Operation Manual

MC-505 Handleiding
166
1) Druk op [REC].
U komt nu in het opname-pauze display terecht en
de [REC] indicator begint te knipperen.
2) Voordat u begint op te nemen moet u even een aan-
tal parameters instellen, om aan te geven wat voor
Pattern u gaat opnemen.
Er zijn vijf parameters: Beat, Pattern Length, Count
In, Loop Rest en Input QTZ. Deze parameters kiest
u met de PAGE [<][>]-knoppen. Om de gewenste
waarde voor een parameter te kiezen gebruikt u
[INC][DEC] of het [VALUE]-wiel.
Beat (2/4~7/4, 5/8~7/8, 9/8, 12/8, 9/16, 11/16,
13/16, 15/16, 17/16, 19/16)
Hiermee kiest u de maatsoort waarin u wilt opne-
men: 2/4, 3/4 of 4/4.
PTN Length (1~32)
Hiermee bepaalt u de lengte van het Pattern dat u
gaat opnemen: 1~32 maten.
Count In
Hiermee bepaalt u hoe u de opname wilt starten.
Loop Rest (OFF, ON)
Deze parameter moet u inschakelen als u over de
grenzen van Patterns wilt opnemen (zie blz. 168).
Input QTZ (OFF, )
Schat u uw klaviertechnische vaardigheid erg laag in,
dan kunt u eventueel alles wat u speelt reeds tijdens
de opname quantiseren. Dat heeft het voordeel dat u
bij de volgende herhaling van de opnamelus meteen
een strakke partij te horen krijgt. Specifieer de kort-
ste nootwaarde die in de op te nemen partij voor-
komt. Kies “OFF” als u geen quantisering wilt toe-
passen.
Opmerking:
De maatsoort van een Pattern dat reeds i s opge-
nomen kunt u niet meer aanpassen. Ook de lengte (Pattern
Length) van zo’n Pattern kunt u niet meer aanpassen. Wilt u
deze waarden toch aanpassen, dan moet u “met een schone
lei” beginnen en het Pattern initialiseren (Pattern Initialize
blz. 76).
Over de metronoom
Wilt u tijdens het opnemen de metronoom horen,
druk dan op [METRONOME]. Druk nogmaals op
deze knop wanneer u de metronoom weer wilt uit-
schakelen. Met die [METRONOME]-knop kunt u
trouwens steeds de metronoom in- en uitschakelen,
niet enkel tijdens realtime-opname.
“Volume van de metronoom aanpassen (Metro-
nome Level)” op blz. 201.
3) Druk op een PART-knop (de indicator licht op) om
de Part te kiezen die u wilt opnemen.
4) Alle opnameparameters ingesteld? Start dan op één
van de volgende manieren de opname.
Count In staat op 0, 1 of 2 ingesteld
Druk op [PLAY], de opname begint na een aftel, die
u eventueel hoort aftikken door de metronoom
(afhankelijk van de metronoom-parameters).
COUNT 0
De opname begint zodra u op [PLAY]
drukt.
COUNT 1, 2
Als u op [PLAY] drukt begint de weer-
gave één of twee maten eerder. Zodra
het startpunt is bereikt wordt er in
opname gegaan.
WAIT NOTE
De opname begint zodra u iets op het
klavier speelt of het Hold-pedaal
indrukt.
REC
PAGE
PLAY
Aftel: 2 (maat 4/4)
Metronoom
Opname start