Operation Manual

Basisinstellingen_ 55
5.Basisinstellingen
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende
hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat
instelt.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Luchtdrukaanpassing
De standaardlade en het papier instellen
De energiebesparingsfunctie gebruiken
Lettertype-instellingen wijzigen (alleen bij CLP-320N(K)/CLP-321N/
CLP-325W(K)/CLP-326W)
De Vochtigheid instellen
Luchtdrukaanpassing
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk die wordt
bepaald door de hoogte boven het zeeniveau waarop het apparaat zich
bevindt. De volgende informatie zal u helpen om uw apparaat in te stellen
op de beste afdrukkwaliteit. Voor u de hoogte instelt, moet u opzoeken wat
de hoogte is van de plaats waar u zich bevindt.
0
4,000 m
(13,123 ft)
3,000 m
(9,842 ft)
2,000 m
(6,561 ft)
1,000 m
(3,280 ft)
4
3
2
1
1 Hoog 1
2 Hoog 2
3 Hoog 3
4 Normaal
U kunt de luchtdrukaanpassing instellen in het Hulpprogramma
Printerinstellingen.
1. Dubbelklik op het pictogram voor Smart Panel in het systeemvak van
Windows of in het "Notification Area" van Linux. U kunt ook op Smart
Panel in de statusbalk van Mac OS X klikken (zie "Het programma
Smart Panel gebruiken" op pagina 76).
Als u daarentegen Windows gebruikt, kunt u het programma opstarten
doo
r in het menu Start Programma’s of Alle programma’s >
Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Smart
Panel te selecteren.
2. Klik op I
nstelling printer.
3. Selectee
r de juiste instelling in de vervolgkeuzelijst
Luchtdrukaanpassing.
4. Klik op de knop Toepassen.
Als uw apparaat is verbonden met een netwerk verschijnt automatisch
het venster SyncTh
ru™ Web Service. Dit kan ook worden aangepast via
SyncThru™ Web Service.
De standaardlade en het papier instellen
U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor
uw afdruktaken.
Vanaf uw computer
Windows
1. Klik op het menu Start in Windows.
2. In
Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
In
Windows XP/Server 2003 selecteert u Printers en
faxapparaten.
In
Windows Server 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm
> Hardware en geluiden > Printers.
In Win
dows 7 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en
printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3. Klik me
t de rechtermuisknop op uw apparaat.
4. In
Windows Server 2003/Server 2008/XP/Vista selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7/Server 2008 R2 selecteert u Voo
rkeursinstellingen
voor afdrukken in de contextmenu’s.
Als bij het item Voorkeursinstellingen het teken staat, kunt
u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
5. Klik op het ta
bblad Papier.
6. Selectee
r opties zoals het aantal exemplaren, papierformaat of type
papier.
7. Druk op OK.
Als u een speciaal papierformaat (bijv. factuurpapier) wilt
gebruiken, selecteert u Bewerken... op het tabblad Papier in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeurinstellingen openen" op pagina 66).
Macintosh
Macintosh ondersteunt deze functie niet. Macintosh-gebruikers moeten
de standaardinstelling handmatig wijzigen als ze op basis van andere
instellingen willen afdrukken.
1. Ope
n een Macintosh-toepassing en selecteer het bestand dat u wilt
afdrukken.
2. Open het menu Archief en klik op Druk af.