Operation Manual

MC-505 Handleiding
108
2) Kies met de [COARSE TUNE]-regelaar de gewenste
waarde (-60~+60 halve tonen).
Draai de regelaar in wijzerzin voor een hogere toon-
aard, in tegenwijzerzin voor een lagere.
Fijnstemmen (Fine Tune)
Met deze parameter past u de toonhoogte aan in
stappen van een één cent (1/100ste van een halve
toon).
1) Druk op [FUNC] (de indicator licht op).
2) Kies met de [FINE TUNE]-regelaar de gewenste
waarde (-50~+50 cents).
Draai de regelaar in wijzerzin voor een hogere toon-
aard, in tegenwijzerzin voor een lagere.
Overige parameters
1) Houd [EDIT] ingedrukt en druk op klaviertoets
[2].
U komt terecht in de PITCH-pagina.
2) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter en
specifieer met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de
gewenste waarde.
Coarse Tune
Zie hierboven.
Fine Tune
Zie hierboven.
Rnd Pitch (Random Pitch Depth) 0~1200
Hiermee bepaalt u in hoever de toonhoogte van
iedere noot willekeurig varieert. Hoe hoger de waar-
de die u kiest, hoe groter de willekeurige toonhoog-
tevariatie. Kiest u “0”, dan blijft de toonhoogte con-
stant.
Toonhoogte laten evolueren (Pitch
Envelope)
De toonhoogte van akoestische slagwerkinstrumen-
ten kent meestal een zeker verloop in de tijd, met
andere woorden een zekere stijging of daling naar het
einde van een toon toe. Met de P-ENV parameters
kunt u een curve programmeren die dit soort toon-
hoogtevariaties imiteert.
Pitch Envelope-parameters
1) Druk op [ENV SELECT] tot de PITCH-indicator
oplicht.
2) Maak met de [A][D][S][R]-regelaars de gewenste
curve.
Waardebereik: [A][D][R]: 0~127; [S]: -63~+63
[A] (Attack Time)
Deze parameter bepaalt de tijd tussen het moment
waarop u de toets indrukt en het moment waarop de
noot zijn maximale toonhoogte bereikt.
FUNC
0
COARSE TUNE
FINE TUNE
0
COARSE TUNE
FINE TUNE
FUNC
REALTIME ERASE
EDIT
2
PAGE
PITCH
FILTER
AMP
RSAD
+
0
-
A
D
S
R
Toonhoogte
Toets in Toets uit
Tijd
Level1=Level2=+63
Level4=0
Time2=0