Operation Manual

46
5 Aansluiten op andere apparaten
5.1 Op een computer aansluiten
Voor het kopiƫren of bekijken van bestanden kunt u het apparaat
aan een Desktop- of Notebook computer aansluiten.
1. Sluit de micro-USB-kabel aan op de
USB-poort van het apparaat aan.
2. Sluit het andere uiteinde van de
micro-USB-kabel aan op een vrije
USB-poort van uw computer.
3. Zet het apparaat aan, het
computerscherm toont een bericht
wanneer de computer het apparaat
herkent; selecteer "map voor het tonen van bestanden openen"
of open de "Verwisselbare schijf"; vervolgens kunt u de
bestanden opslaan op uw computer.
Opmerking:
1. Dit geeft alleen aan dat het apparaat kan worden aangesloten op een
computer; standaard wordt er geen Micro-USB-kabel meegeleverd.
2. In de Dubbele Lens-modus worden opgenomen bestanden gescheiden in
verschillende mappen opgeslagen; de map "F" is voor de bestanden van de
camera aan de voorkant en de map "R" voor bestanden van de
achteruitrijcamera.
3. Als u met
D
op de computer slechts bestanden van de camera aan de
voorkant verwijdert, worden de bestanden van de achteruitrijcamera niet
beschikbaar; bovendien worden ze bij een continue opname niet
overschreven. Verwijder de bestanden met de computer, zodat de
resterende bestanden geen gebruik maken van de opslagruimte; of
formatteer de geheugenkaart met het apparaat. Zie Opmaak
4. Als u met
D
op de computer alleen bestanden van de achteruitrijcamera
verwijdert, kan het apparaat slechts de niet verwijderde bestanden van de
camera aan de voorkant nakijken.
USB