Owners Manual

46
RA‑12, RA‑11 Geïntegreerde stereoversterker
Geluidsregelingen
VOLUME-regeling
9B
Draai de knop rechtsom (met de klok mee) om het geluid harder weer te
geven of linksom (tegen de klok in) om het geluid zachter weer te geven.
Druk op de afstandsbediening op de toets voor volume + of om het
geluid harder of zachter weer te geven. Met de toets MUTE
B
kunt u de
geluidsweergave helemaal uitschakelen.
Balans regeling
8C
Met de balansregeling kunt u de balans tussen het linker- en rechtergeluidskanaal
regelen. De fabrieksinstelling is “in het midden” of “0”. U kunt de balans
vanaf het voorpaneel wijzigen door op de toets MENU
8
te drukken totdat
in het display op het voorpaneel de modus BALANCE SETTING verschijnt.
Druk vervolgens op de toets LEFT (links) of RIGHT (rechts) op het voorpaneel
om de balans meer naar LINKS of naar RECHTS in te stellen. De waarde
kan uiteenlopen van L15 tot R15.
OPMERKING: Ook als de RA-12/RA-11 wordt uitgeschakeld, wordt
deze instelling vast in het geheugen opgeslagen.
Als u de balansinstelling tijdelijk wilt wijzigen zonder deze na uitschakeling
op te slaan, druk u op de afstandsbediening op de toets BAL
C
om het
menu te selecteren en vervolgens op het pijltje naar links of rechts om de
balansinstelling aan te passen. Druk als u klaar bent op de toets EXIT
G
om dit menu te verlaten.
Toonregelingsbypass
8F
Voor een zo zuiver mogelijk geluid worden in de fabrieksinstelling de circuits
voor lage- en hogetonenregeling (toonregelingen) ongebruikt gelaten. Op het
display aan de voorkant van de versterker wordt TONE BYPASS getoond.
U kunt de toonregeling op het voorpaneel inschakelen door op de toets
MENU
8
te indrukken tot de bypassregeling wordt aangegeven. Schakel
de bypassfunctie vervolgens met de linker of rechter pijltjestoetsen of uit.
OPMERKING: Ook als de RA-12/RA-11 wordt uitgeschakeld, wordt
deze instelling vast in het geheugen opgeslagen.
Om de Toonregelingsbypass tijdelijk te wijzigen, drukt u op de toets BYPASS
F
op de afstandsbediening om de Bypass-modus in en uit te schakelen.
Lage- en hogetonenregelingen
8C
U kunt de lage- of hogetonenregeling vanaf het voorpaneel instellen door net
zo vaak op de toets MENU
8
te drukken tot het desbetreffende instelmenu
(Bass of Treble Setting) verschijnt. Pas de waarde vervolgens met de toets
LEFT (links) of RIGHT (rechts) aan. De waarden voor de lage en hoge tonen
lopen uiteen van -10 tot +10.
OPMERKING: Ook als de RA-12/RA-11 wordt uitgeschakeld, worden
deze instellingen vast in het geheugen opgeslagen.
Druk op de afstandsbediening op de toets Bass of Treble
C
en pas de waarde
vervolgens aan met de linker of rechter pijltjestoets op de afstandsbediening.
Een goed ingesteld hoogwaardig audiosysteem levert het meest natuurlijke
geluid op als er zo weinig mogelijk aan toonregeling wordt ingesteld. Gebruik
deze regelingen daarom met mate. Wees met name voorzichtig als u deze
regelingen hoger instelt, omdat daardoor ook het uitgangsvermogen in het
lage- of hogetonenbereik toeneemt, waardoor de versterker en luidsprekers
zwaarder belast zullen worden.
OPMERKING: Door de lage- of hogetonenregelingen anders in
te stellen, wordt de toonregeling niet automatisch ingeschakeld.
Raadpleeg voor het inschakelen van de toonregeling het voorgaande
hoofdstuk over Toonregelingsbypass.
Dimregeling
8I
U kunt de helderheid van het display op het voorpaneel wijzigen door op de
toets MENU
8
te drukken om tussen de verschillende display-instellingen
te schakelen. Druk vervolgens op de toets LEFT (links) of RIGHT (rechts) op
het voorpaneel om de helderheid van het display te wijzigen.
OPMERKING: Ook als de RA-12/RA-11 wordt uitgeschakeld, wordt
deze instelling vast in het geheugen opgeslagen.
U kunt de helderheid van het display tijdelijk wijzigen met de toets DIM
I
op de afstandsbediening.
OPMERKING: De instellingen voor de toonregelingsbypass, lage
tonen, hoge tonen, balans en dimmer worden alleen vanuit het menu/
instellingen (SETUP) vast opgeslagen. Aanpassingen die met de toetsen
CFI
worden gedaan, zijn slechts tijdelijk en worden niet opgeslagen
als het apparaat wordt uitgeschakeld.
Functieregeling
-L
Met de functieregeling wordt de signaalbron gekozen. Druk op de
desbetreffende toets op het voorpaneel of de afstandsbediening om de
bron te selecteren waarnaar u wilt luisteren.
Rotel-Link
=
Zie afbeelding 3
Deze 3,5-mm stereo mini-jack (met de aanduiding ROTEL LINK IN) kan als
optie worden aangesloten op andere Rotel-producten met een Rotel-Link
OUT-aansluiting met netwerkfunctionaliteit. Hierdoor kunnen de aangesloten
Rotel-producten met elkaar communiceren en kunt u ze besturen via de Rotel
Remote App (deze is te downloaden in de iTunes
®
-store).
RS232-aansluiting
w
Voor integratie in computerbesturingssystemen kan de RA-12/RA-11 via
RS232 worden bestuurd. Op de RS232-ingang past een standaard rechte
DB-9 mannetje/vrouwtje kabel.
Neem voor aanvullende informatie over de aansluitingen, software en
besturingscodes voor het via een computer besturen van de RA-12/RA-11
contact op met uw officiële Rotel-verkoper.
Instellingenmenu
U kunt het Instellingenmenu oproepen met de toets MENU
8
op het voorpaneel
van de versterker of met de toets SETUP
D
op de afstandsbediening. U kunt
de waarde van de geselecteerde optie veranderen met de toets LEFT (links)
of RIGHT (rechts) op het voorpaneel of de linker of rechter pijltjestoets op
de afstandsbediening. U kunt de verschillende submenu’s doorlopen met
de toets MENU
8
op het voorpaneel of met het pijltje omhoog/omlaag
E
op de afstandsbediening.