Operation Manual

11.2 <Gebruik van een USB-flashgeheugen>
Scannen naar een USB-geheugenapparaat
U kunt een document scannen en de gescande afbeelding op een
USB-geheugenapparaat opslaan. Dit kunt u op twee manieren doen:
u kunt het apparaat scannen met de standaardinstellingen of u kunt uw
eigen scaninstellingen aanpassen.
Scannen
1 Steek een USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan
de voorkant van uw apparaat.
2 Plaats originelen met de voorzijde naar boven, of plaats een enkel
origineel op de glasplaat met de voorzijde naar onder.
Zie pagina 5.1 voor meer informatie over het laden van originelen.
3 Druk op Scan/Email.
4 Druk op OK wanneer Naar USB scan. op de onderste regel van de
display verschijnt.
5 Druk op OK, Color Start of Black Start wanneer USB verschijnt.
De kleurmodus blijft standaard ingesteld, ongeacht welke toets u
indrukt. Raadpleeg “Aangepast scannen naar USB” op pagina 11.2.
Uw apparaat begint het origineel te scannen en vraagt of u een
andere pagina wilt scannen.
6 Druk op OK wanneer Ja verschijnt om meer pagina’s te scannen.
Plaats een origineel en druk op Color Start of Black Start.
De kleurmodus blijft standaard ingesteld, ongeacht welke toets u
indrukt. Raadpleeg “Aangepast scannen naar USB” op pagina 11.2.
U kunt ook op de bladertoetsen drukken om Nee te selecteren en
vervolgens op OK.
Na het scannen, kunt u het USB-geheugenapparaat uit uw toestel
verwijderen.
Aangepast scannen naar USB
U kunt het formaat, de grootte en de kleurmodus van afbeeldingen
instellen telkens u ze naar een USB-geheugenapparaat scant.
1 Druk op Scan/Email.
2 Druk op Menu tot Scanfunctie op de onderste regel van de display
verschijnt en druk vervolgens op OK.
3 Druk op OK zodra USB-geheugen verschijnt.
4 Druk op de bladertoetsen tot de gewenste optie verschijnt en druk
vervolgens op OK.
U kunt de volgende opties instellen.
Scanformaat: Bepaalt de grootte van de afbeelding.
Oorspr. type: Bepaalt het documenttype van het origineel.
Resolutie: Bepaalt de resolutie van de afbeelding.
Scankleur: Bepaalt de kleurmodus. Als u Mono selecteert in
deze optie, kunt u JPEG niet selecteren in Scanindeling.
Scanindeling: Bepaalt het bestandsformaat waarin de afbeelding
moet worden opgeslagen. Wanneer u TIFF of PDF selecteert,
hebt u de mogelijkheid om meerdere pagina’s te scannen. Als u
JPEG selecteert in deze optie, kunt u Mono niet selecteren in
Scankleur.
5 Druk op de bladertoetsen tot de gewenste status verschijnt en
druk vervolgens op OK.
6 Herhaal stappen 4 en 5 om andere opties in te stellen.
7 Na voltooien drukt u op Stop/Clear om terug te keren naar stand-
bymodus.
U kunt de standaardscaninstellingen veranderen. Zie pagina 8.4 voor
meer informatie.
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt bestanden op het USB-geheugenapparaat rechtstreeks
afdrukken. U kunt TIFF-, BMP- en JPEG-bestanden afdrukken.
Bestandstypen die de optie Rechtstreeks afdrukken ondersteunt:
BMP: BMP niet-gecomprimeerd
TIFF: TIFF 6.0 Baseline
JPEG: JPEG Basislijn
Om een document af te drukken vanaf een USB-geheugenapparaat:
1 Steek een USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan
de voorkant van uw apparaat. Als u er reeds een hebt aangesloten,
drukt u op USB Print.
Uw apparaat detecteert automatisch het geheugenapparaat op en
leest de gegevens die erop zijn opgeslagen.
2 Druk op de bladertoetsen tot de gewenste map of het gewenste
bestand verschijnt en druk vervolgens op OK.
Indien u D voor een mapnaam ziet, zijn er één of meer bestanden
of mappen in de geselecteerde map.
3 Als u een bestand hebt geselecteerd, gaat u door met de volgende
stap.
Als u een map hebt geselecteerd, drukt op de bladertoetsen tot
het gewenste bestand verschijnt.
4 Druk op de bladertoetsen om het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken op te geven of voer het aantal in.
5 Druk op OK, Color Startof Black Start om het geselecteerde
bestand af te drukken.
U hebt de keuze tussen de volgende twee modi:
OK of Color Start: Afdrukken in kleur
Black Start: Afdrukken in zwart-wit
Na het afdrukken van het bestand wordt u gevraagd of u nog een
bestand wilt afdrukken.