Operation Manual

Patterns opnemen, Individuele noten editen (Microscope Edit)
179
Referentie
4) Druk op [ENTER].
Er wordt een event ingevoegd met de standaardwaar-
den voor het geselecteerde type.
5) Kies met PAGE [<][>] de gewenste parameter.
6) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de
gewenste waarde.
7) Druk op [ENTER] om uw keuze vast te leggen.
Tip:
Kiest u “SysEx”, dan komt u in de onderstaande pagi-
na terecht. Voer met de klaviertoetsen en [ENTER] de
gewenste hexadecimale data in.
Data invoeren met het klavier en de
regelaars
Als u [WRITE] ingedrukt houdt kunt u op een kla-
viertoets drukken om een nootcommando voor die
noot in te voeren (dit commando wordt steeds inge-
voerd met een aanslagwaarde van 112 en een Gate
Time van 24).
Terwijl u die [WRITE]-knop ingedrukt houdt kunt u
ook aan een regelaar draaien om data voor die rege-
laar in te voeren.
Zolang u de knop ingedrukt houdt geeft het display
aan welke parameter u bedient.
Data verplaatsen
1) Kies in de Microscope-pagina met het [VALUE]-
wiel het commando dat u wilt verplaatsen.
2) Houd [SHIFT] en [EDIT] ingedrukt en verplaats
met het [VALUE]-wiel de data.
In het display kunt u volgen op welke plaats de data
terechtkomen.
Data verbergen (View Filter)
In een Pattern dat veel data bevat op zoek gaan naar
een bepaald event doet al snel denken aan de spreek-
woordelijk speld in een hooiberg. In dergelijke geval-
len kunt u met het View Filter zorgen dat slechts
bepaalde data-types in beeld komen. Dat maakt dat
u een stuk gerichter kunt zoeken.
1) Druk in de Microscope-pagina op [MEASURE].
U komt terecht in de View Filter-pagina.
2) Kies met PAGE [<][>] het gewenste data-type.
WRITE
WRITE
CUTOFF
NOTE Noot
PC Programmakeuze
CC Controlecommando
BEND Pitch Bend-commando
Poly After Polyfone aftertouch
EDIT
SHIFT
NEXT
CURRENT
PAGE
MEASURE