Operation Manual

25
Basisgebruik
Instellen voor opname
Audiosignalen van de INPUT 1L-, INPUT 2R-, en COAXIAL IN (3/4)-ingangen kunnen naar uw DAW-
software worden gezonden en opgenomen.
Controleer bij het aansluiten van apparatuur op de INPUT 1L- en de INPUT 2R-ingang de stand van
de [PHANTOM]- en [Hi-Z (INPUT1)]-schakelaars (p. 13).
Computer
Gitaar Condensatormicrofoon
Voorbeeld:
Sluit een gitaar aan op de INPUT 1L-ingang.
Plaats de [Hi-Z]-schakelaar op "ON".
Sluit een condensatormicrofoon aan op de INPUT 2R-ingang.
Zet de [PHANTOM]-schakelaar op "48V".
* Rondzingen kan optreden, afhankelijk van de plaats van de microfoon(s) ten opzichte van de
luidsprekers. Dit kan op de volgende manier worden verholpen:
1. Verander de richting van de microfoon(s).
2. Plaats de microfoon(s) verder van de luidsprekers.
3. Verminder het volume.
Regelen van het ingangsniveau
Regel het ingangsniveau met de [SENS 1L]-knop (voor uitrustingen, aangesloten op de INPUT
1L-ingang) of de [SENS 2R]-knop (voor uitrustingen, aangesloten op de INPUT 2R-ingang).