Operation Manual

13.8 <Onderhoud>
7 Houd de handgrepen van de nieuwe beeldeenheid vast en duw de
eenheid in het apparaat.
8
Verwijder de vier kapjes op de openingen voor de tonercassettes in de
beeldeenheid.
Om het beschermkapje van de tonercassette te
verwijderen, tilt u de hendel omhoog en trekt u het eruit.
Opgepast
Door te veel druk uit te oefenen op de beschermkapjes
kunnen er problemen ontstaan.
9 Steek de tonercassettes en de cassette voor gebruikte toner in hun
corresponderende openingen tot ze vastklikken.
10 Sluit de voorklep goed.
11 Zet het apparaat aan.
Opgepast
Wanneer de voorklep niet volledig gesloten is, werkt het
apparaat niet.
NB
Na het herstarten zet uw apparaat de teller voor de
beeldeenheid automatisch weer terug.
Als de installatie op de juiste manier werd voltooid, wordt er
automatisch een begeleidend rapport afgedrukt. Wacht
ongeveer anderhalve minuut tot de printer klaar is.
Opgepast
Als u een krakend geluid hoort, installeer dan de
beeldeenheid opnieuw. De beeldeenheid is niet juist
geïnstalleerd.