EDIT] ingedrukt en druk op klaviertoets [7] om naar de Change Gate Time-pagina te gaan.
Pattern editen (Pattern Edit), Onnodige data uitdunnen (Data Thin) MUTE Mute Opmerking: Kiest u NOTE, dan kunt u door twee toetsen in te drukken het te wissen nootbereik specifiëren. 7) Druk op [ENTER]. De MC-505 vraagt om bevestiging van uw keuze. 8) Druk nogmaals op [ENTER] om de data te bewerken. Zodra dat is gebeurd keert u terug naar het vorige display. Om regelbewegingen zoals Pitch Bend en Realtime Modify op te tekenen maakt de MC-505 gebruik van een lange stroom waarden.
MC-505 Handleiding 3) Druk op [STOP] om de weergave van het Pattern stoppen. 4) Houd [EDIT] ingedrukt en druk op klaviertoets [9] om naar de Data Thin-pagina te gaan. EDIT 2) Houd [EDIT] ingedrukt en druk op klaviertoets [11] om naar de Reclock-pagina te gaan. EDIT 11 REALTIME ERASE 9 REALTIME ERASE 3) Kies de Part waarvoor u de timing wilt aanpassen. Opmerking: U kunt ook meerdere Parts tegelijk kiezen. 5) Kies de Part(s) die u wilt bewerken. Opmerking: U kunt ook meerdere Parts tegelijk kiezen.
Song creëren, Song weergeven 12.Song creëren Een Song in de MC-505 is een aaneenschakeling van een reeks Patterns. Bij de weergave doet zo’n Song in feite wat u normaal zelf doet: telkens het Pattern selecteren dat u na het huidige Pattern wilt horen. Op die manier hebt u de handen vrij om iets anders te doen (bijvoorbeeld aan de filterknoppen draaien). Iedere Song kan uit maximaal 50 Patterns bestaan. 12.1 Song weergeven bestaat” op blz. 69 en “Tempo wijzigen” op blz. 69 gelden hier ook.
MC-505 Handleiding 12.2 Song opnemen U kunt ook zelf Songs maken door een reeks Patterns op rij te zetten. 1) Kies de Song die u wilt opnemen. 2) Druk op [REC]. De indicator licht op en de opname start. CURRENT NEXT REC 3) 4) 5) 6) In het CURRENT-display ziet u waar het Pattern terechtkomt. Als u begint op te nemen in een nieuwe Song is dit “1”. Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel het Pattern dat u op de eerste plaats in de song wilt hebben. Druk op [ENTER].
Song creëren, Songs opslaan (Song Write) Met de PAGE [<]-knop verplaatst u de cursor naar links. 9) Druk op [ENTER]. In het display verschijnt een prompt die u om bevestiging vraagt (“bent u zeker dat u deze Song wilt opslaan?”). Beslist u nu om de Song niet op te slaan, druk dan op [EXIT]. 10)Druk nogmaals op [ENTER]. Referentie De Song wordt weggeschreven. Zodra dit is gebeurd keert u terug naar het normale display.
MC-505 Handleiding 13.Song editen (Song Edit) Net zoals u een reeds opgenomen Pattern kunt editen kunt u ook in een bestaande Song nog wijzigingen aanbrengen. Daar waar we voor Patterns editen in stappen van één maat, werken we voor een Song in stappen van één Pattern. De [FWD] en [BWD] knoppen dienen dan ook om in het CURRENT-display door de volgnummers van de Patterns te stappen. Welk Pattern zich op het geselecteerde volgnummer bevindt leest u in het NEXT-display.
Song editen (Song Edit), Patterns invoegen (Insert Pattern) Patterns naar voren schuiven. U kunt deze functie gebruiken om ongewenste Patterns te wissen. P:002 C:001 C:007 In het CURRENT-display ziet u het volgnummer en in het NEXT-display het bijbehorende Pattern-nummer. P:002 C:007 SONG U:01 CURRENT NEXT Delete EDIT 1) Kies de Song kiezen waaruit u data wilt wissen. 2) Houd [EDIT] ingedrukt en druk op toets [3] om naar de Delete Pattern-pagina te gaan.
MC-505 Handleiding 14.Geheugenkaart gebruiken 14.1 Mogelijke toepassingen Op het achterpaneel van de MC-505 vindt u een aansluiting voor een (los verkrijgbare) SmartMedia geheugenkaart. Op zo’n kaart kunt u de volgende data kwijt: 1) Patches en Patterns in de geheugennummers C:A001~C:D128, C:01~C:20 (voor Patches, zie blz. 72) en C:001~C:200 (voor Patterns, zie blz. 68). 2) Alle instellingen van de MC-505 (inclusief systeeminstellingen).
Geheugenkaart gebruiken, Kopie van het interne geheugen op kaart zetten (User Backup) Terwijl de kaart wordt geformateerd krijgt u de volgende melding te zien. 4) Zodra de kaart is geformateerd krijgt u de volgende prompt te zien: Druk op [EXIT] om deze pagina te verlaten. Terwijl de Backup wordt geschreven krijgt u de volgende melding te zien. 5) Zodra Backup is geschreven krijgt u de volgende prompt te zien: Druk op [EXIT] om deze pagina te verlaten.
MC-505 Handleiding 14.5 Backup-bestand van de kaart wissen (Backup Delete) Denkt u een Backup-bestand op de kaart niet meer nodig te hebben? Dan kunt u het wissen om plaats te maken voor andere data (Patterns, Patches). Door het Backup-bestand te wissen verhoogt u de capaciteit van de kaart met 120000 noten. 1) Steek de geheugenkaart met het Backup-bestand in de sleuf. 2) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op toets [15]. U komt terecht in het scherm waarin u kaarten kunt formateren.
Geheugenkaart gebruiken, Kaart dupliceren (Card Duplicate) Kaartslot installeren Bij de MC-505 wordt een kaartslot geleverd dat moet voorkomen dat grijpgrage handen met uw data aan de haal gaan. Dit slot kunt u op de volgend manier installeren: 1) Verwijder met een schroevendraaier de schroeven aan weerszijden van de kaartsleuf. 2) Steek de geheugenkaart in de kaartsleuf. 3) Bevestig het kaartslot met de schroeven die u in stap 1 hebt verwijderd.
MC-505 Handleiding 15.Systeeminstellingen In dit hoofdstuk hebben we het over instellingen die voor de MC-505 in zijn geheel gelden. Voorbeelden hiervan zijn de globale toonhoogte (stemming), de manier van synchroniseren, enz. De instellingen van de systeemparameters hoeft u niet expliciet weg te schrijven; ze worden automatisch bewaard, ook nadat u de MC-505 uitschakelt. Opmerking: Tijdens de weergave van een Pattern of Song hebt u geen toegang tot de systeemparameters. 15.
Systeeminstellingen, Instellingen voor speelhulpen Noot Gelijkzwevende temperatuur Reine Arabische stemming (C) stemming D 0 +4 -2 D# 0 +16 -12 E 0 -14 -51 F 0 -2 -8 F# 0 -10 +43 G 0 +2 -4 G# 0 +14 +47 A 0 -16 0 A# 0 +14 -10 B 0 -12 -49 15.2 Instellingen voor speelhulpen 1) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op toets [10] om naar de CONTROLLER-pagina te gaan.
MC-505 Handleiding Pedaalfunctie kiezen ■ P(e)d(a)l Assign Hiermee specifieert u de functie van het pedaal dat u op de PEDAL-ingang hebt aangesloten: HOLD Het pedaal werkt als een Hold-pedaal. SHIFT Het pedaal heeft dezelfde functie als de [SHIFT]-knop. FUNC Het pedaal heeft dezelfde functie als de [FUNC]-knop. PTN-I Met een druk op het pedaal kiest u het volgende Pattern uit de actieve Pattern Set. TAP Het pedaal heeft dezelfde functie als de [TAP]-knop.
Systeeminstellingen, Sequencer-instellingen Sync Mode Hiermee bepaalt u waar de sequencer zijn tempo- en start/stop-informatie haalt. INT De sequencer volgt zijn eigen Clock en zendt MIDI-Clock commando’s. MIDIClock commando’s uit een extern instrument worden genegeerd. REMOTE Werkt ongeveer op dezelfde manier als “INT”. In dit geval luistert de MC-505 echter ook naar Start/Stop-commando’s uit externe instrumenten.
MC-505 Handleiding Arpeggio’s synchroniseren (Arpeggio Sync) Hiermee kiest u of arpeggio’s al (ON) dan niet (OFF) synchroon met het Pattern worden weergegeven. Bij levering is deze functie ingeschakeld. Schakel de arpeggio’s uit als u ze niet synchroon met het Pattern wilt weergeven. 2) Ga met PAGE [<][>] naar de gewenste parameter en kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de gewenste waarde.
Systeeminstellingen, MIDI-instellingen Verschillende MC-505’s tegelijk gebruiken (Device ID Number) MIDI identificeert instrumenten aan de hand van een Model ID, dat uiteraard voor ieder merk en type anders is. Bij het zenden en ontvangen van System Exclusive-commando’s wordt dit ID-nummer gebruikt om het onderscheid tussen verschillende modellen te waarborgen. Gebruikt u echter twee of meer exemplaren van een bepaald type instrument, dan volstaat het Model ID niet meer om het onderscheid te maken.
MC-505 Handleiding menten worden gezonden (op voorwaarde dat de [TONE SELECT]-indicator niet brandt. Opmerking: Als u een (schuif)regelaar op het frontpaneel beweegt terwijl de [TONE SELECT]-indicator brandt, dan wordt de overeenkomstige waarde voor iedere Tone gezonden als een System Exclusive-commando (hebt u echter alle vier Tones geselecteerd, dan gebeurt hetzelfde als wanneer de [TONE SELECT]-indicator niet brandt).
MIDI, Wat is MIDI? 16.MIDI 16.1 Wat is MIDI? MIDI-connectors Voor het uitwisselen van MIDI-data gebruikt de MC-505 de volgende connectors: MIDI IN Ontvangt gegevens vanuit een ander MIDI-instrument. Bij de MC-505 kunt u hier bijvoorbeeld een extern klavier of een sequencer op aansluiten waarmee u de klanken van de MC-505 wilt aansturen. Zendt gegevens die in het apparaat zelf worden gegenereerd.
MC-505 Handleiding • • • • Meer over de relevante parameters in dit verband vindt u onder: “Ontvangen MIDI-commando’s weer naar MIDI OUT zenden (Thru Function)” op blz. 203. “MIDI-ontvangst voor iedere Part in- of uitschakelen (MIDI Rx Switch)” op blz. 203. “Verbinding tussen het klaviertje en de interne klankbron opheffen (Local Tx Switch)” op blz. 203. “Parts toewijzen” op blz. 74. De MIDI-indicator licht op zodra er MIDI-commando’s worden ontvangen via de MIDI IN-connector.
MIDI, MC-505 verbinden met een workstation (of computer) 2) Zorg dat het RPS-controlekanaal van de MC-505 gelijk is aan het zendkanaal van het externe MIDIklavier (zie blz. 203). U kiest best een RPS-controlekanaal dat nog niet wordt gebruikt door één van de Parts. 3) Druk op [RPS] (de indicator licht op). 4) Druk een toets in op het externe MIDI-klavier om de overeenkomstige RPS-frase aan te sturen. Met de noten B1~D3 stuurt u de RPS-frases van de respectieve toetsen [1]~[16] aan. C1 C2 C3 16.
MC-505 Handleiding 3) Zorg dat het zendkanaal van uw workstation (of MIDI-sequencer software) gelijk is aan het ontvangstkanaal van de Part(s) die u wilt aansturen. Deze configuratie laat bijvoorbeeld toe met de sequencer van het workstation een partij op te nemen die u speelt op het klavier van het workstation, maar weergeeft met de klank van de MC-505. Daarbij kunt u eventueel de regelaars van deze laatste bewegen om de klank tijdens het spelen aan te passen.
MIDI, MIDI-klankmodule aansturen vanuit de MC-505 U hoort nu de samples van de SP-202 ter aanvulling van de geluiden van de MC-505. 5) Schrijf het nieuwe Pattern weg (zie blz. 75). Voorbeeld 2 In het onderstaande voorbeeld stuurt Part 1 het externe MIDI-klavier aan, terwijl Part 7 de SP-202 voor zijn rekening neemt. Remote Kbd = OFF Thru = ON 16.
MC-505 Handleiding tert naar MIDI-commando’s van een externe MIDIsequencer). MIDI IN MIDI OUT Thru = OFF MIDI OUT Sync Out = ON MIDI IN 1) Druk op [MODE] om naar de Pattern-mode te gaan. 2) Stel de Sync Out-parameter in op “ON” (zie blz. 201). 3) Stel de externe sequencer zo in dat hij reageert op MIDI klok-commando’s uit een extern instrument. Raadpleeg hieromtrent de handleiding van die sequencer.
MIDI, Data via MIDI wegschrijven (Bulk Dump) 4) Druk op de [PLAY]-knop van de master om de weergave van de twee MC-505’s synchroon te starten. Regelbewegingen e.d. die u tijdens de weergave op de master uitvoert hebben geen invloed op de slave. 5) Om de weergave op de twee instrumenten te stoppen drukt u op de [STOP]-knop van de master. Deze werkwijze kunt u ook gebruiken om de MC-505 en de MC-303 te synchroniseren. Maak in dit geval van de MC-303 de slave door zijn Sync Mode op “SLAVE” in te stellen.
MC-505 Handleiding 3) Kies met PAGE [<][>] welke parameters u wilt laden. 4) Laad de gewenste data in de sequencer en start de weergave. De sequencer zendt nu de Bulk data. Op de MC-505 krijgt u nu het volgende display te zien; de data worden in het geheugen geladen. Zodra de data zijn geladen komt u in de Receivepagina terecht. 5) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de vorige display-pagina. Het tijdelijk Pattern bevat nu de geladen Setup-, Patch- en Pattern-data.
DEEL III. APPENDIX 1. Kookboek De MC-505 heeft uiteraard heel wat kant en klaar klankmateriaal aan boord, maar één van de onmiskenbare charmes van zo’n gebruiksvriendelijk instrument ligt hem toch in het zelf ontdekken van klanken. Hieronder presenteren we enkele nuttige “basisrecepten” uit het grote analoge kookboek. Opmerking: Parameters waarover we het niet expliciet hebben maken gebruik van de standaardinstellingen, die hoeft u dus niet in te stellen.
MC-505 Handleiding 7) Druk op [SOLO] (de indicator licht op). De klank werkt nu monofoon. 8) Druk op PORTAMENTO [ON] om het Portamento-effect in te schakelen. 9) Zet de [TIME]-regelaar in de positie “10”. Als extraatje kunt u eventueel nog een korte delay toevoegen, of een beetje flanging uit de EFX. Synth Bass Dit is een synthesizerbas op basis van een vervormde vierkantsgolf.
Kookboek Synth Strings Synthesizer-strijkers werken als “tapijt” vaak beter dan “realistische” strijkers. Speel met de onderstaande klank maar eens enkele akkoorden, dan hoort u meteen wat we bedoelen.
MC-505 Handleiding Synth Brass De onderstaande synthesizer-blazers lenen zich uitstekend voor riffs of begeleidingen.
Kookboek 1.2 Voorbeelden van EFX-instellingen “Gedempt” geluid Definitie verbeteren Door middentonen af te zwakken en het laag sterk op te halen creëert u de indruk dat het geluid vanuit een andere kamer komt. Geluid dat u door de Enhancer haalt wordt voorzien van extra hoge tonen, waardoor het meer op de voorgrond komt. Werkt vooral goed op blazers en piano-klanken.
MC-505 Handleiding Lage sample-resolutie Pattern “in mootjes hakken” De onderstaande instellingen bootsen het “grungy” geluid na van een sampler van de eerste generatie – dus met een lage bitresolutie en samplingfrequentie. Ook dit effect bewijst goede diensten op drums en bas, vooral in combinatie met reverb of delay. Met de Slicer kunt u de groove van een Pattern grondig wijzigen. Tijdens de weergave van Pattern P:001 kunt u bovendien met de [CTRL1]-regelaar de Timing PTN-waarde bijsturen.
Kookboek Auto Panning Delay “Omgekeerd” geluid Het onderstaande effect maakt gebruik van de Auto Pan-functie van een korte delay. De herhalingen wisselen iedere maat van plaats in het stereobeeld. Het effect komt beter uit de verf als u de “gewone” Reverb en Delay uitschakelt. Hier gebruiken we een Gate Reverb-effect om een “omgekeerd” geluid te maken. Met de [CTRL3]regelaar (Balance) bepaalt u het aandeel van het directe (niet omgekeerde) geluid.
MC-505 Handleiding 2. Mogelijke problemen Krijgt u geen geluid uit uw MC-505, of lijkt hij om een andere reden niet naar behoren te functioneren? Raadpleeg dan in eerste instantie het onderstaande overzicht. Is het probleem daarmee niet opgelost, neem dan contact op met uw verdeler of met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst. Opmerking: Roland wijst alle verantwoordelijkheid van de hand in zake verloren gegane data of de gevolgen daarvan.
Mogelijke problemen Het globale Reverb Level en/of het Part Reverb Level van individuele Parts staan op “0” ingesteld (zie blz. 122). Het globale Delay Level en/of het Part Delay Level van individuele Parts staan op “0” ingesteld (zie blz. 125). Het EFX Output Level is “0”. De Part EFX/Output Assign-instellingen van iedere Part zijn niet op “EFX” ingesteld (zie blz. 142). Het Rhythm Tone Reverb Level en/of het Rhythm Tone Delay Level van individuele noten staan op “0” ingesteld (zie blz. 122).
MC-505 Handleiding 3. Foutmeldingen Als er iets misgaat met de werking van uw MC-505 krijgt u een foutmelding te zien. Hieronder ziet u wat u bij het verschijnen van een melding moet doen. Oorzaak: Het probleem zit in de MIDI-aansluitingen. → Controleer of de MIDI-kabels goed zijn aangesloten en of er geen defecte exemplaren tussen zitten. Oorzaak: Er werden zoveel MIDI-commando’s tegelijk ontvangen dat de MC-505 ze niet correct kan verwerken.
Foutmeldingen Oorzaak: U kunt geen RPS-frase wegschrijven omdat er verschillende Parts zijn ingeschakeld. → Kies de Part die u als RPS-frase wilt opslaan en schakel alle andere Parts uit. Oorzaak: De kaart die u wilt beschrijven bevat een defect blok, u kunt de Card Duplicate-functie niet gebruiken. → Gebruik een andere kaart. . Oorzaak: U hebt geen type quantisering gekozen. → Druk op [QUANTIZE] om het gewenste quantiser- ingstype te kiezen.
MC-505 Handleiding Golfvormen m List 4.
Golfvormen Groep B Nr Naam Nr Naam Nr Naam Nr Naam Nr Naam 001 SHKR+ MENU 052 R8 Brush CHH 103 TR707 Clap 154 Rap Snare 205 002 808 Maracas 053 Jungle Hat 104 Cheap Clap 155 Jungle Snr 1 206 Synth Snare 003 Maracas 054 PHH MENU 105 Funk Clap 156 Antigua Snr 207 Roll Snare 004 Cabasa Up 055 TR909 PHH 1 106 Little Clap 157 Real Snare 208 KICK MENU 1 005 TechnoShaker 056 TR909 PHH 2 107 Real Clap 1 158 Tiny Snare 1 209 KICK MENU 2 006 TR626 Shaker 0
MC-505 Handleiding 5. Preset Patches Preset A (CC#0 = 81, CC#32 = 0) 226 Nr. Naam Nr. Naam Nr.
Preset Patches Preset B (CC#0 = 81, CC#32 = 1) Nr. Naam Nr. Naam 001: Strong Brass 002: You Can Fly 003: Syn stack 2 004: Dawn Of Man 005: Saw Stack 1 006: Saw Stack 2 007: DLM Stack 008: DOC Stack 009: LN2 Stack 010: Bend Stack 011: Freedom 012: Good Bean 013: JP8000 5th 051: Floating Pad 052: Fancy Pad 053: Strings 1 054: Strings 2 055: Old StringSW 056: Swim Strings 057: Eclip-Str 058: Slow Strings 059: OB Slow Str 060: Syn.Strings1 061: Syn.
MC-505 Handleiding Preset C (CC#0 = 81, CC#32 = 2) 228 Nr. Naam Nr. Naam Nr.
Preset Patches Preset D (CC#0 = 81, CC#32 = 3) Nr.
MC-505 Handleiding 6. Preset Rhythm Sets Preset Rhythm Set List ,Q GH 5K\WKP *URXS NRORP ]LHW X ZHONH NQRS X NXQW LQGUXNNHQ RP GH EHWUHIIHQGH 5K\WKP 7RQH XLW WH VFKDNHOHQ Nootnr.
Preset Rhythm Sets Nootnr.
MC-505 Handleiding Nootnr.
Preset Rhythm Sets Nootnr.
MC-505 Handleiding Nootnr.
Preset Rhythm Sets Nootnr.
MC-505 Handleiding Nootnr.
Preset Patterns 7.
MC-505 Handleiding 238 Nr.
Preset Patterns Drum’n’Bass Nr.
MC-505 Handleiding Nr.
Preset Patterns Nr.
MC-505 Handleiding 8.
RPS Patterns RPS Bass Pattern (maakt gebruik van Part1) Naam BPM Maten RPS Set Klaviertoets Techno Bass 1 Techno Bass 2 Techno Bass 3 Techno Bass 4 Techno Bass 5 Techno Bass 6 Techno Bass 7 Techno Bass 8 Techno Bass 9 Techno Bass 10 Techno Bass 11 Techno Bass 12 Techno Bass 13 Techno Bass 14 Techno Bass 15 Techno Bass 16 Techno Bass 17 Techno Bass 18 Techno Bass 19 Techno Bass 20 D-Bass Bass 1 D-Bass Bass 2 D-Bass Bass 3 D-Bass Bass 4 D-Bass Bass 5 D-Bass Bass 6 D-Bass Bass 7 D-Bass Bass 8 HipHop Bass
MC-505 Handleiding RPS Rhythm Fill in (maakt gebruik van Part1) P:369 P:370 P:371 P:372 P:373 P:374 P:375 P:376 P:377 P:378 P:379 P:380 P:381 P:382 P:383 P:384 P:385 P:386 P:387 P:388 P:389 P:390 P:391 P:392 P:393 P:394 P:395 P:396 P:397 P:398 P:399 P:400 P:401 P:402 P:403 P:404 P:405 P:406 P:407 P:408 P:409 P:410 P:411 P:412 P:413 P:414 P:415 P:416 P:417 P:418 P:419 P:420 P:421 P:422 P:423 P:424 P:425 P:426 P:427 P:428 P:429 P:430 244 Naam BPM Maten RPS Set Klaviertoets BD Fill 1 BD Fill 2 BD Fill
RPS Patterns Naam BPM Maten RPS Set Klaviertoets Snare Fill 29 Snare Fill 30 Snare Fill 31 Snare Fill 32 Snare Fill 33 Snare Fill 34 Snare Fill 35 Snare Fill 36 Snare Fill 37 Snare Fill 38 Snare Fill 39 Snare Fill 40 Snare Fill 41 Snare Fill 42 Snare Fill 43 Snare Fill 44 Snare Fill 45 Snare Fill 46 Snare Fill 47 Snare Fill 48 Tambourine 1 Tambourine 2 Tambourine 3 Tom Fill 1 Tom Fill 2 Tom Fill 3 Tom Fill 4 Tom Fill 5 Tom Fill 6 Tom Fill 7 Tom Fill 8 Tom Fill 9 Agogo Loop 1 Agogo Loop 2 Bell Fill Bon
MC-505 Handleiding RPS Accompaniment (maakt gebruik van Part1) P:492 P:493 P:494 P:495 P:496 P:497 P:498 P:499 P:500 P:501 P:502 P:503 P:504 P:505 P:506 P:507 P:508 P:509 P:510 P:511 P:512 P:513 P:514 P:515 P:516 P:517 P:518 P:519 P:520 P:521 P:522 P:523 P:524 P:525 P:526 P:527 P:528 P:529 P:530 P:531 P:532 P:533 P:534 P:535 P:536 P:537 P:538 P:539 P:540 P:541 P:542 P:543 P:544 P:545 P:546 P:547 P:548 P:549 P:550 P:551 P:552 P:553 246 Naam BPM Maten RPS Set Klaviertoets Brass 1 Brass 2 Brass 3 Brass
RPS Patterns Naam BPM Maten RPS Set Klaviertoets Organ Chord 6 Organ Chord 7 Organ Chord 8 Organ Chord 9 Organ Chord 10 Organ Lead 1 Organ Lead 2 Organ Lead 3 Piano Chord 1 Piano Chord 2 Piano Chord 3 Piano Chord 4 Piano Chord 5 Piano Chord 6 Piano Chord 7 Piano Chord 8 Piano Chord 9 Piano Chord 10 Piano Chord 11 Piano Chord 12 Piano Chord 13 Piano Chord 14 Piano Chord 15 Piano Chord 16 Phono Noise Piano Seq Synth Lead 1 Synth Lead 2 Synth Lead 3 Synth Lead 4 Synth Lead 5 Synth Lead 6 Synth Lead 7 Syn
MC-505 Handleiding P:616 P:617 P:618 P:619 P:620 P:621 P:622 P:623 P:624 P:625 P:626 P:627 P:628 P:629 P:630 P:631 P:632 P:633 P:634 P:635 P:636 P:637 P:638 P:639 P:640 P:641 P:642 P:643 P:644 P:645 P:646 P:647 P:648 P:649 P:650 P:651 P:652 P:653 P:654 P:655 P:656 P:657 P:658 P:659 P:660 P:661 P:662 P:663 P:664 P:665 P:666 P:667 P:668 P:669 P:670 248 Naam BPM Maten RPS Set Klaviertoets Synth Riff 9 Synth Riff 10 Synth Riff 11 Synth Riff 12 Synth Riff 13 Synth Riff 14 Synth Riff 15 Synth Riff 16 Synt
RPS Patterns RPS Hit (maakt gebruik van Part1) Naam BPM Maten RPS Set Klaviertoets Bird Brass Fall 1 Brass Fall 2 Brass Hit Blip Hit 1 Blip Hit 2 Crash Cymbal SFX Hit 1 SFX Hit 2 SFX Hit 3 SFX Hit 4 SFX Hit 5 SFX Hit 7 SFX Hit 8 SFX Hit 9 SFX Hit 10 HipHop Hit 1 HipHop Hit 2 HipHop Hit 3 Happy Hit Industry Hit 1 Industry Hit 2 Industry Hit 3 Industry Hit 4 Industry Hit 5 Industry Hit 6 Industry Hit 7 Industry Hit 8 Orchestra Hit 1 Orchestra Hit 2 Orchestra Hit 3 Orchestra Hit 4 Orchestra Hit 5 Piano D
MC-505 Handleiding 9.
RPS Sets U:10 Ambient Techno (BPM=125) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 U:13 Drum’n’ Bass 3 (BPM=170) Techno Drums 19 Techno Drums 20 Techno Bass 19 Techno Bass 20 Snare Fill 17 BD Fill 5 P:267 P:268 P:327 P:328 P:419 P:373 1 2 3 4 5 6 Perc Fill 2 Perc Loop 2 Synth Pad 6 Synth Riff 19 Synth Seq 14 Synth Seq 15 SFX 12 SFX 13 Piano Delay Bird P:473 P:479 P:596 P:626 P:654 P:655 P:518 P:519 P:704 P:671 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 U:11 Drum’n’ Bass 1 (BPM=170) U:16 HipHop West (BPM=95) D-Bass Dr
MC-505 Handleiding U:19 HipHop Early (BPM=95) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 U:25 Jazz Funk 1 (BPM=125) P:285 P:286 P:345 P:346 P:396 P:458 1 2 3 4 5 6 House Drums 3 House Drums 4 House Bass 3 House Bass 4 Snare Fill 33 Perc Fill 6 P:291 P:292 P:351 P:352 P:435 P:477 1 2 3 4 5 6 Tom Fill 6 Scratch 6 Guitar Chord 3 Synth Riff 25 Piano Chord 3 E.
RPS Sets U:28 Reggae 2 (BPM=155) 1 2 3 4 5 6 Reggae Drums 3 Reggae Drums 4 Reggae Bass 3 Reggae Bass 4 Tom Fill 9 Snare Fill 45 P:303 P:304 P:363 P:364 P:462 P:447 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Snare Fill 46 CHH Fill 4 Piano Chord 13 Organ Chord 9 Organ Chord 10 Guitar Chord 5 Guitar Riff 9 Guitar Riff 10 Brass 3 SFX Hit 10 P:448 P:382 P:574 P:557 P:558 P:535 P:545 P:546 P:494 P:686 U:29 Salsa (BPM=110) Latin Drums 1 Latin Drums 2 Latin Bass 1 Latin Bass 2 P:305 P:306 P:365 P:366 5 6 7 8 Timbales Fil
MC-505 Handleiding 10.
MIDI-implementatie 11.MIDI-implementatie Groove Box Model MC-505 Sound Source section Date : Oct. 30, 1997 MIDI Implementation Chart Transmitted Version : 1.00 Recognized Remarks Function… Basic Channel 'HIDXOW &KDQJHG ; ; ² ² Mode 'HIDXOW 0HVVDJHV $OWHUHG ; ; 0RGH 0RGH 0 ; ² ² Note Number : 7UXH 9RLFH Velocity 1RWH 21 1RWH 2)) ; ; 2 2 After Touch .
MC-505 Handleiding Groove Box Model MC-505 Sequencer section Date : Oct. 30, 1997 MIDI Implementation Chart Transmitted Version : 1.00 Recognized Remarks Function… Basic Channel 'HIDXOW &KDQJHG ² ; Mode 'HIDXOW 0HVVDJHV $OWHUHG 0RGH 201, 2)) 32/< Note Number : 7UXH 9RLFH 7KHUH LV QR EDVLF FKDQQHO ² ; ; ; ² ² ² Velocity 1RWH 21 1RWH 2)) 2 2 2 2 After Touch .
Specificaties 12.Specificaties MC-505: Groovebox ■ Parts 24 Parts (Main: 8+RPS: 16) ■ Maximale polyfonie 64 stemmen ■ Patches Preset: 512 User: 256 Card: 512 ■ DBeam Controller 28 types ■ Display LCD: 16 karakters, 2 lijnen 7 segmenten, 6 karakters (LED) Beat-indicators ■ Effecten Reverb, Delay, EFX (24 types) ■ Stroomvoorziening AC117V, AC230V, AC240V ■ Sequencer Sporen: 8 + Mute Ctrl-spoor Resolutie: 96 tikken per kwartnoot Tempo: 20.0~240.
MC-505 Handleiding 258
Index 13.
MC-505 Handleiding Patches, 63 Initialiseren, 106 Kiezen, 72 Kopiëren, 105 Maken, 81 Opslaan, 104 Patch Remain, 199 Pattern Editen, 181 Initialiseren, 76 Invoegen, 193 Kopiëren, 181 Maken, 165 Opnemen, 165 Opslaan, 75 Overgangen, 168 Verwijderen, 192 Weergeven, 68 Pattern Length, 166 Pattern Set, 79 Pattern Set Write, 80 Pedaal, 200 Phaser, 135 Phonograph, 132 Pianostemming, 101 Pitch, 32, 44, 83, 103, 107 Pitch Bend, 103, 104, 152, 160, 177, 187 Pitch Bend bereik, 116 Pitch Envelope, 84, 108 Play Song, 18