In-car safety & Quick Guide
In-car safety De gordels vormen de meest doeltreffende veiligheidsvoorzieningen in de auto. Zorg daarom dat ALLE inzittenden, ook de achterpassagiers, hun gordels hebben omgedaan voordat u wegrijdt. Doe ALTIJD uw veiligheidsgordel om, voordat u wegrijdt. Zorg dat het heupgedeelte strak over de heupen loopt en trek het diagonale gedeelte zo dicht mogelijk tegen de nek. Voorstoelen Achterbank Stel de gordel zo hoog mogelijk af.
Breng een kinderzitje NOOIT op een passagiersstoel met AIRBAG aan vanwege het gevaar voor ERNSTIG of DODELIJK letsel. Vervoer kinderen met een leeftijd tot 13 jaar of een lengte tot 1,40 m op de achterbank. Plaats geen voorwerpen tussen de airbag en de bestuurder/passagier. Kinderen tot 3 jaar (18 kg) moet u ALTIJD in een goedgekeurd kinderzitje vervoeren. Zorg dat u het kinderzitje stevig hebt vastgezet en op de juiste wijze hebt gemonteerd zoals aangegeven in de aanwijzingen van de fabrikant.
1 Verlichting 2 Groot licht-dimlicht/ richtingaanwijzers/ Cruise Control 3 3 Wissers/sproeiers 4 Boordcomputer SID 5 Infotainment Systems 6 Passagiersairbag 7 Klimaatregeling 8 Stoelverwarming In deze Quick Guide vindt u informatie over enkele belangrijke functies van de auto. Meer informatie vindt u in het Instructieboekje dat bij de auto hoort of dat van de Infotainment Systems. © Copyright General Motors Corporation 2007 All Rights Reserved Printed in Sweden 4 9 Alarmlichten 10 Contactslot.
Waarschuwings- en controlelampjes Hoofdverlichting Groot licht aan. Voorste mistlichten 3 Voorste mistlichten aan. Waarschuwingslampje, ABS* Storing in anti-blokkeerremsysteem. Mistachterlicht Mistachterlicht aan. Oliedruk, motor* Te lage motoroliedruk. Voetrem* Laag remvloeistofpeil. Storingsmelding, motor* Storing in brandstof- of ontstekingssysteem. Veiligheidsgordels Bestuurder heeft veiligheidsgordel niet om. Controlelampje, gloeibougie (dieselmotor) Koelvloeistoftemperatuur lager dan +5°C.
Verlichting Hoe stel ik een snelheid in? Duw de hendel in stand SET/+ of SET/- (3 of 4), wanneer de auto op de gewenste snelheid rijdt. Hoe schakel ik Cruise Control uit? Het systeem is op meerdere manieren uit te schakelen: • trap het rem- of het koppelingspedaal in; • duw de schuifknop in stand OFF (2). Kan ik Cruise Control tijdelijk uitschakelen? Ja. Duw de schuifknop iets naar links (1) en laat deze vervolgens terugveren.
Wissers/sproeiers Achterruitwissers 1 Ruststand 2 Intervalfunctie 3 Sproeiers en wissers Ruitenwissers zonder regensensor 0 Ruststand 1 Wissers maken één enkele slag (terugverende stand) 2 Intervalfunctie, interval instellen met de draaiknop 3 Lage snelheid 4 Hoge snelheid 5 Voorruit- en koplampsproeiers (hendel naar het stuur halen) Opgelet! Als de voorruitwissers actief zijn, gaan de achterruitwissers over op de intervalfunctie zodra u de achteruitversnelling inschakelt terwijl de motor loopt.
Stuurtoetsen Met de stuurknoppen kunnen de meeste gebruikte functies van het Audiosysteem worden geselecteerd. Ook de SID-functies worden via deze toetsen aangestuurd (zie ook blz. 17). Linkerzijde SID-bediening SET SID-bediening CLR SID-bediening Stembediening activeren Stembedieningssessie beëindigen Rechterzijde Radiostand: Andere opgeslagen zender CD-stand: Ander nummer/bestand op cd of MP3-schijf Volumeregeling (Zie het Instructieboekje bij het Infotainment Systems.
Audiosysteem 3 Systeem inschakelen • Druk op de ON/OFF-knop (13). Geluidsregeling 3 Handmatige geluidsregeling en luidsprekerinstelling • Druk op de geluidsregelknop (2) om het instellingsmenu weer te geven. • Selecteer instellingsmogelijkheden met een van de menuselectieknoppen (5). • Pas de instelling aan met de geluidsregelknop (2).
Centerpoint Radio ® Het Bose Surround System kent een surroundfunctie voor de geluidsbronnen CD, MP3 en AUX. FM/AM ondersteunen de surroundfunctie niet. De overige geluidsregelingen en luidsprekerinstellingen kunnen ook worden aangepast als de surround-functie actief is, echter niet de Faderinstelling. De instellingen van de functie worden voor elke geluidsbron (CD, MP3 en AUX) apart opgeslagen. • Druk op de geluidsregelknop (2) om het menu voor de geluidsregeling te openen.
Cd-speler Cd-wisselaar 3 Van nummer veranderen In de cd-wisselaar kunnen cd’s en MP3-schijven worden aangebracht. • Draai aan de geluidsregelknop (2) of druk op de SEEK-knoppen (11 of 12)/stuurknoppen, of . Cd aanbrengen Het nummer wordt op het display weergegeven. Vooruit-/achteruitspoelen • Druk op de LOAD-knop (8). Op het display verschijnt Please Wait . • Wacht tot op het display verschijnt: Insert CD. • Breng de cd aan in het invoervak. Op het display verschijnt Loading.
MP3-speler MP3-map selecteren/wisselen Saab Navigation System 3 • Druk op de linker menuselectieknop (5) onder het mapsymbool om het eerste bestand in de vorige map af te spelen. • Druk op de rechter menuselectieknop (5) onder het mapsymbool om het eerste bestand in de volgende map af te spelen. MP3-bestand selecteren/wisselen • Draai aan de geluidsregelknop (2) of druk op de SEEK-knoppen (11 of 12)/stuurknoppen, of . Het nummer van het MP3-bestand wordt op het display weergegeven.
Systeem inschakelen • Druk op de ON/OFF-knop (5). Bedieningselementen Aanwijsscherm - Kies de knoppen op het scherm om een keuze te bevestigen, een functie te starten of een submenu te openen. Als een knop op het scherm gekozen is, hoort u een geluidssignaal. De schermknoppen zijn gemarkeerd als een functie beschikbaar is. NAV (4) - Terug naar de navigatiekaart met de actuele positie van de auto.
POI (Point of Interest) kiezen Bestemming uit de interessante reisdoelen kiezen. 1 DEST (3) è POI - Point of Interest. 2 Controleer of u het juiste land hebt gekozen. 3 Kies POI-name en voer de naam in van de POI. 4 Kies Go op de lijst rechts van de gewenste POI-naam. De aangegeven bestemming verschijnt op de kaart. 5 Kies routecriterium (Fastest, Shortest of Other). De route wordt berekend en op de kaart weergegeven. 6 Kies Start Guidance om de routebegeleidingssessie te starten.
Automatische geluidsregeling Radio U hebt de mogelijk de geluidsregeling automaRadiozender kiezen tisch af te stemmen op het programma dat u Er zijn drie schermweergavestanden voor het beluistert of op de schijf die u afspeelt. kiezen/opzoeken van radiozenders: • Druk op de geluidsregelknop (7) om het • Volledige kaart - Alleen de stuurknoppen, menu voor geluidsregeling en luidsprekerinstellingen te openen. of , kunnen worden gebruikt om • Kies voor Talk. een andere opgeslagen zender te kiezen/op te zoeken.
Cd-speler MP3-speler Cd afspelen Mp3-schijf aanbrengen • In de schermstand met een volledige kaart kiest u CD om het scherm te delen en zowel het kaartbeeld als het cd-menu weer te geven. Om alleen het cd-menu weer te geven, drukt u op de AUDIO-knop (8) of kiest u CD. • In de schermstand met een volledige kaart kiest u CD om het scherm te delen en zowel het kaartbeeld als het cd-menu weer te geven. Om alleen het cd-menu weer te geven, drukt u op de AUDIO-knop (8) of kiest u CD.
SID (Saab Information Display) Boordcomputerfuncties op het SID Afhankelijk van het uitrustingsniveau zijn de volgende functies te selecteren: • Buitentemperatuur, Temp • Actieradius met de resterende hoeveelheid brandstof, D.T.
Theft Alarm 3 ESP FULL ALARM ON DOOR ONLY OFF Park Assistance 3 ON OFF Alarm Clock ON OFF Language ENGLISH DEUTSCH SVENSKA FRANÇAIS ITALIANO ESPAÑOL Speed Scale Illumin. 0-260 km/h 0-140 km/h Units METRIC US IMPERIAL Climate System Next Service: xx % INTERMEDIATE MAIN Time for Service INTERMEDIATE MAIN MAIN & INTERMED. Reset Service Check? YES NO TCS ON OFF 18 Uitschakelen De functies SPD W en Alarm worden uitgeschakeld met de stuurknop CLR. U kunt ze weer inschakelen met de stuurknop SET.
Klimaatregeling Handbediende klimaatregeling 1 Temperatuur 2 Ventilatorsnelheid 3 Luchtverdeling 4 Elektrische verwarming, rechter voorstoel 5 Recirculatie 6 Achterruitverwarming/zijspiegelverwarming 7 Alarmlichten 8 A/C uit/aan 9 Elektrische verwarming, linker voorstoel (Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten en bediening.
Bekerhouder Bediening kap Bekerhouder in dashboard Openen 1 De motor starten en stationair laten lopen. 2 De schakelaar omlaagduwen en in deze stand vasthouden totdat de kap is geopend, de kapafdekking is gesloten en er een kort geluidssignaal klinkt. De schakelaar iets langer vasthouden in deze stand om de zijruiten te openen. 3 Controleren of er geen storingsmelding op het SID verschijnt.
Stoelen Bestuurdersportier Handmatig bediende voorstoel Centrale vergrendeling (voor bediening vanuit de auto) 1 2 3 4 5 Omhoog-omlaag hoofdsteunen Hardheid lendensteun Helling rugleuning Omhoog-omlaag Vooruit-achteruit 1 Elektrisch bediende zijruiten 2 Centrale vergrendeling 3 Zijspiegels Elektrisch bediende voorstoel 1 2 3 4 5 6 Helling stoel Omhoog-omlaag hoofdsteunen Hardheid lendensteun Helling rugleuning Omhoog-omlaag Vooruit-achteruit Werking elektrisch bediende zijruiten op de Cabriolet: Ka
Sloten 1 Alle portieren, de tankvulklep en de bagageklep vergrendelen/alarm activeren. 2 Alle portieren, de tankvulklep en de bagage- Vergrendelen/ontgrendelen met de traditioklep ontgrendelen/alarm uitschakelen. nele sleutel 3 Bagageklep openen/achterklep ontgren1 Vergrendelen 2 Ontgrendelen delen (Sport Estate) 4 Buiten- en binnenverlichting inschakelen/ uitschakelen (brandt 30 seconden). • Sleutel uit afstandsbediening halen door op Paniekalarm (auto’s met diefstalalarm): het embleem te drukken.
Ruggedeelte neerklappen Sport Sedan Doorsteekluik • Klap de armleuning omlaag en open het doorsteekluik door de handgreep omhoog te trekken. Achter op het doorsteekluik vindt u een vergrendeling die u moet verdraaien om het luik te ontgrendelen. (Zie Instructieboekje, hoofdstuk Interieur.) Anti-blokkeerremsysteem (ABS) Sport Estate • Ontgrendel het ruggedeelte van uw keuze door aan de bijbehorende handgreep in de bagageruimte (Sport Sedan)/bovenkant van het ruggedeelte (Sport Estate) te trekken.
Sentronic 3 Traction Control System (TCS) Het Traction Control System (aandrijfregelsysteem) zorgt dat de wielen niet gaan doorslippen, waardoor een optimale trekkracht wordt verkregen en de grip en de wegligging worden verbeterd. Wanneer het systeem actief is, licht het controlelampje op. Dit betekent dat één of meer wielen de grip op het wegdek hebben verloren. Als het systeem actief is, hebben de banden minder grip op het wegdek en moet u extra voorzichtig zijn.
Akoestisch parkeerhulpsysteem 3 Het parkeerhulpsysteem helpt u bij het achteruitrijden en parkeren. Het systeem wordt automatisch geactiveerd, wanneer u de achteruitversnelling inschakelt. Het systeem registreert obstakels tot op ca. 1,8 m achter de auto. Wanneer er zich een obstakel binnen het meetgebied bevindt, geeft het systeem geluidssignalen af. Wanneer de auto het obstakel tot op ca. 90 cm genaderd is volgen de geluidssignalen elkaar merkbaar sneller op. Bij een afstand van minder dan ca.
Finesses “Follow-Me-Home”-verlichting Wanneer u de functie “Follow-Me-Home” activeert, blijven de dimlichten nog ca. 30 seconden lang branden nadat u de motor hebt afgezet en het bestuurdersportier hebt gesloten. 1 Neem de afstandsbediening uit. 2 Open het bestuurdersportier. 3 Haal de hendel voor het wisselen van groot licht/dimlicht tot in de eindstand naar het stuurwiel toe. 4 Sluit het portier, waarna het dimlicht nog ca. 30 seconden lang blijft branden.
Motorruimte Turbobenzinemotor, 4-cilinder 1 2 3 4 5 6 7 8 Oliebijvulopening, motor Koelvloeistof Rem- en koppelingsvloeistof Accu Relais- en zekeringhouder Sproeiervloeistof Stuurbekrachtigingsvloeistof Oliepeilstok, motorolie Dieselmotor 1.
Tanken Bandenspanning Belading/ snelh. km/h Voor/ achter bar (psi) 195/65 R15 H 1–3 inz. 0–160 2,3/2,3 (33/33) 215/60 R15 V 1–3 inz. 0–160 2,4/2,2 (35/32) 215/55 R16 V 1–3 inz. 0–160 2,2/2,2 (32/32) 225/45 R17 W RF/XL 1–3 inz. 0–190 2,4/2,4 (35/35) 235/45 R17 W 1–3 inz. 0–190 2,4/2,4 (35/35) 225/45 R18 W RF/XL 1–3 inz. 0–190 2,4/2,4 (35/35) 195/65 R15 Q winterbanden 1–3 inz. 0–160 2,4/2,4 (35/35) 205/65 R15 Q winterbanden 1–3 inz. 0–160 2,4/2,4 (35/35) N.B.