Operation Manual

Zelf klanken maken, Patches maken
103
Referentie
deze functie best samen met Portamento. Legato
werkt enkel in de SOLO-mode.
Portamento SW (Switch)
Zie “Portamento in- of uitschakelen (Portamento
Switch) (On, Off)” op blz. 102.
Portamento Type (Time, Rate)
Hiermee bepaalt u de werking van het Portamento-
effect. Time betekent dat de snelheid waarmee de
noten naar elkaar toeglijden, constant is, zelfs al
speelt u grote intervallen. Rate daarentegen betekent
dat de snelheid in functie staat van de afstand tussen
de twee noten.
Portamento Mode (Legato, Normal)
Hiermee kiest u de werking van het Portamento-
effect. Als u Normal kiest, werkt het Portamento-
effect altijd. Legato betekent dat het Portamento-
effect alleen werkt wanneer u gebonden noten speelt
(d.w.z. de volgende noot speelt voordat u de vorige
toets loslaat).
Portamento Start (Pitch, Note)
Met deze parameter stelt u het punt in waar het Por-
tamento effect begint wanneer u een nieuwe noot
speelt, terwijl de “overgang” naar de vorige nog niet
helemaal voltooid is. Als u Pitch kiest, begint het Por-
tamento van de nieuwe noot op de toonhoogte die
de MC-505 reeds bereikt heeft. In de Note stand
daarentegen begint het Portamento-effect op de
toonhoogte van de vorige noot, ook al heeft de
MC-505 die nog niet bereikt.
Time (0~127)
Hier kunt u de snelheid instellen waarmee de noten
naar elkaar toeglijden. Hoe groter de waarde, hoe
lager de snelheid.
Speelhulpen toewijzen
Met de instellingen die we hieronder bespreken
bepaalt u welke speelhulpen (Pitch Bend-hendel,
Modulatiehendel, drukgevoeligheid van het klavier)
van externe MIDI-instrumenten welke Patch-para-
meters op de MC-505 aansturen.
We hebben de relevante parameters gegroepeerd per
speelhulp.
Modulatiehendel
Deze speelhulp is in eerste instantie bedoeld om
vibrato aan te sturen, maar onder CONTROL-MOD
(Control Modulation) kunt u ook andere parame-
ters kiezen.
Pitch Bend-hendel
Hiermee “buigt” u in eerste instantie de toonhoogte,
maar onder CONTROL-MOD (Control Modula-
tion) kunt u ook andere parameters kiezen.
Aftertouch
Door extra druk uit te oefenen op de toetsen kunt u
verschillende parameters aansturen, die u kiest
onder CONTROL-AFTER TOUCH.
Opmerking:
Uiteraard moet uw MIDI-klavier enz. after-
touch zenden, wilt u van deze functie gebruik maken.
1) Houd [EDIT] ingedrukt en druk op klaviertoets
[13], [14] of [15].
Solo SW = ON
Solo Legato = ON
C4 E4 C4 E4
Solo SW = ON
Solo Legato = OFF
C4 E4 C4 E4
Volume
Tijd
Toets in Toets in Toets uit Toets in Toets in Toets uit
PITCH
C4
C4
C5
C5
D4
D4
C4
C5
D4
NOTE
C4 C5 D4
Toonhoogte
Tijd
Toets aan Toets
aan
Toets aan Toets aan Toets
aan
Toets aan
[13]
U komt terecht in de CONTROL/MOD-pagina,
waarin u de parameter kiest die u met de modu-
latiehendel aanstuurt.
[14]
U komt terecht in de CONTROL/PITCH BEND-
pagina, waarin u de parameter kiest die u met de
Pitch Bend-hendel aanstuurt.
[15]
U komt terecht in de CONTROL/AFTER
TOUCH-pagina, waarin u de parameter kiest die
u met de drukgevoeligheid aanstuurt.