Operation Manual

Patterns weergeven, Patterns opslaan
75
Referentie
3) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de
bestemming van de Part.
Opmerking:
Als u “EXT” kiest moet u dus wel een extern
instrument aansluiten, anders hoort u de betreffende Part
niet.
4) Druk op [EXIT] om het display met instellingen te
verlaten.
Parts waarvoor u “EXT” kiest zenden hun MIDI-
data elk op een eigen kanaal. De kanaalverdeling ziet
er als volgt uit:
U kunt een extern instrument via MIDI ook met het
klaviertje van de MC-505 aansturen. Stel de Local Tx
Switch van de betreffende Part in op “EXT”.
Zie “Verbinding tussen het klaviertje en de inter-
ne klankbron opheffen (Local Tx Switch)” op
blz. 203.
2.9 Patterns opslaan
Door in de vorige stukjes Patches te kiezen en Part
Mixer-instellingen te wijzigen hebt u in feite een
nieuw Pattern gecreëerd. Wilt u dit nieuwe Pattern
ook bewaren, dan moet u het opslaan als een User
Pattern.
1) Stop de weergave van het Pattern.
2) Druk op [PTN/SONG] om naar de display-pagina
met Pattern-keuzes te gaan.
3) Druk op [WRITE].
U komt in het onderstaande display terecht. Onder
het Pattern-nummer ziet u een cursor “_”.
Bent u tevreden met de voorgestelde naam en num-
mer, dan mag u gelijk naar stap (9) gaan.
Beslist u nu om het Pattern niet op te slaan, druk dan
op [EXIT].
4) Druk op [USER] of [CARD], naar gelang de bank
waarin u het Pattern wilt opslaan.
Opmerking:
CARD-banken kunt u enkel selecteren als er een
geheugenkaart in de MC-505 steekt.
Zie “Geheugenkaart gebruiken” op blz. 194.
5) Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel het
nummer.
Door op [UNDO/REDO] te drukken kunt u nu even
de naam bekijken van het Pattern dat op dit moment
nog op het gekozen nummer zit. Vindt u een Pattern
dat u kunt missen, druk dan nogmaals op [UNDO/
REDO] om terug te keren naar het vorige display.
6) Druk op PAGE [>].
De cursor komt aan het begin van de tweede display-
regel terecht.
7) Geef het Pattern een naam.
Kies met [INC][DEC] of het [VALUE]-wiel de
gewenste tekens. Dit zijn de mogelijkheden:
Spatie, A~Z, a~z, 0~9, ! ” # $ % ’ ( ) * + , _ . / : ; < =
> ? @ [ ¥ ] ^ _ ‘ { | }
8) Herhaal stap 6~7 tot de naam van het Pattern vol-
ledig is.
Met de PAGE [<]-knop verplaatst u de cursor naar
links.
9) Druk op [ENTER].
In het display verschijnt een prompt die u om beves-
tiging vraagt (“bent u zeker dat u dit Pattern wilt
opslaan?”). Beslist u nu om het Pattern niet op te
slaan, druk dan op [EXIT].
10)Druk nogmaals op [ENTER].
INT (I)
De sequencer stuurt de interne klankgene-
rator van de MC-505 aan.
EXT (E)
De sequencer stuurt een extern instru-
ment aan via MIDI OUT.
BOTH (B)
De sequencer stuurt zowel de interne
klankgenerator als een extern instrument.
Rhythm Part kanaal 10
Part 1 kanaal 1
Part 2 kanaal 2
Part 3 kanaal 3
Part 4 kanaal 4
Part 5 kanaal 5
Part 6 kanaal 6
Part 7 kanaal 7
WRITE
INITIALIZE