Operation Manual

MC-505 Handleiding
176
Complexe ritmes invoeren
Door tijdens de opname andere Scale waarden te kie-
zen kunt u ritmes invoeren die uit complexe combi-
naties van noten bestaan.
Opmerking:
In deze mode is het niet mogelijk om noten over
te binden.
Opmerking:
U kunt Step opname 2 ook gebruiken om de
positie van noten in reeds gemaakte opnames te bekijken.
Houd er wel rekening mee dat alleen noten oplichten die zich
bevinden op punten die thuishoren in het huidig geselecteerde
Scale-raster.
Ook tijdens de opname geldt dat wanneer u een andere Scale
kiest bepaalde noten misschien plots niet meer zichtbaar zijn.
Hebt u bijvoorbeeld een reeks 32ste noten ingevoerd en kiest
u vervolgens een Scale van 16de noten, dan krijgt u de noten
die zich eventueel op de klaviertoetsen 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 of
16 bevinden niet meer te zien.
10.3 Individuele noten editen
(Microscope Edit)
Met editen bedoelen we het wijzigen van bepaalde
parameters, in dit geval de eigenschappen (startpunt,
lengte, enz.) van individuele noten. De MC-505
biedt hiervoor het Microscope display, dat u opent
door tijdens step opname op [REC] te drukken.
Naast de eigenschappen van bestaande noten wijzi-
gen kunt u in dit display ook noten wissen of toevoe-
gen.
1) Ga vanuit de Step-opname pagina naar de Micro-
scope-pagina.
Vanuit Step Recording1
druk op [REC].
Vanuit Step Recording2 druk op [PLAY].
Het display beeldt de huidige positie af in maten, tel-
len, tikken.
Opgenomen noten afbeelden
Door aan het [VALUE]-wiel te draaien kiest u de
posities van opgenomen noten. Het display beeldt
die posities af, terwijl u op het klavier kunt aflezen
welke noten zich op de gekozen positie bevinden.
Door naar links aan het [VALUE]-wiel te draaien
stapt u vooruit door de noten (in de weergaverich-
ting), terwijl u door naar links te draaien telkens een
stap terugzet. U merkt de analogie met vooruit- en
terugspoelen; het is dan ook niet verwonderlijk dat u
in plaats van het [VALUE]-wiel ook de [FWD] en
[BWD] knoppen kunt gebruiken.
Door [SHIFT] ingedrukt te houden terwijl u aan het
[VALUE]-wiel draait verplaatst u de positie telkens
één stapje.
Opmerking:
Een “*” linksboven in het display geeft aan dat
er zich twee of meer MIDI-commando’s op dezelfde plaats
bevinden.
U kunt nu ook met de PART-knoppen een andere
Part kiezen. Kiest u de Rhythm Part, dan kunt u ook
slagwerkinstrumenten kiezen.
2) Keer terug naar de opname-mode:
Step-opname 1
druk op [REC]
Step-opname 2
druk op [PLAY]
Step-opname 1 neemt de draad weer op vanaf de
plaats die u hebt gekozen.
3) Druk op [STOP] om de Microscope-pagina te ver-
laten.
Wilt u het gewijzigde Pattern bewaren, zie dan “Pat-
terns opslaan” op blz. 75.
3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
3 3
Wissen
Toevoe-
gen
Wijzigen
REC
NEXT
CURRENT
PLAY
CURRENT NEXT
CURRENT NEXT CURRENT NEXT
E4
C4D3
G4
96 tikken=
Weergavepositie
Volgende positie
Volgende positie
maat 1
tel 1
tik 24
maat 1
tel 1
tik 85
maat 1
tel 2
tik 30