Operation Manual

16 I
NL
6.4.4-ProgrammaBewerken(Progr.
Bewerk.)
Druk op de toets MENU. Ga naar het
tabblad PROGR. BEWERK. door in Info
te drukken op de cursortoets Omlaag en
bevestig uw keuze met de toets OK. Het
menu Progr. Bewerk. verschijnt op het
scherm.
op de “BLAUWE” toets drukt, wordt het
geselecteerde kanaal verwijderd en schuiven
alle volgende kanalen respectievelijk één
positie op. Nadat de instelling is afgerond,
drukt u op de toets EXIT om het menu te
verlaten.
6.4.4.3-Omeenopgeslagenkanaal
overteslaan
Indien er bepaalde kanalen zijn die
u niet wenst weer te geven tijdens
het navigeren tussen de kanalen
met de PR+/PR- toetsen, kunt u
de volgende functie toepassen. Selecteer
het kanaal dat u wilt verbergen door op de
cursortoetsen mhoog/omlaag of rechts/
links te drukken. Druk op de “RODE” toets.
De naam van het kanaal dat moet worden
overgeslagen verschijnt in het rood. U kunt
deze methode op meer dan één kanaal
toepassen. Om het overgeslagen kanaal te
kunnen zien, voert u het kanaalnummer in via
de cijfertoetsen. Indien u het overslaan van
kanalen wenst te annuleren, drukt u opnieuw
op de “RODE” toets. Nadat de instelling is
afgerond, drukt u op de toets EXIT om het
menu te verlaten.
6.4.4.4-Kanalenbenoemen
U kunt kanalen afzonderlijk of
kanalen naar keuze een naam
geven van maximaal vijf tekens.
Selecteer het kanaal dat u een
naam wilt geven in the Progr.
Bewerk. door op de cursortoetsen
omhoog/omlaag of rechts/links te
drukken. Druk op de “GELE” toets. Er
verschijnt een vrije ruimte naast het kanaal
waarvoor u een naam wilt specificeren.
Hier kiest u de letter, het nummer of teken
dat u wilt gebruiken met de cursortoetsen
omhoog/omlaag. Om de tweede letter te
selecteren, drukt u op de rechtse knop;
met de knoppen omhoog/omlaag kunt
u dan de gewenste letter, het nummer of
het symbool selecteren. Nadat alle tekens
ingevoerd zijn, slaat u de geschreven naam
op in het geheugen door op de “GELE”
knop te drukken. Om andere kanalen
te benoemen, herhaalt u bovenstaande
procedure. Indien u het menu wenst te
verlaten, drukt u op de toets EXIT. Als een
kanaal geen naam krijgt wordt automatisch
het kanaalnummer weergegeven.
PROGR. BEWERK.
00
KANAAL 01
KANAAL 02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
OVERSLAAN
VERPLAATSEN
BENOEMEN
WISSEN
SELECTEREN
TERUG
6.4.4.1-Verplaatsenvande
opgeslagenkanalen
Selecteer het kanaal dat u wilt
verplaatsen door op de knoppen
Omhoog/Omlaag of Links/
Rechts te drukken. Druk op de
“GROENE” toets. Groen gaat
knipperen. Ga naar het kanaal
dat u wilt verplaatsen door op de
cursortoetsen omhoog/omlaag of
rechts/links te drukken. Beëindig
het verplaatsen door op de
“GROENE” toets te drukken. Het
kanaal in het eerste kanaalnummer
dat u geselecteerd hebt, werd
verplaatst naar het tweede geselecteerde
kanaalnummer en de kanalen tussen beide
kanaalnummers zijn verschoven naar het
aanvankelijk geselecteerde kanaalnummer.
Nadat de instelling is afgerond, drukt u op de
toets EXIT om het menu te verlaten.
6.4.4.2-Omeenopgeslagenkanaal
teverwijderen
Selecteer het kanaal dat u
wilt verwijderen door op de
cursortoetsen omhoog/omlaag
of rechts/links te drukken. Druk
op de “BLAUWE” toets. De
blauwe toets gaat knipperen voor
bevestiging. U kunt de verwijdering uitvoeren
door op de “BLAUWE” toets te drukken
of u kunt de verwijdering annuleren door
op de toets MENU te drukken. Wanneer u