Operation Manual

Draadloos netwerk instellen (alleen CLP-325W(K)/CLP-326W)_ 53
1. Controleer of de netwerkkabel op de printer is aangesloten. Als dat
niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op de printer
aansluiten.
2. Sta
rt een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
3. Klik op Login rechtsboven op de website van SyncThru™ Web
Service.
Er verschijnt een aanmeldingspagina.
4. Typ
de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login.
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service, typt
u onderstaande standaard-ID en wachtwoord.
ID: admin
W
achtwoord: sec00000
5. Wa
nneer het venster SyncThru™ Web Service wordt
weergegeven, klikt u op Network Settings.
6. Klik op Wi
reless > Wizard.
Wizard helpt u bij de configuratie van het draadloze netwerk.
Als u het draadloze netwerk echter rechtstreeks wilt instellen,
selecteer dan Custom.
7. Selecteer de Network Na
me(SSID) in de lijst.
SSID: SSID
(Service Set Identifier) is een naam die een
draadloos netwerk aanduidt. Toegangspunten en draadloze
apparaten die een poging doen verbinding te maken met een
specifiek draadloos netwerk moeten dezelfde SSID gebruiken.
De SSID is hoofdlettergevoelig.
Oper
ation Mode: Operation Mode verwijst naar het type
draadloze verbinding (zie "Naam van draadloos netwerk en
netwerksleutel" op pagina 44).
- Ad
-hoc: in deze modus kunnen draadloze apparaten
rechtstreeks met elkaar communiceren in een
peer-to-peer-omgeving.
- In
frastructure: maakt het voor draadloze apparaten mogelijk
om via een toegangspunt met elkaar te communiceren.
Als de Operation Mode van uw netwerk ingesteld is op
Infrastructure selecteert u de SSID van het toegangspunt. Als
de Operation Mode ingesteld is op Ad-hoc selecteert u de
SSID van het apparaat. Houd er rekening mee dat "portthru"
de standaard SSID van uw apparaat is.
8. Klik op Ne
xt.
Als het venster met beveiligingsinstellingen voor draadloze
netwe
rken verschijnt, voert u het geregistreerde wachtwoord
(netwerksleutel) in en klikt u op Next.
9. Het
venster voor bevestiging verschijnt. Controleer de instellingen
van het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op
Apply.
Ontkoppel de netwerkkabel (standaard of netwerk). Uw
apparaat zou vervolgens draadloos met het netwerk moeten
communiceren. In ad-hocmodus kunt u tegelijkertijd een
draadloos LAN en een bekabeld LAN gebruiken.
De installatie voltooien
Nadat u uw draadloze netwerkprinter van Samsung hebt geïnstalleerd,
drukt u nogmaals het netwerkconfiguratierapport af. Bewaar dit rapport
zodat u er later op kunt teruggrijpen als dat nodig is. U bent nu klaar om uw
nieuwe draadloze Samsung-printer in uw netwerk te gebruiken.
Als het draadloze netwerk niet lijkt te werken, zet u alle
netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen en probeert u
het opnieuw (zie "Standaardfabrieksinstellingen terugzetten met
SyncThru™ Web Service" op pagina 40).
Het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen
U kunt het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen met SyncThru™ Web Service.
De standaardinstelling is ingeschakeld.
Voer de volgende stappen uit om de standaardmodus te wijzigen:
1. C
ontroleer of de netwerkkabel op de printer is aangesloten. Als dat niet
het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op de printer
aansluiten.
2. Start
een webbrowser zoals Internet Explorer, Safari of Firefox, en geef
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Bijvoorbeeld,
3. Klik op Login rechtsboven op de website SyncThru™ Web Service.
Er verschijnt een aanmeldingspagina.
4. T
yp de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op Login.
Als u zich voor het eerst aanmeldt b
ij SyncThru™ Web Service, typt u
de volgende standaardgegevens.
ID
: admin
Passwor
d: sec00000
5. Al
s het venster SyncThru™ Web Service wordt weergegeven, klikt u
op Network Settings.
6. Klik op Wireless > Cu
stom.
U kunt het Wi-Fi-netwerk ook in- of uitschakelen.
Problemen oplossen
Problemen oplossen die zich tijdens het instellen
van het draadloze netwerk en het installeren van het
apparaatstuurprogramma kunnen voordoen
Printers niet gevonden
Mogelijk staat uw printer niet aan. Zet de computer en printer aan.
De USB-kab
el tussen de computer en de printer is niet aangesloten.
Verbind de printer met de computer door middel van de USB-kabel.
Het ap
paraat ondersteunt geen draadloze netwerken. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de printer op de software-cd die bij het
apparaat is geleverd, en zorg dat u beschikt over een draadloze
netwerkprinter.
Verbindingsprobleem - SSID niet gevonden
De geselecteerde of opgegeven netwerknaam (SSID) kan niet
worden gevonden. Controleer de netwerknaam (SSID) op uw
toegangspunt en probeer opnieuw verbinding te maken.
Uw to
egangspunt is uitgeschakeld. Zet het toegangspunt aan.