Operation Manual

9
Een nieuwe Style creëren
Hier ziet u hoe de uitvoeringsdata van de Style verwijderd
wordt, en opnieuw op de gespecificeerde waardes wordt
ingesteld.
1. Druk op [MENU] zodat de knop verlicht is.
2. Gebruik [ ] [ ] om ‘Style Composer’ te selecteren, en
druk op [ENTER].
Het STYLE COMPOSER scherm verschijnt.
3. Druk op [1] (STYLE INIT).
Het Style Initialize venster verschijnt.
4. Gebruik [ ] [ ] om de parameter waarvan u de instel-
ling wilt veranderen te selecteren, en gebruik de VALUE
draaiknop om de waarde te veranderen.
5. Gebruik [ ] [ ] om de cursor naar ‘INIT’ te verplaat-
sen en druk op [ENTER].
Een bevestigingsscherm verschijnt.
6. Druk op [ENTER] om de initialisatie uit te voeren.
Om naar het vorige scherm terug te keren zonder iets te
initialiseren, drukt u op [EXIT].
Nadat het initialiseren is voltooid, zal het STYLE
COMPOSER scherm verschijnen, en zullen alle divisie
indicaties in ‘•’ veranderen.
U kunt hiervoor twee opnamemethodes gebruiken: realtime
Recording of Step recording. Selecteer de methode die het
meest geschikt is voor uw situatie.
1. Als u een nieuwe Style helemaal vanuit het niets wilt
creëren, initialiseert u de Style (p.9) en gaat u verder met
stap 4.
Als u wilt opnemen met gebruik van een bestaande Style,
selecteer dan de gewenste Style (p.25 in de
gebruikershandleiding).
2. Druk op [MENU] zodat de knop verlicht is.
3. Gebruik [ ] [ ] om ‘Style Composer’ te selecteren, en
druk op [ENTER].
Het STYLE COMPOSER scherm verschijnt.
4. Gebruik [ ] [ ] [ ] [ ] om de divisie die u wilt
opnemen te selecteren, en druk dan op [SONG REC].
Het Style Rec Standby scherm verschijnt, en [SONG REC]
knippert.
Door [SONG REC] in te drukken kunt u tussen REALTIME en
STEP REC afwisselen.
U kunt ook tussen REALTIME en STEP REC afwisselen door de
cursor naar REC TYPE te verplaatsen en aan de VALUE knop
te draaien.
5. Gebruik [ ] [ ] [ ] [ ] om een parameter te
selecteren, en draai aan de VALUE knop om de waarde te
veranderen.
De Style initialiseren (STYLE
INITIALIZE)
Parameter Waarde Uitleg
Initialize
Tempo
20–250
Specificeert het geinitiali-
seerde tempo.
Time
Signature
1–32/2,
4, 8, 16
Specificeert de geinitialiseerde
maatsoort.
Een Style opnemen
Realtime Recording
Parameter Waarde Uitleg
PART
ADrum,
ABass,
Acc1–6
Selecteer het op te nemen
Part.
TONE Selecteert de Tone.