Operation Manual

33
3.4.2 Botsingsdetectie
Wanneer de Botsingsdetectiefunctie is geactiveerd, begint het
toestel met een noodopname, zodra er een botsing gedetecteerd
wordt. De gevoeligheid van de Botsingsdetectie wordt standaard
op de gemiddelde waarde ingesteld; met behulp van de volgende
stappen kunt u de instellingen voor Botsingsdetectie veranderen:
1. Om het beeldschermmenu op te roepen drukt u op de
-knop.
2. Kies met de knop /
voor de Optie Botsingdetectie
en druk dan voor het oproepen
van het functiemenu op de
OK
-knop.
3. Verander met de knop
/ de gevoeligheid van
de botsingsdetectie van het
apparaat (Hoge Gevoeligheid /
Normale Gevoeligheid / Lage
gevoeligheid / Uit) en druk dan
op de knop
OK
om de
instelling te voltooien.
4. Met de -knop keert u naar het opnamescherm terug.
Opmerking:
1. Het noodopnamebestand wordt aangemaakt als een nieuw bestand en het
wordt beschermd, zodat het niet wordt overschreven met een normale
opname. Als de opname-intervaltijd op 1 minuut is ingesteld kunnen er tot 20
noodvideobestanden op een geheugenkaart worden opgenomen; bij het
instellen van de opname-intervaltijd tot 3 minuten kunnen er tot 10
noodvideobestanden worden opgeslagen.
2. De alarmmelding " Noodbestanden zijn vol " verschijnt op het scherm zodra
de map voor noodopnamen vol is; de volgende noodvideobestanden zullen
worden opgeslagen in de map voor normale video’s en overschrijven normale
video’s wanneer de maximale geheugencapaciteit daarvan wordt bereikt. Dus
als u de nieuwste noodvideobestanden wilt behouden moet u meer ruimte vrij
geven door handmatig de oudste bestanden in de map voor
noodvideobestanden te verwijderen. Zie Bestand verwijderen .