Operation Manual

MC-505 Handleiding
98
Rate
Zie “Modulatiesnelheid aanpassen (LFO1 Rate)” op
blz. 96. Hier kunt u echter ook de snelheid voor
LFO2 kiezen.
Tempo Sync
Deze parameter bepaalt of de modulatiefrequentie
van de LFO al dan niet wordt gesynchroniseerd met
het tempo van het Pattern.
Key Sync
Deze parameter bepaalt of de modulatiecyclus van
de LFO al dan niet wordt gestart op het moment dat
u een toets aanslaat.
Opmerking:
Als u de Key Sync-parameter inschakelt wordt
de vibrato dus voor iedere noot opnieuw gestart. Dat levert
levendige partijen op voor bv. strijkers, aangezien die “in het
echte leven” ook nooit perfect synchroon “vibreren”. Voor
synthesizerklanken e.d. kan gesynchroniseerde vibrato (Key
Sync Off) dan weer wél werken. U laat de synchronisatie ook
best uitgeschakeld als u Tempo Sync gebruikt, zodat deze
parameters elkaar niet voor de voeten lopen.
Fade Mode
Hiermee kiest u hoe het LFO-effect wordt toegepast:
Delay Time (0~127)
Deze parameter heeft verschillende functies, naar
gelang de Fade Mode die u hebt gekozen (zie de
afbeelding hierboven):
Fade Time (0~127)
Hiermee specifieert u hoe lang de LFO erover doet
om, na het verstrijken van de Delay Time, zijn maxi-
mumwaarde te bereiken. Hoe hoger de waarde hoe
langer dit duurt.
Offset (-100~+100)
Deze parameter “verschuift” de LFO-golfvorm
omhoog (positieve waarden) of omlaag (negatieve
waarden) ten opzichte van de centrale waarde (toon-
hoogte, afsnijfrequentie, enz.).
Pitch Depth
Zie “Diepte van de toonhoogtemodulatie instellen
(LFO1 Pitch Depth)” op blz. 97.
Filter Depth
Zie “Diepte van de filtermodulatie instellen (LFO1
Pitch Depth)” op blz. 97.
Amp Depth
Zie “Diepte van de volumemodulatie instellen
(LFO1 Pitch Depth)” op blz. 97.
ON
De modulatiesnelheid wordt gesynchroniseerd.
U kunt de LFO Rate-parameter specifiëren als
een nootwaarde.
OFF
De modulatiesnelheid hangt uitsluitend af van
de LFO Rate-waarde en wordt dus niet gesyn-
chroniseerd met het tempo.
ON
De modulatiecyclus wordt gestart op het
moment dat u een toets indrukt.
OFF
De modulatiecyclus wordt niet opnieuw gestart
op het moment dat u een toets indrukt.
OnI
(On-In)
De LFO-modulatie zwelt geleidelijk aan als
u een toets indrukt.
OnO
(On-Out)
Het effect wordt onmiddellijk toegepast als
u een toets indrukt en ebt daarna geleide-
lijk weg.
OfI
(Off-In)
De modulatie zwelt langzaam aan nadat u
de toets hebt losgelaten.
OfO
(Off-Out)
De modulatie is van kracht zolang u de
toets ingedrukt houdt en sterft uit nadat u
de toets loslaat.
ON
OFF
Toets in Toets in Toets in
OnI
Specifieert de tijd tussen het indrukken van de
toets en het begin van de modulatie.
OnO
Specifieert hoe lang de modulatie duurt nadat u
de toets hebt ingedrukt.
OfI
Specifieert de tijd tussen het loslaten van de
toets en het begin van de modulatie.
OfO
Specifieert hoelang de LFO blijft doorgaan
nadat u de toets hebt losgelaten.
Delay
Time
Fade
Time
LFO
Depth
OnI OnO
OfI OfO
Delay
Time
Fade
Time
LFO
Depth
Delay
Time
Fade
Time
LFO
Depth
Delay
Time
Fade
Time
LFO
Depth
Toets in Toets uit
0
+
-