User Manual

26
WAARSCHUWING gedroogde bonen (bijv. rode bonen, cannellini, enz.) moeten minimaal 8 uur worden geweekt en minimaal 10 minuten worden
gekookt voordat ze aan de slowcooker worden toegevoegd. Ze zijn giftig als ze rauw of onvoldoende gaar worden gegeten.
Vlees en gevogelte
Slowcooking maakt goedkopere stukken mals en vermindert krimp en verdamping, terwijl de smaak en voedingswaarden behouden blijven. De
magerste stukken vlees zijn het beste voor slowcooking.
Snijd overtollig vet van het vlees af, want dit kan tijdens het koken in de vorm van vet aan het vocht worden toegevoegd.
Gebruik waar mogelijk kip zonder vel.
Voor ovenschotels en stoofschotels, snijd het vlees in blokjes van gelijke grootte (ca. 2,5 cm).
OMZETTEN VAN RECEPTEN VOOR EEN TRADITIONELE OVEN
These times are approximate and can vary depending on the ingredients and quantities. Always check that the food is thoroughly cooked before serving.
Bereidingstijden oven (minuten) Tijd op Slowcook Laag (uren) Tijd op Slowcook Hoog (uren)
15-30 4-6 1-2
30-60 6-8 2-4
60-180 8-12 4-7
WARMHOUDEN
BELANGRIJK: Gebruik nooit de instelling Warmhouden om te koken. Gebruik deze functie alleen om bereid voedsel dat al warm is, warm te houden.
1. Begin met reeds gekookte en warme ingrediënten in de kookpot.
2. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact. Uw multikoker zal piepen en het display zal de opstartprocedure doorlopen. Na enkele
ogenblikken gaat het display uit, alleen het lampje Luchtfrituren a knippert.
3. Gebruik de knoppen i en j om Warmhouden te selecteren f.
Het display begint te tellen van 4 uren (04:00) tot nul (00:00).
Nadat de warmhoudstand 4 uur is ingeschakeld, stopt het apparaat met verwarmen.
Opmerking: Bewaar voedingsmiddelen niet langer dan 4 uur op de warmhoudstand.
ZORG EN ONDERHOUD
1. Haal de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat afkoelen voordat u het opbergt of reinigt.
2. Reinig de buitenoppervlakken met een licht vochtige doek en droog ze vervolgens grondig af.
3. De kookpot en grillplaat kunnen in de vaatwasser worden gereinigd of met de hand worden gewassen in warm zeepsop.
4. Laat goed drogen voordat u het opbergt.
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen, oplosmiddelen, schuursponsjes, staalwol of zeepkussentjes.
RECYCLING
W
Om milieu- en gezondheidsproblemen door gevaarlijke stoffen te vermijden, mogen apparaten en oplaadbare en niet oplaadbare
batterijen met een van deze symbolen niet samen met het huishoudelijk afval worden verwijderd. Breng elektrische en
elektronische producten en, indien van toepassing, oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen, altijd naar een officieel recycling-/
inzamelpunt.