Operation Manual

26
Backing Track functies
Als [STYLE] aan is, en de [ONE TOUCH] wordt aangezet (knop
verlicht), zullen de meest geschikte Tones voor de huidig gese-
lecteerde stijl als de Upper Tone en Lower Tone worden toege-
wezen. Dit wordt de ‘One Touch’ functie genoemd.
Als [ONE TOUCH] aan is wanneer u van stijl verandert, zullen
de toetsenbord Tones ook veranderen in Tones die het meest
geschikt zijn voor de stijl die u selecteert.
Om de One Touch functie uit te zetten, schakelt u [ONE
TOUCH] uit (knop niet verlicht).
De Keyboard modus (p.19) zal afhankelijk van de geselec-
teerde stijl veranderen.
Door de stijl te veranderen wanneer [ONE TOUCH] is
ingeschakeld, zal het splitspunt niet veranderen (p.19).
De One Touch functie is alleen beschikbaar als er een Preset
Style is geselecteerd.
De Tones die met de One Touch functie aan elke stijl zijn toe-
gewezen, kunnen niet veranderd worden.
Overige aan muziekstijl gerelateerde
functies
zie
Split modus ([SPLIT])’gebruiken (p.19)
‘Een Tone selecteren ([TONE])’(p.20)
‘Harmonie aan de Upper Tone toevoegen (MELODY
INTELLIGENCE])’ (p.22)
‘Preset Performances gebruiken’ (p.36)
‘Chord modus’ (p.37)
‘Backing Hold’ (p.37)
‘Bass Inversion’ (p.37)
‘Pedal Assign’ (p.45)
‘User data in USB geheugen opslaan (backup)’ (p.48)
‘In USB opgeslagen User data laden (Import)’ (p.48)
U kunt de 16-track recorder van de Prelude gebruiken om uw
eigen uitvoering op te nemen.
U kunt uw uitvoeringen op het toetsenbord opnemen, terwijl u
een begeleiding beluistert, en dan kan de opgenomen uitvoe-
ring beluisterd worden.
Opgenomen uitvoeringen worden afgedankt wanneer een
andere Song wordt geselecteerd of de stroom wordt uitgezet.
Als u de Song niet wilt verliezen, moet u deze opslaan (p.28).
Op de Prelude zijn er twee manieren op een Song op te
nemen:
Zie ‘ Opnemen in het hoofdscherm’ (p.26).
Zie ‘Een gespecificeerd Part opnemen (SONG TRACK)’
(p.27)
Song instellingen (bijv. tempo en maatsoort) worden bepaald
door de instellingen van de stijl die in de geselecteerde Perfor-
mance is opgeslagen. U zult het waarschijnlijk gemakkelijk vin-
den om eerst de stijl en de Tones die u wilt gebruiken te selecte-
ren (p.36). Als u speelt zonder gebruik van een stijl, kunnen het
tempo en de maatsoort van de Song in het SONG TRACK
scherm (p.27) geselecteerd worden.
Opnemen in het hoofdscherm
Als u het afspeelgeluid van de stijl ook wilt opnemen, zet u
[STYLE] aan.
Als u alleen de uitvoering op het toetsenbord wilt opnemen
zonder een stijl te spelen, zet u [SONG] aan.
Wanneer [STYLE] en [SONG] beiden uit zijn, wordt het
ritmepatroon van de stijl, die met de STYLE SELECT knoppen is
geselecteerd, samen met de uitvoering op het toetsenbord
opgenomen.
Raadpleeg ‘Een uitvoering opnieuw opnemen’ (p. 28) indien u
een uitvoering wilt opnemen na het selecteren van een interne
Song die is geïmporteerd van USB geheugen. Als u een
nieuwe Song wilt opnemen, gebruikt u de Song Initializing
handeling. Zie ‘Een gespecificeerd Part opnemen (SONG
TRACK)’ (p.27). Met de volgende procedure kunt u een
uitoering opnemen.
1. Selecteer de Performance die u wilt gebruiken (p.36).
2. Druk op [SONG REC].
[SONG REC] knippert.
3. Druk op [ ] om met opnemen te beginnen.
De aanbevolen geluidsinstellingen voor
een stijl gebruiken ([ONE TOUCH])
Song
Een nieuwe Song opnemen ([SONG REC])