Operation Manual
Afdrukmedia en lade_ 62
( ●: ondersteund, leeg: niet ondersteund)
De volgende mediatypen worden getoond in de Vo
orkeursinstellingen.
Met de optie papiertype kunt u het papiertype instellen dat in de lade moet
worden geladen. Door de juiste media te selecteren, verkrijgt u een optimale
afdrukkwaliteit. Het selecteren van ongeschikte media kan tot een slechte
afdrukkwaliteit leiden.
• Nor
maal papier: gewoon papier. Selecteer dit type als u afdrukt op
papier van 70 tot 90 g/m
2
.
• Di
k papier: dik papier van 90 tot 105 g/m
2
.
• Du
n papier: dun papier van 60 tot 70 g/m
2
.
• Katoen: katoenpapier van 75 tot 90 g/m
2
.
• G
ekleurd papier: eenzijdig gekleurd papier van 75 tot 90 g/m
2
.
• Voo
rbedrukt: voorbedrukt papier/papier met briefhoofd van 75 tot 90 g/
m
2
.
• Krin
glooppapier: kringlooppapier van 75 tot 90 g/m
2
.
Als u kringlooppapier gebruikt, kunnen afdrukken gekreukt raken
of vastlopen vanwege een overmatige krul.
• Envelop: envelop van 75 tot 90 g/m
2
.
• T
ransparanten: transparanten van 0,104 tot 0,124 mm.
• Et
iketten: etiket van 120 tot 150 g/m
2
.
• Kaar
ten: karton van 105 tot 163 g/m
2
.
• Bankpost: bankpostpapier van 105 tot 120 g/m
2
.
• Archiefp
apier: 70 tot 90 g/m
2
. Als u de afdrukken geruime tijd wilt
bewaren (bijvoorbeeld in een archief).
• Glan
zende foto: glanzend fotopapier van 111 tot 220 g/m
2
.
• M
atte foto: mat fotopapier van 111 tot 220 g/m
2
.
Enveloppen
Of enveloppen goed worden bedrukt is afhankelijk van de kwaliteit van de
enveloppen.
Om een envelop af te drukken plaatst u ze met de klep naar onder en de
pl
aats voor de postzegel linksboven.
• Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
- G
ewicht: het gewicht van het enveloppenpapier mag niet meer dan
90 g/m
2
bedragen om te vermijden dat er een papierstoring optreedt.
- On
twerp: voordat u afdrukt, moeten de enveloppen plat liggen met
een krul van minder dan 6 mm en mogen ze geen lucht bevatten.
- Prob
leem: gebruik geen enveloppen die gekruld, verkreukeld of
beschadigd zijn.
- Temperatuur: gebruik enveloppen die bestand zijn tegen de druk
en de hitte die tijdens het afdrukken in het apparaat ontstaan.
• Geb
ruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
• Geb
ruik geen afgestempelde enveloppen.
• Geb
ruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters,
gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere
synthetische materialen.
• Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte
kwaliteit.
• Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal
doorloopt tot in de hoek.
21
1 Aanvaardbaar
2 Onaanvaardbaar
• Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien
dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur (circa
170 °C) van het apparaat. De extra kleppen en strips kunnen kreuken,
scheuren en papierstoringen veroorzaken en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
• Vo
or een optimale afdrukkwaliteit moeten de marges minstens 15 mm
van de rand van de envelop blijven.
• D
ruk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
Kleur ● ●
Voorbedrukt ● ●
Kringlooppapier ● ●
Envelop ●
Transparanten ●
Etiketten ●
Kaarten ●
Bankpost ●
Archiefpapier ●
Glanzende foto ●
Matte foto
●
Types Lade
Handmatige invoer
in de lade