Operation Manual
18
1 U kunt de numerieke toetsen gebruiken om
de parameters in “Lokale longitude”,
“Lokale latitude” en “Satelliet longitude” in
te voeren.
2 U kunt de [Links/Rechts] toetsen gebruiken
om oost of west te kiezen in “Lokale
longitude” en “Satelliet longitude” en noord
en zuid in “Lokale latitude”.
3 Verplaats de selectie naar “Start” en druk
op de [OK] toets. De onderste kolom op het
scherm berekent automatisch de
overeenkomstige waarden.
4 Oriëntatie betekent de hoek tussen het
zuiden en de satelliet.
Druk op [MENU] om terug te gaan naar het
hoofdmenu.