Operation Manual

36 Hoofdstuk 8. Tips en Trucs
8. Tips en Trucs
Papier- of
documentenstoring
Uw faxapparaat is met sensoren uitgerust die een papier-
of documentenstoring snel herkennen. Treedt een storing
op, wordt de invoer van het printpapier of document
meteen gestopt.
Open de afdekkap door beide documentengeleiders vast
te pakken en de afdekkap naar achter te klappen. Even-
tueel moet u de tonercartridge verwijderen om bij het
papier te kunnen komen.
Æ
Neem de tonercartridge voorzichtig uit het
apparaat, zodat er geen tonerstof uitvalt. Let
op waar u de cartridge neerlegt; uittredend to-
nerstof kan de ondergrond vervuilen.
Trek het papier of document er voorzichtig uit.
Plaats de tonercartridge weer terug en sluit de afdekkap. Let
er op dat de afdekkap aan beide zijden volledig vastklikt.
¡
Is het tonerniveau van de cartridge laag, ver-
schijnt elke keer, wanneer u de afdekkap opent
en sluit, op het display de vraag: Zwart=nieuw?
Hebt u geen nieuwe cartridge geplaatst, drukt u
op STOP. Als u een nieuwe cartridge geplaatst
hebt, voert u de installatie met de meegeleverde
Plug’n’Print-kaart uit zoals in het hoofdstuk Instal-
latie / Nieuwe tonercartridge wordt beschreven.
Hebt u per ongeluk op STOP gedrukt, kunt u het
opladen starten door op MENU/OK,
62
en
OK te drukken en met
¾
nieuw zwart te
selecteren. Bevestig dit met OK.
Mocht er een documentenstoring in het voorste gedeelte
ontstaan, klap dan het paneel omhoog tot het vastklikt.
Trek het papier of document er voorzichtig naar voren uit.
Æ
Trek het papier bij een papierstoring niet met
geweld uit het apparaat en gooi het voorzich-
tig weg. De toner zit eventueel nog niet goed op
het papier vast en er zou tonerstof vrij kunnen ko-
men. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de
stof van kleding of voorwerpen met koud water;
heet water zou de toner fi xeren.
Reiniging
Gebruik voor de reiniging een zachte, droge en pluisvrije
doek. Via onze bestelservice zijn speciale faxreinigings-
doekjes verkrijgbaar. Gebruik in geen geval vloeibare of
gasvormige reinigingsmiddelen (sprays, schuurmiddelen,
polijstmiddelen of iets dergl.) of reinigingsmiddelen
met alcohol. Er mag geen vocht binnenin het apparaat
terechtkomen.
1 Klap het paneel omhoog tot het vastklikt.
2 Veeg met een zachte, droge en pluisvrije doek over
het glazen ruitje van de scanner achter de rollen voor
de papiergeleider.
3 Sluit het paneel.