Operation Manual

24
Opslaan en laden van gecreëerde tonen (Memory Mode)
Over TAP DELAY
Als DELAY op ON staat en een patch met TYPE instelling
 TAP DELAY opgeroepen wordt, dan zal de huidig
geselecteerde genummerde pedaalindicator knipperen, en
kunt u de delaytijd (p.16) met behulp van de tap input
instellen.
Veranderen van patch
instellingen (Patch Edit Mode)
Gebruik de volgende procedure bij het bewerken van de
instellingen van een patch, die u opgeroepen heeft.
fig.0320
1. Ga naar de patch, waarvan u de instellingen wilt
bewerken (p.22).
2. Druk op [EDIT/EXIT].
De MEMORY indicator knippert, en het bewerken van
de patch instellingen is mogelijk (Patch Edit Mode).
3. Gebruik de knoppen en pedalen om de instellingen te
veranderen.
Als de instellingen veranderd zijn, zal de indicator voor
het veranderde effect knipperen (behalve MASTER en
NOISE SUPPRESSOR).
Als er een verschil is tussen de huidige knop positie en
de opgeslagen parameter in de patch, dan begint de
verandering in parameter op het punt waar de knop
voorbij gaat aan de positie die gelijk is aan de
opgeslagen parameterwaarde.
4. Als u de inhoud van uw bewerkingen wilt opslaan,
voer dan de Write procedure (p.22) uit.
* Drukken op [EDIT/EXIT] schakelt over naar Memory modus
zonder instellingen op te slaan.
* Als het apparaat niet in Patch Edit modus verkeert, kunt u de
volgende effecten niet aan- of uitzetten, en kunt u geen KICK
DRUM geluiden selecteren:
* Filter/tone
* Drive/synth
* Delay/modulation
U kunt een voetpedaal gebruiken om het DELAY/
MODULATION tempo in te stellen. Kijk voor meer
informatie bij “Het voetpedaal toepassen” (p.26).
21 4
1