Operation Manual
Patterns opnemen, Individuele noten editen (Microscope Edit)
177
Referentie
Welke data kunt u wijzigen?
In de Microscope-mode kunt u de volgende 9 types
data (MIDI-commando’s) onder de loep nemen en
wijzigen.
■
Noten (
Note: C-1~G9; Velo(city): 1~127; Gate
(Time): 1~21504)
Commando’s die verband houden met noten.
■
Controlecommando’s (CC# (controlenum-
mer): 0~127, Value: 0~127)
De waarden die u met de regelaars van de MC-505
uitstuurt worden vertaald in controlecommando’s.
Om de verschillende regelaars uit elkaar te houden
wordt gebruik gemaakt van controlenummers.
Rechtsboven in het display kunt u lezen welke func-
tie verbonden is met het geselecteerde controlenum-
mer (zie ook “Controlenummers” op blz. 254).
■
Programmakeuze (PC#: 1~128)
Deze MIDI-commando’s worden gebruikt om klan-
ken (Patches) te kiezen.
De klank die overeenkomt met het programmanum-
mer wordt gekozen.
■
Pitch Bend (-8192~+8191)
Met deze MIDI-commando’s wijzigt u de toonhoog-
te.
■
Poly A-Touch (Note: C-1~G9; Value:0~127)
Deze MIDI-commando’s zenden Aftertouch voor
individuele noten. De noot in kwestie wordt linksbo-
ven in het display afgebeeld.
■
Ch A-Touch (0~127)
Deze MIDI-commando’s zenden Aftertouch naar
een volledig MIDI-kanaal.
■
Tempo Change (20.0~240.0)
Deze commando’s sturen tempowijzigingen. Ze
worden enkel toegepast in de MUTE CTRL-Part.
■
Mute (Part Group: R, P1~P7, BD, SD, HH, CLP,
CYM, TOM/PERC, HIT, OTHERS; Value: OFF,
ON)
Deze commando’s schakelen Parts of Rhythm
Groups in of uit. Ze worden enkel toegepast in de
MUTE CTRL-Part.
■
Sys(tem) Exclusive
Onder deze noemer vallen een aantal MIDI-com-
mando’s die uniek zijn voor de MC-505. Een “ ”
rechts in het display geeft aan wanneer het comman-
do niet op één regel past. In dat geval kunt u met
PAGE [<][>] de rest van het commando in beeld
brengen.
Deze commando’s treft u enkel aan in de MUTE
CTRL Part.
■
No Event
De onderstaande prompt krijgt u te zien als er zich
op de geselecteerde positie geen MIDI-commando
bevindt.
Parameters van een opgenomen
noot wijzigen
1) Kies in de Microscope-pagina met het [VALUE]-
wiel het commando dat u wilt wijzigen.
2) Druk op PAGE [>].