Operation Manual

MC-505 Handleiding
156
4) Kies met de [TIMING]-regelaar de gewenste
“Strength” (0~100%).
Met deze parameter bepaalt u in welke mate de
noten worden verplaatst naar het timing-interval
van het sjabloon dat u kiest. De waarde 100% bete-
kent dat de noot perfect wordt gequantiseerd. Bij de
waarde 0% worden er geen noten verplaatst.
5) Druk op [FUNC] (de indicator licht op) en kies met
de [VELOCITY] regelaar de gewenste “Velocity
Strength” (0~100%).
Met deze parameter bepaalt u in welke mate de
noten worden aangepast aan de aanslagwaarden van
het sjabloon dat u kiest. De waarde 100% betekent
dat de aanslag exact gelijk wordt aan die van het sja-
bloon. Bij de waarde 50% krijgen de noten waarden
die het gemiddelde vormen tussen de originele aan-
slag en die van het sjabloon. Bij de waarde 0% wor-
den den aanslagwaarden niet gewijzigd.
Opmerking:
Als u [QUANTIZE] ingedrukt houdt terwijl de
GROOVE-indicator oplicht, dan wordt het huidige Groove
Quantize sjabloon in het display afgebeeld. U kunt op dat
moment met het [VALUE]-wiel het gewenste sjabloon kie-
zen.
Tips bij het gebruik van Groove-sjablonen
Groove Quantize werkt vooral goed op drums en
bas, instrumenten die de “Groove” van een Song
bepalen. Als u de functie op andere instrumenten
toepast doet u dat best in mindere mate.
Deze sjablonen zijn bedoeld voor tempo’s tussen
120~140 BPM. Wilt u ze met een sneller tempo
gebruiken, zet dan de Strength-parameter op 100%.
Voor een trager tempo kiest u best een Strength
waarde onder 100%.
Bij het gebruik van sjablonen die de muziek van een
“swing feel” voorzien moet u de sterkte van de quan-
tisering aanpassen aan het soort muziek. Een trage
jazz ballad mag u intenser bewerken als een snel be-
bop nummer. Een hoge intensiteit geeft bij snelle
dansmuziek een “kaatsend” effect.
100%
50%
0%
VELOCITY
TIMING
FUNC
Timing van het sjabloon
100% 50%
0%
100% 50%
0%
VELOCITY
TIMING
FUNC
Aanslagwaarde
Aanslagwaarden van het sjabloon