Operation Manual

Effecten, EFX (verschillende effecten)
127
Referentie
4.3 EFX (verschillende effecten)
De EFX-processor biedt keuze uit 24 verschillende
effecttypes. Met de parameter uit het EFX-blok kunt
u die volledig naar uw hand zetten.
EFX-type kiezen
1) Druk op [EFFECT SELECT].
Zolang u deze knop ingedrukt houdt wordt het gese-
lecteerde EFX Type in het display afgebeeld.
2) Houd [EFFECT SELECT] ingedrukt en kies met de
[EFX OUTPUT LEVEL]-regelaar het gewenste EFX
Type.
U kunt hiervoor ook [EFFECT SELECT] ingedrukt
houden en het [VALUE]-wiel gebruiken.
Er is keuze uit 24 effecttypes:
Opmerking:
In de display-pagina die u onder stap (2) hier-
boven kiest worden de bovenstaande afkortingen afgebeeld
om de effecten aan te duiden.
Welke parameters u kunt instellen hangt volledig af
van het EFX Type dat u selecteert. De voornaamste
parameters kunt u steeds met de [EFX OUTPUT
LEVEL]-regelaar op het frontpaneel instellen. Welke
regelfunctie (CTRL 1/2/3) aan welke parameter is
gekoppeld kunt u zien in het diagram aan het begin
van iedere effectbespreking.
Bij de 4-bands equalizer zijn de functies bijvoorbeeld
als volgt verdeeld:
Zoals steeds kunt u de parameters (met uitzondering
van Part EFX/Output Assign) ook via het display
instellen.
1) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op klaviertoets
[7].
U komt terecht in de EFX-pagina.
4-EQ 4-bands equalizer (wijzigt de klankkleur)
SPCTM Spectrum (kleurt het geluid)
ENHR Enhancer (voegt boventonen toe)
OVER Overdrive (vervormt het geluid lichtjes)
DIST Distortion (vervormt het geluid zwaar)
Lo-Fi Lo-Fi (maakt geluid “slecht”)
NOISE Ruisgenerator
RADIO
Bootst het geluid na van een slecht afge-
stemde radio
PHONO Bootst het geluid na van een vinylplaat
COMP
Compressor (haalt volumepieken uit het sig-
naal)
LIMT
Limiter (begrenst het maximale geluidsni-
veau)
SLICE Slicer (“verknipt” het geluid)
TREMO Tremolo (cyclische volumeveranderingen)
PHASE Phaser (moduleert het geluid)
CHORS Chorus (maakt het geluid breder en dieper)
SP-D
Space-D (maakt het geluid dieper en trans-
paranter)
TETRA Tetra chorus (meervoudige chorus)
EFX
EFX OUTPUT LEVEL
CTRL3
CTRL2
CTRL1
FLANG Flanger (voegt een metalige resonantie toe)
ST-FL
Step Flanger (voegt een metalige resonantie
toe in stapjes)
S-DLY Short Delay (voegt snelle herhalingen toe)
A-PAN
Auto Pan (beweegt het geluid van links naar
rechts)
FB-P
Feedback Pitch Shifter (verschuift de toon-
hoogte)
REV Reverb (galm)
GATE Gate Reverb (Reverb die abrupt eindigt)
EFX
EFX OUTPUT LEVEL
CTRL3
CTRL2
CTRL1
FUNC
FUNC
FUNC
FUNC
High Gain
Peak1 Gain
Low Gain
Output Level