Operation Manual

Verbruiksartikelen_ 97
8. Controleer of de kleur van de tonercassette overeenkomt met de
kleursleuf en neem vervolgens de handgrepen op de tonercassette vast.
Schuif de cassette in de printer tot deze op haar plaats klikt.
9. Sluit de voorklep. Zorg ervoor dat de klep goed is gesloten en schakel
vervolgens het apparaat in.
Als de voorklep niet volledig is gesloten, werkt het apparaat niet.
De beeldeenheid vervangen
Wanneer de beeldeenheid is versleten, verschijnt het Smart
Panel-programmavenster op het computerscherm om aan te geven dat de
beeldeenheid moet worden vervangen. Anders stopt uw apparaat met
afdrukken.
1. Schakel het apparaat uit en wacht enkele minuten tot het apparaat is
afgekoeld.
2. Druk
op de ontgrendelknop en open de voorklep volledig.
3. Pak de tonercassette vast bij de grepen en trek de cassette uit het
apparaat.
4. Trek de opvangbak voor gebruikte toner met de handgreep uit het
apparaat.
5. Haal de beeldeenheid uit het apparaat via de inkeping aan de voorzijde
van de beeldeenheid.
6. Neem een nieuwe beeldeenheid uit de verpakking.
Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of schaar,
om de beeldeenheid uit de verpakking te halen. U zou het
oppervlak van de beeldeenheid kunnen beschadigen.
Let e
rop dat u geen krassen maakt op het oppervlak van de
beeldeenheid.
Stel de beeldeenheid niet langer dan enkele minuten bloot aan
licht, om schade te voorkomen. Bedek de tonercassette indien
nodig met een stuk papier om ze te beschermen.
7. D
ruk de beeldeenheid in het apparaat terwijl u de inkeping aan de
voorzijde van de beeldeenheid vasthoudt.