Operation Manual
17
Belgedrag
7 Bevestig dit met OK. Als u ook de modus M
(nacht) wilt instellen, kiest u functie 32 (M
32 OK) en herhaalt u stappen 2 t/m 6.
Als u geen faxen kunt ontvangen, hebt u mo-
gelijk in beide gevallen het aantal belsigna-
len te hoog ingesteld (zie punt 2 en 4). Stel
beide aantallen in op een waarde lager dan
vijf.
Andere telefoons gaan slechts zo lang over
als met BELLEN FAX: is ingesteld.
Speciale instellingen
Stille faxontvangst
Als u faxen direct wilt ontvangen, zonder dat
het faxapparaat eerst rinkelt, moet u het aantal
belsignalen bij BELLEN FAX: op nul (0) zet-
ten.
Volledig stille werking $
Deze optie is alleen zinvol bij toestellen met in-
gebouwd antwoordapparaat. Als u bijvoorbeeld
’s nachts niet gestoord wilt worden door binnen-
komende gesprekken of faxen, kunt u beide bel-
signalen (bellen fax: en bel.ant.app.:)
op nul (0) zetten. Faxen worden dan stil ontvan-
gen en gesprekken worden direct door het ant-
woordapparaat beantwoord, vooropgesteld dat
u het antwoordapparaat hebt ingeschakeld.
Bij toestellen zonder ingebouwd antwoordap-
paraat is de faxschakelaar bij deze instelling
uitgeschakeld. Dat wil zeggen dat het apparaat
direct overschakelt op faxontvangst en niet rin-
kelt wanneer er een gesprek binnenkomt (de
beller hoort een pieptoon).
v Gesprekken kunnen bij deze instelling
derhalve ook niet door een eventueel
aangesloten extern antwoordapparaat
worden beantwoord.
Handmatige faxontvangst
Als u ONTVANGST HanDM.: instelt, worden
faxberichten niet automatisch door de fax
ontvangen, maar pas nadat u de ontvangst
zelf activeert. Neem de hoorn op en druk op
START/COPY. Dit kan nuttig zijn als u faxen
bijvoorbeeld via de modem in de computer wilt
ontvangen.
Spaarmodus (alleen met ingebouwd
antwoordapparaat)
Als u bij bel.ant.app.: optie 5/2 kiest,
wordt het antwoordapparaat niet na vijf maar
al na twee belsignalen automatisch ingescha-
keld wanneer u een nieuw telefoonbericht ont-
vangt. Via de toegang op afstand heeft u daar-
door de mogelijkheid na te gaan of er nieuwe
berichten op uw antwoordapparaat zijn inge-
sproken, zonder dat u daarbij telefoonkosten
maakt (wanneer uw antwoordapparaat al na
twee belsignalen inschakelt, weet u meteen dat
er nieuwe berichten zijn ingesproken). Nadat u
uw nieuwe berichten hebt afgeluisterd, schakelt
het antwoordapparaat de volgende keer weer
na vijf belsignalen in.
Extern antwoordapparaat
Sluit het antwoordapparaat aan zoals beschre-
ven in het hoofdstuk Installeren / Andere ap-
paratuur.
Een extern antwoordapparaat werkt het best
wanneer u dit instelt op één of twee keer rin-
kelen. Om te voorkomen dat oproepen door
de faxschakelaar automatisch worden over-
genomen, dient u bij bellen fax: en
bellen totaaL: een aantal in te stellen dat
ten minste twee belsignalen hoger is dan op uw
externe antwoordapparaat.
Als u het externe antwoordapparaat hebt uitge-
schakeld, worden oproepen automatisch door
de faxschakelaar aangenomen (zie hoofdstuk
Modus SM instellen).
Instellings voorbeeld:
Bellen extern antwoordapparaat: 2
bellen FAX: 4
bellen totaal: 4
Tips:
De meldtekst van uw antwoordapparaat mag
niet langer dan tien seconden zijn.
Gebruik geen muziek in de meldtekst.
Als uw faxapparaat problemen heeft met het
herkennen van oude faxapparaten die geen
herkenningssignaal vooruitsturen, zoals ge-
bruikelijk bij nieuwere apparaten, moet u er in
de meldtekst op wijzen dat de beller de faxont-
vangst kan starten door eerst op de toetsen *
en 5 te drukken en vervolgens op START/
COPY.
Mocht de automatische faxontvangst niet mo-
gelijk zijn, dan kunt u de ontvangst handmatig
starten door op START/COPY te drukken.