Operation Manual

2.3 <Systeeminstallatie>
Geluidsinstellingen (alleen CLX-3160FN)
U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen:
Toetsgeluid: Schakelt het geluid van de toetsen aan of uit. Wanneer
deze optie op Aan staat
, hoort u een geluid wanneer er een toets
wordt ingedrukt.
Waarsch.geluid: Schakelt het alarmsignaal aan of uit. Wanneer deze
optie op Aan staat, hoort u een alarmsignaal wanneer er een fout
optreedt of na de verzending van een fax.
Luidspreker: Schakelt geluiden op de telefoonlijn doorheen de
luidspreker aan of uit, zoals de kiestoon of het faxsignaal. Met deze
optie op Communicatie, wat “Common (normaal)” betekent, staat de
luidspreker aan tot het andere apparaat reageert.
U kunt het volume regelen met behulp van On Hook Dial.
Belsignaal: Stelt het volume van het belsignaal in. Het
beltoonvolume kunt u instellen op Uit, Laag, Midden, en Hoog.
Luidspreker, beltoon, toetsgeluid en alarmsignaal
1 Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel van de
display verschijnt en druk vervolgens op OK.
2 Druk op de bladertoetsen tot Geluid/Volume verschijnt en druk
vervolgens op OK.
3 Druk op de bladertoetsen tot de gewenste geluidsoptie verschijnt
en druk vervolgens op OK.
4 Druk op de bladertoetsen tot de gewenste status of het gewenste
volume voor het geselecteerde geluid verschijnt en druk vervolgens
op OK.
5 Herhaal indien nodig stappen 3 tot en met 5 om andere geluiden in
te stellen.
6 Druk op Stop/Clear om terug te keren naar stand-bymodus.
Luidsprekervolume
1 Druk op On Hook Dial. De luidspreker geeft een kiestoon.
2 Druk op de bladertoetsen tot u het gewenste volume hebt.
3 Druk op Stop/Clear om de wijziging op te slaan en terug te keren
naar stand-bymodus.
NB
U kunt het volume van de luidspreker alleen wijzigen als de
telefoonlijn is aangesloten.
Tekens via het numerieke klavier invoeren
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren. Bij
de installatie van uw apparaat moet u bijvoorbeeld uw naam of de naam
van uw bedrijf en uw faxnummer invoeren. Wanneer u faxnummers of e-
mailadressen in het geheugen opslaat, kunt u ook de bijbehorende
namen invoeren.
Alfanumerieke tekens invoeren
1 Als u gevraagd wordt om een letter in te voeren, zoekt u de toets
met het gewenste teken. Druk een aantal keren op deze toets tot
het gewenste teken in de display verschijnt.
Om bijvoorbeeld de letter O in te voeren, drukt u op 6 waarop MNO
staat afgebeeld.
Elke keer dat u op 6 drukt, verschijnt op de display een andere
letter: M, N, O, m ,n ,o en tot slot 6.
U kunt ook speciale tekens invoeren (spatie, plusteken, enz.).
Raadpleeg het onderstaande deel voor meer informatie.
2 Als u nog meer letters wilt invoeren, herhaalt u stap 1.
Indien op dezelfde knop de volgende letter staat, moet u de cursor
bewegen door op de
rechter bladertoets te drukken en dan op de
knop met de gewenste letter. De cursor gaat naar rechts en het
volgende teken verschijnt in de display.
Als u een spatie wilt invoeren, drukt u tweemaal op 1.
3 Na het invoeren van de letters drukt u op OK.
Letters en cijfers op het klavier
Toets Toegewezen cijfers, letters of tekens
1 1 Spatie
2 A B C a b c 2
3 D E F d e f 3
4 G H I g h i 4
5 J K L j k l 5
6 M N O m n o 6
7 P Q R S p q r s 7
8 T U V t u v 8
9 W X Y Z w x y z 9
0 +-,.‘/*#&@0