Operation Manual

MC-505 Handleiding
100
Opmerking:
Als u Type 2~10 selecteert en één Tone van een
koppel uitschakelt, dan klinkt de andere Tone automatisch
zoals hij volgens Type 1 zou klinken, ongeacht wat er in het
display wordt afgebeeld. Dit is ook het geval wanneer één van
twee Tones niet klinkt omdat u zijn nootbereik (blz. 101) of
aanslagbereik (blz. 101) hebt beperkt.
Booster 1&2/3&4 (0, +6, +12, +18)
Met deze parameter bepaalt u (voor Tones 1&2 en
3&4 gescheiden) het niveau van de Booster (bij
TYPE 3 of TYPE 4). Hoe groter de waarde, hoe ster-
ker de golfvorm(en) wordt (worden) bewerkt.
Wat is een Booster? (B)
Een Booster is een schakeling die het ingangssignaal
vervormt (misschien herinnert u zich nog die gitaar-
vervormers die dezelfde benaming hadden).
Dit kunt u niet alleen gebruiken voor vervorming,
maar ook voor effecten die lijken op PWM (Pulse
Width Modulation, een bewerking waarbij de har-
monische structuur voortdurend verandert). Voor
dit laatste moet u een uiterst lage (subsonische) fre-
quentie voor WG1 (Tone 1 of 3) instellen en de
toonhoogte van WG2 (Tone 2 of 4) laten variëren
d.m.v. de LFO op de toonhoogte. Het zou ook inte-
ressant zijn om te experimenteren met de Wave Gain
parameter.
Wat is een Ring Modulator? (R)
Ringmodulatie combineert de golfvormen van twee
Tones. Hierdoor ontstaat een nieuwe golfvorm, met
boventonen die niet gelijk zijn aan gehele veelvou-
den van de grondtoon en die niet bestonden in één
van de originele golfvormen (in het algemeen is het
zo dat, wanneer u uitgaat van een golfvorm die geen
sinus is, de boventonen niet gelijkmatig verdeeld zijn
over het totale geluidsspectrum). Hierdoor ontstaan
metaalachtige klanken waarin vaak nauwelijks een
bepaalde toonhoogte te ontdekken is, omdat de
boventonen anders zijn voor iedere mogelijke toon-
hoogte van de golfvorm.
Type 4
Hier dient het filter van Tone 1 (of 3) voor
het bewerken van de combinatie van Tone 1
& 2 of 3 & 4. Vervolgens passeert het geluid
de Booster (vervormer) en kan daarna nog
een keer gefilterd en “gevormd” worden.
Type 5
De Tones worden door de Ring Modulator
gestuurd om de boventonen te versterken. De
AMP van de eerste Tone bepaalt de balans
tussen de twee Tones en ook de diepte van de
Ring Modulator.
Type 6
De filters zijn in serie geschakeld. Het niveau
van de ringmodulatie wordt ingesteld door
de balans tussen de twee Tones te regelen met
de AMP van de eerste Tone.
Type 7
Het gefilterde signaal van de eerste Tone (1 of
3) en dat van de tweede worden samen naar
de Ring Modulator gestuurd. Hierdoor wor-
den nieuwe boventonen aan het geluid toege-
voegd.
Type 8
Beide Tones worden door de Ring Modulator
gestuurd om extra boventonen toe te voegen
en het resultaat wordt gemixt met de origi-
nele tweede Tone. Het niveau van de ringmo-
dulatie wordt ingesteld door de balans tussen
de twee Tones te regelen met de AMP van de
eerste Tone.
Type 9
Beide Tones worden eerst door de respectie-
velijke filters en daarna door de Ring Modu-
lator gehaald – voor extra boventonen. Het
niveau van de ringmodulatie wordt ingesteld
door de balans tussen de twee Tones te rege-
len met de AMP van de eerste Tone.
Type 10
In deze Structure worden de Tones eerst
gefilterd en dan pas naar de Ring Modulator
gestuurd. Met de AMP van de eerste Tone (1
of 3) kunt u de intensiteit van de ringmodu-
latie instellen door het volume van die Tone
te verminderen of op te voeren.
WG1 AMP
WG2
B
WG2
WG1 fungeert als LFO Regelt het uitgangssignaal van WG1
WG1 verschuift
de golfvorm
Hierdoor verschuift het punt
waarop de golfvorm vervormt