Gebruikershandleiding CLX-330x/330xW Series CLX-330xFN/330xFW Series BASIS BASIS Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows. GEAVANCEERD Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen. Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
BASIS 1. Inleiding Belangrijkste voordelen 5 Functies per model 7 Nuttig om te weten 12 Basisfuncties voor faxen 64 Een USB-geheugenapparaat gebruiken 69 3.
BASIS 4. Problemen oplossen Tips om papierstoringen te voorkomen 97 Vastgelopen originelen verwijderen 98 Papierstoringen verhelpen 103 Informatie over de status-LED 108 Informatie over displaymeldingen 111 5.
1. Inleiding In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te gebruiken.
Belangrijkste voordelen Milieuvriendelijk • Snel on-demand afdrukken. - Voor enkelzijdig afdrukken in zwart-wit, 18 ppm (A4) of 19 ppm (Letter). - Voor enkelzijdig afdrukken in kleur, 4 ppm (A4) of 33 ppm (Letter). Gemak • Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en papier kunt sparen (zie "Eco-afdruk" op pagina 56). • U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 230).
Belangrijkste voordelen • Met AnyWeb Print kunt u een schermopname of afdrukvoorbeeld maken van een scherm in Windows Internet Explorer, en deze bewerken of afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma (zie "Samsung AnyWeb Print" op pagina 264). • Met Slim bijwerken kunt u controleren op de nieuwste software en de nieuwste versie installeren tijdens het installatieproces van het printerstuurprogramma. Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.
Functies per model Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land. Besturingssysteem CLX-330x Series CLX-330xW Series CLX-330xFN Series CLX-330xFW Series Windows ● ● Macintosh ● ● Linux ● ● Besturingssysteem (●: beschikbaar.
Functies per model Software U kunt het printerstuurprogramma en de software installeren wanneer u de software-cd in het cd-rom-station van uw computer plaatst. Voor Windows selecteert u het printerstuurprogramma en de software in het venster Selecteer de te installeren software en hulpprogramma's.
Functies per model Software SyncThru™ Web Service CLX-330x Series CLX-330xW Series CLX-330xFN Series CLX-330xFW Series ● ● (alleen CLX-330xW Series) SyncThru Admin Web Service ● ● (alleen CLX-330xW Series) Easy Eco Driver ● ● Faxen Samsung Network PC Fax ● Scannen Twain-scanstuurprogramma ● ● WIA-scanstuurprogramma ● ● Samsung Scanassistentb ● ● a.
Functies per model Verschillende functies CLX-330x Series CLX-330xW Series CLX-330xFN Series CLX-330xFW Series Hi-Speed USB 2.0 ● ● Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN ● ● functies (alleen CLX-330xW Series) ● ● (alleen CLX-330xW Series) (alleen CLX-330xFW Series) Google Cloud Print™ ● ● Eco-afdrukken (bedieningspaneel) ● ● Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)b ● ● USB-geheugeninterface ● ● Netwerkinterface 802.
Functies per model functies Faxen CLX-330x Series CLX-330xW Series CLX-330xFN Series CLX-330xFW Series Meerdere verz. ● Uitgest. verz. ● Prior. verz. ● Veilige ontv. ● Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - fax ● Scannen Scan naar pc ● ● Kopie Identiteitskaarten kopiëren ● ● Verkleinend of vergrotend kopiëren ● ● Sorteren ● ● 2 pagina's/vel, 4 pagina's/vel ● ● Achtergrond wijzigen ● ● (●: beschikbaar.
Nuttig om te weten Het apparaat drukt niet af. Er is papier vastgelopen. • Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst (zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 54). • Open en sluit de scaneenheid (zie "Voorkant" op pagina 20). • Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina 30).
Informatie over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat. • Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt. • Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat.
Veiligheidsinformatie Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar dit document goed nadat u het hebt gelezen. 4 Bedrijfsomgeving Waarschuwing 3 Belangrijke veiligheidssymbolen Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in dit hoofdstuk Waarschuwing Opgepast NIET proberen.
Veiligheidsinformatie 5 Opgepast Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het apparaat niet gebruikt. Bedieningswijze Opgepast Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Opgelet, het papieruitvoergebied is heet. Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken. U kunt brandwonden oplopen. Dit kan het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen voorwerpen in. Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan er brand ontstaan of kan het apparaat beschadigd raken. Het gebruik van sturingen of instellingen of het uitvoeren van procedures die afwijken van deze hier vermeld kan resulteren in gevaarlijke blootstelling aan straling. Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer. Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit het stopcontact.
Veiligheidsinformatie 7 Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat van 110V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn. Zo niet kan het apparaat beschadigd raken en een elektrische schok of brand veroorzaken.
Veiligheidsinformatie Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en te bedienen. Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen. Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker stof- en watervrij. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. • Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen die vastgeschroefd zijn. • Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld door een gekwalificeerde servicemedewerker.
Apparaatoverzicht 9 Toebehoren Netsnoer Beknopte installatiehandleiding Software-cda Div. accessoiresb a. De software-cd bevat de stuurprogramma's van de printer, de gebruikershandleiding en softwaretoepassingen. b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model. 1.
Apparaatoverzicht 10 Voorkant • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7). 3 Lade 9 Beeldeenheid 4 Voorklep 10 Scannereenheida b 5 Papieruitvoersteun 11 USB-poort 6 Bedieningspaneel 12 Glasplaat van de scanner a. Sluit de klep van de scanner voor u de scannereenheid opent. b.
Apparaatoverzicht CLX-330xFN Series / CLX-330xFW Series 1 2 3 4 13 10 9 14 8 15 7 11 16 12 6 5 1 Documentinvoerklep 9 Bedieningspaneel 2 Breedtegeleider voor documenten 10 3 Documentinvoerlade 11 Opvangbak voor gebruikte toner 4 Steun voor documentuitvoer 12 5 Greep 13 Scannereenheida b 6 Lade 14 USB-poort 7 Voorklep 15 Scannerdeksel 8 Documentuitvoerlade 16 Glasplaat van de scanner Tonercassette Beeldeenheid a.
Apparaatoverzicht 11 2 Achterkant 4 Aansluiting netsnoer Netwerkpoorta a. Alleen CLX-330xW Series. • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes. CLX-330xFN Series / CLX-330xFW Series • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
Overzicht van het bedieningspaneel • Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7). 12 CLX-330x Series / CLX-330xW Series 1 2 3 13 12 11 4 5 10 6 8 7 4 9 1.
Overzicht van het bedieningspaneel 1 WPSa Hiermee kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer (zie "Met de WPS-knop" op pagina 170). Wanneer u op deze knop drukt, wordt Sch.afdr. maken? op het LCD-display weergegeven. Als u alleen het actieve scherm wilt afdrukken, selecteert u Actief. Als u het volledige scherm wilt afdrukken, selecteert u Vol. • Schermafdruk kan alleen worden gebruikt bij de besturingssystemen van Windows en Macintosh.
Overzicht van het bedieningspaneel 8 9 Power/Wakeup Start Het apparaat in- of uitschakelen of het apparaat activeren vanuit de energiebesparingsmodus. Druk langer dan drie seconden op deze knop om het apparaat uit te schakelen, wanneer deze zich in de stand-bymodus bevindt. Hiermee start u een taak. 10 Back Hiermee keert u terug naar het bovenliggende menu. 11 Status-LED De functie geeft de status van uw printer weer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 108).
Overzicht van het bedieningspaneel 13 CLX-330xFN Series / CLX-330xFW Series 1 2 3 4 1 2 3 20 19 18 4 5 17 6 7 16 8 9 6 10 15 11 12 13 14 WPSa Hiermee kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer (zie "Met de WPS-knop" op pagina 170). Darknessb Hiermee past u de helderheid aan om een kopie te verkrijgen die beter leesbaar is als het origineel onduidelijke markeringen en donkere afbeeldingen bevat.
Overzicht van het bedieningspaneel 5 6 7 Faxen Pijltjes Menu Hiermee schakelt u over naar de faxmodus. Hiermee bladert u door de beschikbare opties in het geselecteerde menu en verhoogt of verlaagt u waarden. Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu's (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). 8 OK Hiermee bevestigt u de selectie op het scherm.
Overzicht van het bedieningspaneel 17 Scannen Hiermee schakelt u over naar de scanmodus. 18 Status-LED De functie geeft de status van uw printer weer (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 108). 19 Eco Overschakelen naar de eco-modus voor het besparen van toner en papier, alleen bij afdrukken en kopiëren via een pc (zie "Eco-afdruk" op pagina 56).
Het apparaat inschakelen 1 Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de schakelaar aan. Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u (Power/Wakeup) ongeveer 3 seconden ingedrukt. 1 2 De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 20). 2 De stroom wordt automatisch ingeschakeld.
Lokaal installeren van het stuurprogramma Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat aan een netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 158).
Het stuurprogramma opnieuw installeren Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren. 15 Windows 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma's > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Deïnstalleren. 3 4 Volg de instructies in het installatievenster.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
Menuoverzicht Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat. • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. • Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
Menuoverzicht Faxfunctiea Tonersterkte Normaal Donker+1- Donker+5 Licht+5- Licht+1 Resolutie Standaard Fijn Naar ander nr. Verzending St.inst. wijz. Aant. kiespog. Resolutie Opn. kiezen na Tonersterkte Doorst. nr fax Kenget. kiezen Formaat orig. Doorst. nr pc ECM-modus Doorst.&afdr. Faxbevestiging Aan TCR voor afb. Uit Doorst. nr fax Ontv. doorst. Veilige ontv. Superfijn Uit Fotofax Aan Formaat orig. Faxinstel.a Afdrukken Kiesmodusb Ontvangst Ontvangstmodus Meerdere verz. Pag.
Menuoverzicht Kopieerfunctie Formaat orig. Achtergrondkl. Kopieerinstel. St.inst. wijz. Verkl./vergr. Uit Formaat orig. Tonersterkte Auto Exemplaren Normaal Versterk.nv.1 Kopieen sort. Donker+1- Donker+5 Versterk.nv.2 Verkl./vergr. Licht+5- Licht+1 Vervag.niv. 1- Vervag.niv. 4 Tonersterkte Oorspr. type Tekst/Foto Oorspr. type Achtergrondkl. Foto Magazine Tekst Lay-out Normaal 2 pagina's/vel 4 pagina's/vel ID kopie 2.
Menuoverzicht Scanfunctie USB-functie Formaat orig. Oorspr. type Resolutie Kleurmodus Bestandsind. Tonersterkte Scaninstel. St.inst. wijz. USB-standaard Afdrukinst. Afdrukstand Venster Staand Versterken Liggend Gedetailleerd Exemplaren [1 - 999] Resolutie Normaal Duid. Tekst Uit Normaal Minimum Beste Normaal Invanging Uit Maximum Auto CR Normaal LF Maximum LF+CR Documenttype Emulatie Standaard Type emulatie Foto Instellingen Biz-afbeelding CAD Webpagina 2.
Menuoverzicht Systeeminst. Apparaatinst. Papierinstel. Rapport Onderhoud Apparaat-ida Papierformaat Configuratie Toner Op wis.d Faxnummera Type papier Info verb.art. Gebruiksduur Marge Demopagina Beeldmgr. Datum en tijda Klokmodus a Taal Energ.spaarst. Autom. uitsch.b Ontw.gebeurt. Geluid/Volumea Adresboeka Aangep. kleur Toetsgeluid Faxbevestiginga Geluidsaanp. Waarsch.geluid Fax verzondena Luidspreker Belsignaal Fax ontvangena Ongewenste faxa Time-out taak Netwerkconf.
Menuoverzicht Netwerka TCP/IP (IPv4) Draadloos DHCP Wi-Fi AAN/UITb BOOTP Wi-Fi Directc Statisch TCP/IP (IPv6) IPv6 activeren DHCPv6 config Ethernet-snel. WPS-inst.b WLAN-inst.c WLAN Standaardb WLAN-signaal b Onmiddellijk Instel. wissen 10 Mbps Half Netwerkconf. 10 Mbps Full Protocolmgr. 100 Mbps Half Netwerk activeren 100 Mbps Full Http Activate WINS SNMP V1/V2 UPnP(SSDP) MDNS SetIP SLP a. Alleen CLX-330xW Series/ CLX-330xFN Series/ CLX-330xFW Series. b.
De standaardinstellingen van het apparaat • U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen via Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer Manager. - Voor gebruikers van Windows en Macintosh, stel in vanaf 3 Kies de gewenste optie en druk op OK. • Taal: pas de taal aan die wordt weergegeven op het bedieningsscherm. • Datum en tijd: Zodra u tijd en datum hebt ingesteld, worden ze gebruikt in uitgesteld faxen en uitgesteld afdrukken. Ze worden afgedrukt in rapporten.
De standaardinstellingen van het apparaat • Als u drukt op de knop Power/Wakeup, start met afdrukken of een fax ontvangt, ontwaakt het apparaat uit de energiezuinige modus. • Druk op (Menu) > Systeeminst. > Apparaatinst. > Ontw.gebeurt. > Aan op het bedieningspaneel. Wanneer u op een knop drukt, behalve de Power/Wakeup knop, zal de machine ontwaken uit de energiezuinige modus.
Afdrukmateriaal en lade In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst. 2 Lade overzicht • Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet aan deze specificaties, kan dit problemen veroorzaken waarvoor reparatie vereist is. Zulke reparaties worden niet gedekt door de garantie of serviceovereenkomst van Samsung. • Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan uw apparaat beschadigen. Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Afdrukmateriaal en lade 3 Papier in de lade plaatsen 2 Open de papierklep. 3 Haal de lade handmatig uit het apparaat door de geleidervergrendeling in de lade in te drukken en te ontgrendelen. Stel vervolgens de papierlengte- en papierbreedtegeleider in. De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 20).
Afdrukmateriaal en lade 4 Buig de papierstapel of waaier het papier uit, om de pagina's van elkaar te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst. Bij papier dat langer is dan Letter-formaat ontgrendelt u de geleider van de lade en trekt u de lade naar buiten. Stel vervolgens de papierlengte- en papierbreedtegeleider in. 1 5 Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde naar boven.
Afdrukmateriaal en lade 6 Houd de breedtegeleider ingedrukt en schuif deze tegen de stapel papier, zonder het papier te buigen. 7 Sluit de papierklep. 8 Plaats de papierlade. 9 Stel het papiertype en -formaat voor de lade in als u een document wilt afdrukken (zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 47). De in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen krijgen voorrang op de instellingen op het bedieningspaneel.
Afdrukmateriaal en lade 4 Ladea Types Afdrukken op speciale afdrukmedia Normaal papier ● Dik papier ● Dun papier ● Bankpost ● Gekleurd papier ● Kartonpapier ● Etiketten ● Voorbedrukt ● • Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens een vel per keer in te voeren (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 122).
Afdrukmateriaal en lade Etiketten • Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken. • Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd.
Afdrukmateriaal en lade Voorbedrukt papier Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft. 5 Papierformaat en -type instellen Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst moet u het papierformaat en type instellen met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel.
Afdrukmateriaal en lade 4 5 Druk op OK om de selectie op te slaan. Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. • De instellingen die via het apparaatstuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen die via het bedieningspaneel werden opgegeven. a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de toepassing en het afdrukmenu. b Open Voorkeursinstellingen (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). c Klik op het tabblad Papier en selecteer het juiste papiertype.
Afdrukmateriaal en lade 7 8 Originelen voorbereiden • Plaats geen papier dat kleiner is dan 142 × 148 mm of groter dan 216 × 356 mm. • Vermijd het gebruik van de volgende papiertypes om papierstoringen, een slechte afdrukkwaliteit en schade aan het apparaat te voorkomen.
Afdrukmateriaal en lade 1 Til het deksel van de scanner op. 2 Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner. Plaats het document zorgvuldig in het verlengde van de markering linksboven op de glasplaat. 3 Sluit het deksel van de scanner. 2.
Afdrukmateriaal en lade • Als u het deksel van de scanner tijdens het kopiëren niet sluit, kan dat een nadelig effect hebben op de kopieerkwaliteit en het tonerverbruik. In de automatische documentinvoer 1 Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voor u de originelen plaatst. 2 Plaats de originelen in de documentinvoerlade met de bedrukte zijde naar boven.
Afdrukmateriaal en lade 3 Stel de ADI in overeenkomstig het papierformaat. Stof op de glasplaat van de ADI kan zwarte strepen op de afdruk veroorzaken. Houd de glasplaat schoon (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 90). 2.
Eenvoudige afdruktaken Raadpleeg de handleiding Geavanceerd (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 230) voor speciale afdrukfuncties. 3 Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren. 4 De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken.
Eenvoudige afdruktaken 10 Een afdruktaak annuleren Een afdruktaak die in een afdrukrij of afdrukspooler wacht om afgedrukt te worden, annuleert u op de volgende manier: • U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat ( • ) in de taakbalk van Windows. U kunt de huidige taak ook annuleren door op 1 2 Open het document dat u wilt afdrukken. 3 4 Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren. Kies Afdrukken in het menu Bestand.
Eenvoudige afdruktaken • U kunt voordat u gaat afdrukken eco-functies toepassen om papier en toner te besparen (zie "Easy Eco Driver" op pagina 265). • U kunt de huidige status van het apparaat controleren door op de knop Printerstatus te drukken (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 279). Voorkeursinstellingen gebruiken 3 4 Klik op opslaan. 5 Klik op OK. Als u instellingen opslaat onder Favorieten worden alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.
Eenvoudige afdruktaken 13 • De instellingen die via het stuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het bedieningspaneel. Eco-afdruk • Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan. Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco spaart natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke afdrukken te maken. Als u op het bedieningspaneel op de knop Eco drukt, staat deze modus aan.
Eenvoudige afdruktaken • 3 Sjabloon sel.: Volg de instellingen van Syncthru™ Web Service of Samsung Easy Printer Manager. Voordat u dit onderdeel selecteert, moet u eerst de eco-functie instellen in SyncThru™ Web Service (tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco > Settings) of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Eco). - Stand.-Eco: Het apparaat is ingesteld op de Stand.-Ecomodus. - Aang Eco: Pas alle vereiste waarden aan.
Normaal kopiëren Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie "Kopiëren" op pagina 203) voor speciale afdrukfuncties. Als u de kopieertaak moet annuleren terwijl deze wordt uitgevoerd, drukt u op (Stop/Clear). De kopieertaak wordt dan gestopt. 14 15 Normaal kopiëren 1 CLX-330x Series/CLX-330xW Series: Controleer of de LED van de knop Scan to uit is.
Normaal kopiëren Tonersterkte Tonersterkte Als er vlekken en donkere afbeeldingen op uw origineel staan, kunt u de helderheid aanpassen om de kopie beter leesbaar te maken. In het menu Tonersterkte kunt u het verschil tussen lichte en donkere stukken in een afbeelding verkleinen of vergroten. 1 CLX-330x Series/CLX-330xW Series: Controleer of de LED van de knop Scan to uit is.
Normaal kopiëren Origineel Verkleinde of vergrote kopie Met de oorspronkelijke instelling kunt u de kwaliteit van de kopie verbeteren door het documenttype voor de huidige kopieertaak te selecteren. U kunt het formaat van een gekopieerde afbeelding verkleinen of vergroten van 25% tot 400%, wanneer u originelen kopieert via de documentinvoer of de glasplaat. 1 CLX-330x Series/CLX-330xW Series: Controleer of de LED van de knop Scan to uit is.
Normaal kopiëren Om de grootte van de kopie aan te passen door rechtstreeks de schaalverhouding in te voeren 1 CLX-330x Series/CLX-330xW Series: Controleer of de LED van de knop Scan to uit is. CLX-330xFN Series/CLX-330xFW Series: Selecteer (Kopiëren) op het bedieningspaneel. 2 Selecteer (Menu) > Kopieerfunctie > Verkl./vergr. > Aangepast op het bedieningspaneel. 3 Geef het gewenste kopieerformaat op met het numerieke toetsenblok. 4 5 Druk op OK om de selectie op te slaan.
Normaal kopiëren 1 2 3 4 Druk op ID Copy op het bedieningsscherm. 5 Keer het origineel om en leg het op de glasplaat zoals wordt aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de scanner. 6 Druk op de knop Plaats een origineel op de glasplaat met de voorzijde naar onder zoals aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de scanner. (Start). Plaats voorzijde en druk [Start] verschijnt op het scherm. Druk op (Start). Het apparaat begint de voorzijde te scannen.
Basisfuncties voor scannen Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie "Scanfuncties" op pagina 242), voor speciale scanfuncties. IAls u de Niet beschikbaar boodschap ziet, controleer dan de poortverbinding of selecteert Scannen vanaf paneel op apparaat inschakelen in Samsung Easy Printer Manager > Schakel over naar geavanceerde modus > Instellingen voor scannen naar pc. 17 Basisfuncties voor scannen Dit is de normale en gebruikelijke procedure voor het scannen van originelen.
Basisfuncties voor faxen 18 • Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie "Faxfuncties" op pagina 251), voor speciale faxfuncties. • U kunt dit apparaat niet als faxapparaat gebruiken via een internettelefoon. Raadpleeg uw internetprovider voor meer informatie. • Wij raden het gebruik van traditionele analoge telefoondiensten (PSTN: Public Switched Telephone Network) wanneer u telefoonlijnen aansluit om de fax te gebruiken.
Basisfuncties voor faxen 4 Voer het faxnummer van de ontvanger in (zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op pagina 224). 1 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49). 5 Druk op (Start) op het bedieningsscherm. Het document wordt gescand en naar de bestemmingen gefaxt.
Basisfuncties voor faxen 7 U kunt geen faxen verzenden met deze functie wanneer u hebt gekozen voor superfijn of wanneer de fax in kleur is. Als u meerdere faxnummers wilt invoeren, drukt u op OK wanneer Ja oplicht, en herhaalt u stap 5 en 6. • U kunt maximaal 10 bestemmingen ingeven. 1 2 3 4 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49).
Basisfuncties voor faxen • 21 De documentinstellingen aanpassen Voordat u een fax verstuurt, wijzigt u de volgende instellingen overeenkomstig de eigenschappen van het origineel voor een optimaal resultaat. • Verzenden vanuit het geheugen is niet mogelijk in de modus Superfijn. De resolutie-instelling wordt automatisch gewijzigd in Fijn.
Basisfuncties voor faxen Tonersterkte U kunt de helderheid van het originele document selecteren. De ingestelde helderheid geldt voor de huidige faxtaak. Voor het aanpassen van de standaardinstellingen (zie"faxen" op pagina 207). 1 Selecteer (faxen) > het bedieningspaneel. 2 3 Selecteer de gewenste tonerinstelling. Druk op (Menu) > Faxfunctie > Tonersterkte op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. 2.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een USB-geheugenapparaat samen met uw apparaat kunt gebruiken. 22 Over USB-geheugen 23 Een USB-geheugenapparaat aansluiten Til het deksel van de scanner iets op en plaats het USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort. Sluit het deksel van de scanner weer voordat u het apparaat gebruikt.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken U mag alleen een geautoriseerd USB-opslagapparaat met een A plugverbinding gebruiken. A 24 Scannen naar een USB-geheugenapparaat B • Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie "Toegang tot het menu" op pagina 33) • Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan. Gebruik alleen een metalen en afgeschermd USB-geheugenapparaat.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken 3 4 5 Als u meerdere pagina's wilt scannen, selecteert u Yes wanneer Another Page? Yes/No wordt weergegeven. Na het scannen kunt u het USBgeheugenapparaat uit het apparaat verwijderen. Aangepast scannen naar USB U kunt het formaat, de grootte en de kleurenmodus van afbeeldingen instellen telkens als u ze naar een USB-geheugenapparaat scant. Selecteer de gewenste status en druk op OK. Herhaal stappen 2 en 3 om andere opties in te stellen.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken Om een document af te drukken vanaf een USBgeheugenapparaat 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort op uw apparaat en druk vervolgens op Direct USB. 2 3 Selecteer Afdrukken via USB. 26 USB-geheugen beheren U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-geheugenapparaat een voor een of allemaal tegelijk verwijderen door het apparaat opnieuw te formatteren.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken 4 5 Selecteer Ja. Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. USB-geheugenapparaat formatteren 1 Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort op uw apparaat en druk vervolgens op Direct USB. 2 3 4 Selecteer Bestandsbeheer > Indeling en druk op OK. Selecteer Ja. Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
3. Onderhoud In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen.
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen. Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de klantenservice.
Beschikbare verbruiksartikelen Als de verbruiksartikelen het einde van hun gebruiksduur naderen, kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen: Gemiddeld aantal afdrukkena Type Tonercassette Benaming van onderdeel • Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een zwarte tonercassette: Ong. 1.500 standaardpagina’s (zwart) • K406 (CLT-K406S): Zwart • Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een kleurentonercassette: Circa 1.
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te bestellen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gemiddelde levensduur is verstreken, valt niet onder de garantie.
De tonercassette bewaren Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette. Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt. Idealiter in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid.
De tonercassette bewaren 3 Geschatte levensduur van tonercassette De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. De eigenlijke capaciteit kan variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u afdrukt, de omgeving, percentage afbeeldingen, de tijd tussen de afdruktaken, het type media en het mediaformaat.
Toner herverdelen Als de tonercassette bijna leeg is: • Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten. • De Status-LED knippert rood. Er verschijnt mogelijk een bericht op het display dat aangeeft dat de toner bijna op is. • Het Samsung-printerstatus-programmavenster verschijnt op het computerscherm om aan te geven welke kleurentonercassette bijna leeg is (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 279).
Toner herverdelen 3.
De tonercassette vervangen • Schud de tonercassette grondig. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin. • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 20). • Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een mes of een schaar om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
De tonercassette vervangen 3.
De cassette voor gebruikte toner vervangen Als de cassette voor gebruikte toner versleten is, verschijnt er een bericht op het display van het bedieningspaneel om aan te geven dat de cassette voor gebruikte toner vervangen moet worden. Controleer de cassette voor gebruikte toner van uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 76).
De cassette voor gebruikte toner vervangen 3.
De beeldeenheid vervangen Wanneer de beeldeenheid is versleten, verschijnt het venster Printerstatus op het computerscherm, waarin wordt aangegeven dat de beeldeenheid moet worden vervangen. Anders stopt het apparaat met afdrukken. • Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of schaar, om de beeldeenheid uit de verpakking te halen. U zou het oppervlak van de beeldeenheid kunnen beschadigen. • Let erop dat u geen krassen maakt op het oppervlak van de beeldeenheid.
De beeldeenheid vervangen 3.
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt of gescand. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen. Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan. 1 2 3 Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud > Gebruiksduur op het bedieningsscherm. Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op" Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet. • U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen via Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer Manager.
Het apparaat reinigen Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen. • Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de behuizing verkleuren of vervormen.
Het apparaat reinigen 5 De binnenkant reinigen Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat te reinigen. • Om schade aan de beeldeenheid te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht.
Het apparaat reinigen 1 2 1 2 3.
Het apparaat reinigen 6 Scannereenheid reinigen Houd de scannereenheid goed schoon. Dat komt de kwaliteit van de kopieën ten goede. Wij raden u aan de scannereenheid aan het begin van elke dag te reinigen en dit zo nodig in de loop van de dag te herhalen. • Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
Het apparaat reinigen 3 Veeg de glasplaat van de scanner schoon en droog. 1 3 2 4 5 1 2 3 4 5 4 Witte strook Glasplaat van de documentinvoer Wit blad Scannerdeksel Glasplaat van de scanner Sluit het deksel van de scanner. 3.
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat • U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren. • Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden. 3.
4. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. • Tips om papierstoringen te voorkomen 97 • Vastgelopen originelen verwijderen 98 • Papierstoringen verhelpen 103 • Informatie over de status-LED 108 • Informatie over displaymeldingen 111 In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, moet u eerst hierop kijken om de fout op te lossen.
Tips om papierstoringen te voorkomen U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te voorkomen: • Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 41). • Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken. • Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
Vastgelopen originelen verwijderen Als een origineel vastloopt in de ADI verschijnt er een waarschuwingsbericht op het display. Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. Gebruik de glasplaat van de scanner voor originelen van dik, dun of gemengd papier om papierstoringen te voorkomen. 4.
Vastgelopen originelen verwijderen 1 Er is een origineel vastgelopen vóór de scanner • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 20). • Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 10). 4.
Vastgelopen originelen verwijderen 2 Het origineel is in de scanner vastgelopen • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 20). • Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 10). 4.
Vastgelopen originelen verwijderen 4.
Vastgelopen originelen verwijderen 3 Het origineel is vastgelopen in het uitvoergebied van de scanner. • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 20). • Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Voorkant" op pagina 20). 1 2 Verwijder alle resterende pagina’s uit de ADI.
Papierstoringen verhelpen Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. 4 In de papierlade De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 20). 4.
Papierstoringen verhelpen 4.
Papierstoringen verhelpen 5 Binnenin het apparaat • Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 20). 4.
Papierstoringen verhelpen 6 In het uitvoergebied • Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 20). 4.
Papierstoringen verhelpen 4.
Informatie over de status-LED De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan. • Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 23). • Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 111).
Informatie over de status-LED LED Status Groen Omschrijving Uit Het apparaat is offline. Knippert Als het lampje knippert, is het apparaat bezig met het ontvangen of afdrukken van gegevens. Aan • Het apparaat is online en klaar voor gebruik. • Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het bericht op het display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken. Knippert Status • De tonercassette is bijna leeg.
Informatie over de status-LED LED Status Aan Eco Scan to Omschrijving Eco-modus is ingeschakeld. De standaardinstelling in de eco-modus is 2 op 1 vel en tonerbesparing. Groen Uit Eco-modus is uitgeschakeld. Aan Eco-modus is ingeschakeld. De standaardinstelling in de eco-modus is 2 op 1 vel en tonerbesparing. Groen Uit Eco-modus is uitgeschakeld. a. De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette.
Informatie over displaymeldingen Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het probleem. 7 Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen papier Melding • Deze functie wordt niet ondersteund op apparaten met een bedieningspaneel met display.
Informatie over displaymeldingen 8 Melding Pap.st. in uitv.gebied Papier op in [ladetype] Betekenis Er is papier vastgelopen bij de uitgang. De lade is leeg. Voorgestelde oplossing Verwijder het vastgelopen papier (zie "In het uitvoergebied" op pagina 106). Plaats papier in de lade (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 42). Meldingen over de tonercassette Melding Betekenis Voorgestelde oplossing • Tonercassette Er is geen tonercassette • Plaats tonercassette geplaatst.
Informatie over displaymeldingen Melding Betekenis • Vervang toner De aangegeven • Plaats nieuwe tonercassette is bijna aan het einde van de cass. geschatte levensduur. a Voorgestelde oplossing • U kunt kiezen tussen Stop of Doorgaan, zoals weergegeven op het bedieningspaneel. Als u Stop selecteert, stopt de printer met afdrukken en kunt u niet meer afdrukken zolang u de cassette niet hebt vervangen.
Informatie over displaymeldingen 10 Meldingen over het netwerk Melding Netw.probl.: IP-conflict Draadloos netwerk • BOOTPprobleem: automatisch IP uitvoeren Betekenis Het door u ingestelde IPadres wordt al door iemand anders gebruikt. Melding Voorgestelde oplossing Controleer het IP-adres en stel het zo nodig opnieuw in (zie "Een netwerkconfiguratierapp ort afdrukken" op pagina 155). Draadloze module is niet geïnstalleerd. Start het apparaat opnieuw op en probeer nogmaals af te drukken.
Informatie over displaymeldingen 11 Melding Div. meldingen Melding Aanp. Registratie Kalibreren van BDH. Klep open Sluit klep. Scannereenheid open of Storing in het uitvoergebied Betekenis Voorgestelde oplossing De aangegeven tonercassette is niet juist geplaatst of de aansluiting is vies. Installeer de tonercassette van Samsung twee of drie keer om er zeker van te zijn dat deze juist is geplaatst. Of reinig de connector.
Informatie over displaymeldingen Melding Niet compatibele transportriem Geen opvangbak gepl. Faxlijn controleren Nt juiste k.tmp. Verplaats apparaat Uitvoervak vol Verw. pap. Betekenis Voorgestelde oplossing Melding Betekenis Voorgestelde oplossing De transportriem is bijna versleten. Vervang de transportriem door een nieuwe. Neem contact op met de servicevertegenwoordiger. De transportriem is versleten. Vervang de transportriem met een nieuwe. Neem contact op met de servicevertegenwoordiger.
Informatie over displaymeldingen Melding Vervangen vervangen Plaats nieuwe fixeereenheid Betekenis De fixeereenheid is versleten. De fixeereenheid is versleten. Voorgestelde oplossing Vervang de tonercatalysatoreenheid met een nieuwe. Neem contact op met de servicevertegenwoordiger. Toneropvangbak vervangen/ installeren De levensduur van de gebruikte tonercassette is verlopen en de printen zal stoppen met werken tot een nieuwe tonercassette in de printer geplaatst wordt.
5. Bijlage In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
Specificaties 1 Algemene specificaties De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar www.samsung.com voor mogelijk gewijzigde informatie. Items Afmetingen Breedte x Lengte x Hoogte Omschrijving CLX-330x Series 406 x 362 x 288,6 mm CLX-330xW Series CLX-330xFN Series 406 x 362 x 333,5 mm CLX-330xFW Series Gewicht Apparaat inclusief verbruiksartikelen CLX-330x Series 12,80 Kg CLX-330xW Series CLX-330xFN Series 13,96 Kg CLX-330xFW Series 5.
Specificaties Items Geluidsniveaua Stand-bymodus Achtergrondgeluid Afdrukmodus Afdrukken in kleur Minder dan 46 dB(A) Afdrukken in zwart-wit Minder dan 48 dB(A) Glasplaat van de scanner Minder dan 52 dB(A) Documentinvoer Minder dan 53 dB(A) Glasplaat van de scanner Minder dan 51 dB(A) Documentinvoer Minder dan 51 dB(A) Kopieermodus Scanmodus Temperatuur Omschrijving Gebruik 10 tot 32 °C Opslag (in verpakking) 0 tot 40 °C Relatieve luchtvochtigheid Gebruik 20 tot 80% RV Opslag (in
Specificaties Items Stroomverbruik Omschrijving Gemiddeld vermogen Minder dan 290 Watt Stand-bymodus Minder dan 60 Watt Energiebesparende modus • CLX-330x Series: Minder dan 1,2 Watt • CLX-330xW Series: Minder dan 1,7 Watt • CLX-330xFN Series: Minder dan 1,6 Watt • CLX-330xFW Series: Minder dan 2,1 Watt Draadloosc Uitgeschakelde toestand Minder dan 0,45 Watt Module SPW-B4319S a. Geluidsdrukniveau, ISO 7779.
Specificaties 2 Specificaties van de afdrukmedia Type Formaat Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Afmetingen Lade Normaal papier Letter 216 x 279 mm 60 tot 85 g/m2 (bankpostpapier) Legal 216 x 356 mm • 150 vellen van 75 g/m2 (bankpostpapier).
Specificaties Type Formaat Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Afmetingen Lade Zie Normaal papier Katoen Zie Normaal papier Gekleurd Voorbedrukt 75 tot 90 g/m2 (bankpostpapier) • 150 vellen van 75 g/m2 (bankpostpapier). Zie Normaal papier Zie Normaal papier 60 tot 85 g/m2 (bankpostpapier) • 150 vellen van 75 g/m2 (bankpostpapier).
Specificaties Type Formaat Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Afmetingen Lade Minimaal formaat (aangepast) 76 x 152 mm Maximaal formaat (aangepast) 216 x 356 mm 60 tot 120 g/m2 (bankpostpapier) a. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden. b. De zachtheid van de voor dit apparaat gebruikte etiketten moet tussen 100 tot 250 (sheffield) bedragen. Deze getallen verwijzen naar het gladheidsniveau.
Specificaties 3 Systeemvereisten Microsoft® Windows® Vereisten (aanbevolen) Besturingssysteem Processor RAM Vrije schijfruimte Windows® XP Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (256 MB) 1,5 GB Windows Server® 2003 Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (512 MB) 1,25 GB tot 2 GB Windows Server® 2008 Intel® Pentium® IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz) 512 MB (2 GB) 10 GB Windows Vista® Intel® Pentium® IV 3 GHz 512 MB (1 GB) 15 GB Windows® 7 Intel® Pentium® IV 1 G
Specificaties Macintosh Besturingssysteem Mac OS X 10.4 Mac OS X 10.5 Vereisten (aanbevolen) Processor RAM Vrije schijfruimte • Intel®-processoren • 128 MB voor Mac met PowerPC (512 MB) 1 GB • PowerPC G4/G5 • 512 MB voor een Mac op basis van Intel (1 GB) • Intel®-processoren 512 MB (1 GB) 1 GB • 867 MHz of sneller Power PC G4/G5 Mac OS X 10.6 • Intel®-processoren 1 GB (2 GB) 1 GB Mac OS X 10.7 • Intel®-processoren 2 GB 4 GB 5.
Specificaties Linux Items Besturingssysteem Vereisten RedHat® Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bits) Fedora 5 ~ 13 (32/64 bits) SuSE Linux 10.1 (32 bits) OpenSuSE® 10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bits) Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64 bit) Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10, 10.04 (32/64 bits) SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bit) Debian 4.0, 5.0 (32/64 bit) Processor Pentium IV 2,4GHz (Intel Core™2) RAM 512 MB (1 GB) Vrije schijfruimte 1 GB (2 GB) 5.
Specificaties 4 Netwerkomgeving Alleen voor draadloze en netwerkmodellen (zie "Functies per model" op pagina 7). U moet de netwerkprotocollen op het apparaat installeren om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel worden de netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund. Items Netwerkinterface Specificaties • Ethernet 10/100 Base-TX bedraad LAN • 802.
Informatie over wettelijke voorschriften Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften. 5 Verklaring inzake laserveiligheid De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1: 2007.
Informatie over wettelijke voorschriften 6 8 Veiligheid in verband met ozon Energiebesparingsmodus De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat dus op een plaats met goede ventilatie. Deze printer is uitgerust met een geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd.
Informatie over wettelijke voorschriften 10 11 Alleen voor China Correcte verwijdering van dit product (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) (Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelingssystemen voor batterijen) Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische accessoires (bijv.
Informatie over wettelijke voorschriften (Alleen voor de Verenigde Staten) Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze website: www.samsung.com/recyclingdirect Of bel (877) 278 - 0799 12 Alleen voor Taiwan 13 Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale apparaten van klasse B, zoals vastgelegd in deel 15 van de FCC-voorschriften.
Informatie over wettelijke voorschriften Canadese regelgeving inzake radio-interferentie Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (limieten van klasse B) voor stoorsignalen vanuit digitale apparatuur die zijn bepaald in de standaard voor apparatuur die interferentie zou kunnen veroorzaken, met de titel "Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science Canada.
Informatie over wettelijke voorschriften FCC-bepaling voor het gebruik in draadloze LAN’s: Tijdens de installatie en het gebruik van een combinatie van deze zender en antenne kan dicht bij de geïnstalleerde antenne de RFblootstellingsgrens van 1 mW/cm2 worden overschreden. Daarom moet de gebruiker altijd minstens 20 cm afstand houden van de antenne. Dit apparaat kan niet worden geïnstalleerd met een andere zender en verzendantenne.
Informatie over wettelijke voorschriften 19 20 Alleen Canada Dit product voldoet aan de geldende technische specificaties van Industry Canada. / Le present materiel est conforme aux specifications techniques applicables d’Industrie Canada. Het REN (Ringer Equivalence Number) is een indicatie van het maximum aantal apparaten dat mag worden aangesloten op een telefooninterface.
Informatie over wettelijke voorschriften 21 REN-nummer (Ringer Equivalence Number) Volgens de voorschriften van de FCC (Federal Communication Commission) kunnen wijzigingen of modificaties aan dit apparaat die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant ertoe leiden dat de gebruiker het recht verliest om het apparaat te gebruiken. Wanneer randapparatuur schade aan het telefoonnet veroorzaakt, moet de telefoonmaatschappij de klant waarschuwen dat de dienst kan worden onderbroken.
Informatie over wettelijke voorschriften • • Als u zich in een gebied bevindt waar veel onweer voorkomt of regelmatig spanningspieken optreden in het lichtnet, raden we u aan om zowel voor het lichtnet als de telefoonlijn een piekspanningsbeveiliging te installeren. Piekspanningsbeveiligingen kunt u aanschaffen bij uw dealer of bij een elektronica speciaalzaak.
Informatie over wettelijke voorschriften Belangrijke waarschuwing: Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten. De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering: 23 Verklaring van overeenstemming (Europese landen) Goedkeuringen en certificeringen • Groen/geel: aarding • Blauw: neutraal • Bruin: fase Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet overeenstemmen met die van de stekker.
Informatie over wettelijke voorschriften 9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EC van de Raad inzake radioapparatuur en eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge herkenning van hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn gedefinieerd.
Informatie over wettelijke voorschriften Europese landen met gebruiksbeperkingen: EU In Frankrijk mag deze apparatuur alleen binnenshuis worden gebruikt. EEA/EFTA-landen Geen beperkingen op dit ogenblik. 24 Alleen voor Israël 25 Mededelingen aangaande normen Draadloze geleiding Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen (radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz/5 GHz-band.
Informatie over wettelijke voorschriften Sommige omstandigheden leggen beperkingen op aan draadloze apparaten. Hieronder zijn voorbeelden van gebruikelijke beperkingen opgenomen. Draadloze RF-communicatie kan interferentie veroorzaken met apparatuur aan boord van burgerluchtvaarttoestellen. De huidige luchtvaartreglementeringen eisen dat draadloze toestellen aan boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld tijdens de vlucht. IEEE 802.
Informatie over wettelijke voorschriften 26 Alleen voor China 5.
Copyright © 2012 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze gebruikershandleiding. • Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
Gebruikershandleiding CLX-330x/330xW Series CLX-330xFN/330xFW Series GEAVANCEERD GEAVANCEERD Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen. Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. BASIS Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows.
GEAVANCEERD 1. Installatie van de software 3. Menu´s met nuttige instellingen Installatie voor de Macintosh 148 Voordat u een hoofdstuk gaat lezen 201 Opnieuw installeren voor Macintosh 150 Afdrukken 202 Installatie voor Linux 151 Kopiëren 203 Opnieuw installeren voor Linux 152 faxen 207 Scannen 212 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken Systeeminstallatie 214 Netwerkinstallatie 220 Nuttige netwerkprogramma’s 154 4.
GEAVANCEERD Samsung Easy Color Manager 263 Samsung AnyWeb Print 264 Easy Eco Driver 265 SyncThru™ Web Service gebruiken 266 Samsung Easy Printer Manager gebruiken 269 Werken met Samsung Easy Document Creator 273 Samsung-printerstatus gebruiken 279 De Linux Unified Driver Configurator gebruiken 281 6.
1. Installatie van de software Dit hoofdstuk levert instructies voor het installeren van essentiële en nuttige software voor gebruik in een opstelling waarbij het apparaat via een kabel aangesloten is. Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten.
Installatie voor de Macintosh 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 12 Na het installeren van de software moet u uw computer opnieuw opstarten. Klik op Ga door met installatie. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 13 14 Wanneer de installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten of Herstart. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 Klik op Ga door.
Installatie voor de Macintosh 18 Klik op Voeg toe. Het faxstuurprogramma installeert u als volgt: a Open de map Programma's > Samsung > Faxwachtrijmaker. b Uw apparaat wordt weergegeven in de Printerlijst c Selecteer het gewenste apparaat en klik op de knop Maken 1.
Opnieuw installeren voor Macintosh Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Uninstaller OS X. 5 6 Voer het wachtwoord in en klik op OK.
Installatie voor Linux U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de printersoftware te installeren (http://www.samsung.com > vind uw product > Service en downloads). 1 Het Unified Linux-stuurprogramma installeren 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. 7 Zodra de installatie is voltooid, klikt u op Finish.
Opnieuw installeren voor Linux Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan te maken.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt.
Nuttige netwerkprogramma’s Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een netwerkomgeving de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier in te voeren. Zo kan de netwerkbeheerder diverse apparaten in het netwerk beheren. • Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken moet u het IPadres instellen. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
Instelling bekabeld netwerk 4 Een netwerkconfiguratierapport afdrukken U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat, waarin de huidige netwerkinstellingen van uw apparaat worden weergegeven. Dit zal u helpen bij de installatie van een netwerk. Druk op de knop Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en afdrukken via het netwerk.
Instelling bekabeld netwerk 7 Voer als volgt de nieuwe apparaatgegevens in in het configuratievenster. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan. IPv4-configuratie met het programma SetIP (Macintosh) Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de computer uitschakelen via Systeemvoorkeuren > Beveiliging > Firewall. De volgende instructies kunnen verschillen per model.
Instelling bekabeld netwerk Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 155). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. 6 7 4 Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 155). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. Selecteer Apply, OK en opnieuw OK.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7). 3 Selecteer Nu installeren. 4 Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en vink het selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst aan. Klik daarna op Volgende. • Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 22).
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 5 Kies de optie in Gebruik van verbeterde functies en deelname aan het verzamelprogramma voor gebruiksinformatie van printer. Klik daarna op Volgende. 6 Selecteer Netwerkverbinding in het scherm Printerverbindingstype. 7 Als het venster Apparaat aansluiten verschijnt, controleert u of het apparaat met uw netwerk is verbonden. Klik daarna op Volgende.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk Opdrachtregel /p"" of /P"" Definitie Specificeert de printerpoort. Er wordt een netwerkpoort gemaakt aan de hand van de standaard TCP/ IP-poortmonitor. Voor een lokale poort moet deze poort op het systeem bestaan voor deze door een opdracht wordt gespecificeerd. /a"" of /A"" Specificeert het doelpad voor de installatie. Het doelpad moet een volledig gekwalificeerd pad zijn.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk Opdrachtregel /x of /X /up"" of / UP"" /d of /D Definitie Omschrijving Maakt gebruik van bestaande apparaatstuurprogramm abestanden om de printerinstantie te maken als deze al is geïnstalleerd. Deze opdracht biedt een mogelijkheid om een printerinstantie te installeren die gebruikmaakt van geïnstalleerde printerstuurprogrammabes tanden zonder een bijkomend stuurprogramma te installeren.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 7 Macintosh 1 Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en ingeschakeld is. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 Klik op Ga door. 8 Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat alle programma´s worden afgesloten. Klik op Ga door. 9 Klik op Ga door in het paneel Gebruikersopties.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 16 In Mac OS X 10.4 klikt u op IP-printer. • 17 a Open de map Programma's > Samsung > Faxwachtrijmaker. b Uw apparaat wordt weergegeven in de Printerlijst. c Selecteer het gewenste apparaat en klik op de knop Maken. Selecteer HP Jetdirect - Socket in Protocol. Als u een document van vele pagina’s afdrukt, kunt u de prestaties van de printer verbeteren door Socket te kiezen in de opties bij Printertype.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Dubbelklik op cdroot > autorun 5 Het IP-adres en de modelnaam van de printer worden in de lijst weergegeven. 6 7 8 Selecteer uw apparaat en klik op Next. Het venster Samsung Installer wordt geopend. Klik op Next. Het venster "Add printer wizard" gaat open. Klik op Next. Selecteer Netwerkprinter en klik op de knop Search. Het IP-adres en het model van de printer verschijnen in de lijst.
IPv6-configuratie 9 IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of latere versies. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7 of "Menuoverzicht" op pagina 33). • Als het IPv6-netwerk niet lijkt te werken, zet u alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen en probeert u het opnieuw met behulp van Instel. wissen.
IPv6-configuratie 3 Druk op de toets OK om de gewenste waarde te selecteren. • DHCPv6 Addr: gebruik DHCPv6 altijd, ook als de router er niet om vraagt. • DHCPv6 uit: gebruik DHCPv6 nooit, ook niet als een router erom vraagt. • Router: Gebruik DHCPv6 alleen als een router erom vraagt. 10 Via de SyncThru™ Web Service IPv6 activeren 1 Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.
IPv6-configuratie Configuratie IPv6-adres 1 Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6-adressering als URL ondersteunt. 2 Selecteer een van de IPv6-adressen (Link-local Address, Stateless Address, Stateful Address, Manual Address) uit het netwerkconfiguratierapport (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 155). 3 • Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen (adres begint met FE80).
Draadloos netwerk instellen • Controleer of uw apparaat een draadloos netwerk ondersteunt. Afhankelijk van het model is een draadloos netwerk mogelijk niet beschikbaar (zie "Functies per model" op pagina 7). • Als het IPv6-netwerk niet lijkt te werken, zet u alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen en probeert u het opnieuw met behulp van Instel. wissen. Naam van draadloos netwerk en netwerkwachtwoord Draadloze netwerken vereisen een hoger beveiligingsniveau.
Draadloos netwerk instellen 12 Methoden voor het instellen van een draadloos netwerk U kunt de instellingen van uw draadloze netwerk configureren vanaf het apparaat of de computer. Kies de instellingsmethode uit de onderstaande tabel. Sommige installatiemethoden voor het draadloze netwerk zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of land.
Draadloos netwerk instellen Wat u nodig hebt 13 Met de WPS-knop Als uw printer en een toegangspunt (of draadloze router) Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunen, kunt u de instellingen voor het draadloze netwerk eenvoudig en zonder computer configureren door op het bedieningspaneel op de knop (WPS) te drukken. • Als u het draadloze netwerk wilt gebruiken in de infrastructuurmodus, koppelt u de netwerkkabel los van het apparaat.
Draadloos netwerk instellen 3 Druk op (Menu) > Netwerk > Draadloos > OK > WPS-inst. om de WPS-modus te wijzigen via het bedieningspaneel. Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-rom-station en volg de instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen. Verbinding maken in PIN-modus Apparaten met een display 1 Druk meer dan twee seconden op de knop bedieningspaneel. Aansluiten in PBC-modus 2 De achtcijferige PIN-code verschijnt op het display.
Draadloos netwerk instellen Apparaten zonder een display Aansluiten in PBC-modus 1 1 Druk op de knop WPS (PBC) op het toegangspunt (of de draadloze router). a Het lampje van de WPS-LED knippert snel. Het apparaat is bezig verbinding te maken met het toegangspunt (of de draadloze router). 2 Houd de knop (WPS) op het bedieningspaneel ingedrukt totdat de status-LED snel gaat branden (na 4 seconden). Het apparaat maakt verbinding met het toegangspunt (of draadloze router).
Draadloos netwerk instellen Opnieuw verbinding maken met een netwerk Verbinding met een netwerk verbreken Wanneer de draadloze netwerkfunctie is uitgeschakeld, wordt automatisch opnieuw geprobeerd een verbinding tot stand te brengen met het toegangspunt (of de draadloze router) met behulp van de eerder gebruikte instellingen voor de draadloze verbinding en het adres.
Draadloos netwerk instellen 15 Instellen met Windows Nadat de verbinding met het draadloze netwerk is gemaakt, moet u een apparaatstuurprogramma installeren om vanuit een toepassing te kunnen afdrukken (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 158).
Draadloos netwerk instellen Opzetten van de netwerkinfrastructuur 1 2 3 4 5 Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten. 6 Kies de optie in Gebruik van verbeterde functies en deelname aan het verzamelprogramma voor gebruiksinformatie van printer. Klik daarna op Volgende. 7 Selecteer Configureer de draadloze netwerkconnectie met een USB-kabel op het scherm Printerverbindingstype. Klik vervolgens op Volgende. 8 Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan.
Draadloos netwerk instellen 9 10 Als het toegangspunt is beveiligd, verschijnt het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk. • Met Samsung Easy Printer Manager kunt u Wi-Fi Direct opbouwen (zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 187). Voer het netwerkwachtwoord van het toegangspunt (of de router) in. • Naam Wi-Fi Direct: De standaard netwerknaam is de modelnaam en is maximaal 22 tekens lang (exclusief "DIRECT-XX-").
Draadloos netwerk instellen Ad-hoc via USB-kabel 6 Als u geen toegangspunt hebt, kunt u de printer alsnog draadloos met uw computer verbinden door een draadloos ad-hocnetwerk in te stellen. Volg hiervoor de volgende eenvoudige stappen. Kies de optie in Gebruik van verbeterde functies en deelname aan het verzamelprogramma voor gebruiksinformatie van printer. Klik daarna op Volgende. 7 Selecteer Configureer de draadloze netwerkconnectie met een USB-kabel op het scherm Printerverbindingstype.
Draadloos netwerk instellen Het beveiligingsvenster voor het draadloze netwerk verschijnt als de beveilging van het ad-hocnetwerk is ingeschakeld. • Voor de methode Statisch Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres Statisch is, controleert u of Statisch wordt vermeld in het venster Bevestiging van instelling van draadloos netwerk. Als DHCP wordt vermeld, klikt u op de knop TCP/IP wijzigen om het IP-adres en andere netwerkinstellingen van de printer in te voeren.
Draadloos netwerk instellen 14 15 Nadat u de onderdelen hebt geselecteerd, kunt u ook de naam van het apparaat wijzigen, het apparaat instellen om in het netwerk te worden gedeeld, het apparaat instellen als standaardapparaat, en de poortnaam van elk apparaat wijzigen. Klik op Volgende. Als u uw printer wilt registreren op de website van Samsung en nuttige informatie wilt ontvangen, klik dan op Online registratie. Wilt u dit niet, klik dan op Voltooien.
Draadloos netwerk instellen 11 Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten. Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u wilt gebruiken en klik op Next. • Netwerkwachtwoord bevestigen: Bevestig de sleutelwaarde van het netwerkwachtwoord. • WEP-sleutelindex:: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de juiste WEP-sleutelindex:. Als het draadloze netwerk al is ingesteld, verschijnt het venster Informatie draadloos netwerk.
Draadloos netwerk instellen • Met Samsung Easy Printer Manager kunt u Wi-Fi Direct opbouwen (zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 187). • Netwerknaam (SSID): De standaard netwerknaam is de modelnaam en is maximaal 22 tekens lang (exclusief "DIRECT-"). • Wachtwoord netwerk is de numerieke reeks en tussen de 8 en 64 tekens lang. 13 Als de instellingen van het draadloze netwerk voltooid zijn, koppelt u de USB-kabel tussen de computer en de printer los.
Draadloos netwerk instellen 9 10 11 Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat alle toepassingen worden afgesloten. Klik op Ga door. Het beveiligingsvenster voor het draadloze netwerk verschijnt als het ad-hocnetwerk een beveiligingsinstelling heeft. Selecteer Open syst. of Ged. Sleutel voor de verificatie en klik op Next. Klik op Instelling van draadloos netwerk in het paneel Gebruikersopties.
Draadloos netwerk instellen • Voor de methode Statisch Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres Statisch is, controleert u of Statisch wordt vermeld in het venster Bevestiging van instelling van draadloos netwerk. Als DHCP wordt vermeld, klikt u op de knop TCP/IP wijzigen om het IP-adres en andere netwerkinstellingen van de printer in te voeren. Voorbeeld: Als de netwerkgegevens van de computer als volgt zijn: - IP-adres: 169.254.133.
Draadloos netwerk instellen Wat u nodig hebt • Toegangspunt • Een computer die verbonden is met een netwerk • Software-cd die bij het apparaat is geleverd • Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze netwerken • Netwerkkabel Het draadloze netwerk van het apparaat configureren Voordat u begint, moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloze netwerk en de netwerksleutel (als deze is gecodeerd) weten.
Draadloos netwerk instellen 3 4 Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. 7 Selecteer de Network Name(SSID) in de lijst. • SSID: SSID (Service Set Identifier) is een naam die een draadloos netwerk aanduidt. Toegangspunten en draadloze apparaten die een verbinding proberen te maken met een bepaald draadloos netwerk, moeten dezelfde SSID gebruiken. De SSID is hoofdlettergevoelig.
Draadloos netwerk instellen 9 Het bevestigingsvenster verschijnt. Controleer de instellingen van het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Apply. 2 Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in. Voorbeeld: Ontkoppel de netwerkkabel (standaard of netwerk). Als het goed is, communiceert uw apparaat nu draadloos met het netwerk.
Draadloos netwerk instellen 19 Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen Wi-Fi Direct is een gemakkelijk te installeren, peer-topeerverbindingsmethode tussen de gecertificeerde Wi-Fi Direct-printer en een mobiel apparaat, dat voorziet in een veilige verbinding en betere doorvoer dan de ad-hocmodus. Met Wi-Fi Direct kunt u uw printer tegelijkertijd met een Wi-Fi Direct-netwerk en een toegangspunt verbinden.
Draadloos netwerk instellen - - Groepsgebruiker: Schakel deze optie in om de printer toe te wijzen aan de Wi-Fi Direct-groepsgebruiker. De Groepsgebruiker functioneert op dezelfde manier als het draadloze toegangspunt. Wij raden u aan deze optie in te schakelen. • Voor Linux OS-gebruikers, - Druk een IP-netwerkconfiguratierapport af om het afdrukken te controleren (zie"Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 155).
Draadloos netwerk instellen 20 Probleemoplossing Problemen tijdens het instellen of de installatie van het stuurprogramma Verbindingsprobleem - Ongeldige beveiliging • De beveiliging is niet op de juiste manier geconfigureerd. Controleer de beveiliging die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd. Verbindingsprobleem - Algemene verbindingsfout • Printers niet gevonden Uw computer ontvangt geen signaal van uw apparaat. Controleer de USB-kabel en de stroomtoevoer van de printer.
Draadloos netwerk instellen g Controleer of de Printernaam of het IP-adres: gelijk is aan het IPadres op het netwerkconfiguratieblad. 3 Wijzig het IP-adres van de printerpoort als dat afwijkt van het IPadres in het netwerkinformatierapport. Als u de installatie-cd wilt gebruiken om het IP-adres van de poort te wijzigen, maakt u verbinding met een netwerkprinter. Maak vervolgens opnieuw verbinding met het IP-adres.
Draadloos netwerk instellen Andere problemen • Als zich tijdens het gebruik van de printer in een netwerk problemen voordoen, controleert u de volgende punten: Controleer of het IP-adres van het apparaat juist is toegewezen. U kunt het IP-adres controleren door het netwerkconfiguratierapport af te drukken. • Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) met een wachtwoord beveiligd is.
Draadloos netwerk instellen • In de ad-hocmodus onder besturingssystemen zoals Windows Vista is het mogelijk dat u de draadloze verbinding bij elk gebruik van de draadloze printer opnieuw moet instellen. • Bij draadloze netwerkprinters van Samsung kunnen de infrastructuurmodus en de ad-hocmodus niet tegelijkertijd worden gebruikt. • Het apparaat moet zich binnen het bereik van het draadloos netwerk bevinden.
Samsung MobilePrint 21 22 Wat is Samsung MobilePrint? Samsung MobilePrint is een gratis toepassing waarmee gebruikers foto's, documenten en webpagina's direct van hun smartphone of tablet kunnen afdrukken. Samsung MobilePrint is niet alleen compatibel met uw Android-, Windows- en iOS-smartphones maar ook met uw iPod Touch en tablet-pc. Het verbindt uw mobiele apparaat met een printer van Samsung die met het netwerk is verbonden of met een draadloze printer via een WiFi-toegangspunt.
Samsung MobilePrint 24 Ondersteunde apparaten • iOS 4.0 of hoger: iPod Touch, iPhone, iPad • Android 2.1 of hoger: Galaxy S, Galaxy S2, Galaxy Tab en Android Mobile Devices • Windows Phone 7 of hoger: Samsung Focus, Omnia7 en OmniaW, en mobiele Windows-apparaten 2.
AirPrint 4 Alleen CLX-330xW Series, CLX-330xFN Series, CLX-330xFW Series. Met AirPrint kunt u rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf uw iPhone, iPad en iPod touch met de nieuwste versie van iOS. 25 AirPrint instellen Bonjour(mDNS)- enIPP-protocollen zijn vereist om de AirPrint-functie te kunnen gebruiken op uw apparaat. U kunt de AirPrint-functie inschakelen volgens een van de volgende methoden. Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service, moet u zich aanmelden als beheerder.
AirPrint 4 Raak de knop Afdrukken aan. Druk het af. Afdruktaak annuleren: Klik op pictogram van het afdrukcentrum ( ) in het multi-taskinggebied om de afdruktaak te annuleren of het overzicht van de afdruktaak te bekijken. U kunt in het afdrukcentrum op annuleren klikken. 2.
Google Cloud Print Met Google Cloud Print™ kunt u gegevens afdrukken via uw smartphone, tablet of een ander apparaat dat met internet is verbonden. U hoeft uw Google-account alleen maar te registreren op de printer als u Google Cloud Print wilt gebruiken. U kunt uw document of e-mail afdrukken via het Chrome-besturingssysteem, de Chrome-browser of een Gmail™/Google Docs™-toepassing op uw mobiele apparaat zodat u geen printerstuurprogramma hoeft te installeren. Raadpleeg de Google-website (http://support.
Google Cloud Print Als u de browser hebt ingesteld op het blokkeren van pop-upvensters, wordt het bevestigingsvenster niet weergegeven. Sta toe dat er popups op de website worden weergegeven. 10 11 Klik op Finish printer registration. Klik op Manage your printers. Afdrukken vanuit een toepassing op een mobiel apparaat De onderstaande stappen zijn een voorbeeld van hoe u de toepassing Google Docs op een mobiele telefoon met Android kunt gebruiken. 1 Uw printer is nu geregistreerd bij Google Cloud Print.
Google Cloud Print Afdrukken vanuit de Chrome-browser De volgende stappen zijn een voorbeeld van het gebruik van de Chromebrowser. 1 2 3 Voer Chrome uit. 4 5 6 Klik op Afdrukken. Er verschijnt een nieuw tabblad voor afdrukken. Open het document of de e-mail die u wilt afdrukken. Klik op het moersleutelpictogram de browser. in de rechterbovenhoek van Selecteer Print with Google Cloud Print. Klik op de knop Afdrukken. 2.
3. Menu´s met nuttige instellingen In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde apparaatinstellingen instelt.
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van dit hoofdstuk • Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s om het apparaat in te stellen en te gebruiken. Druk op tot deze menu’s.
Afdrukken Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Om de menuopties te wijzigen: • Druk op Item Deze optie beïnvloedt de resolutie en helderheid van de weergegeven kleuren. Venster (Menu) > Afdrukinst. op het configuratiescherm. Item Afdrukstand Exemplaren U kunt het aantal kopieën wijzigen met behulp van het numerieke toetsenblok.
Kopiëren 1 Item Kopieerfunctie Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Hiermee verkleint of vergroot u een gekopieerde afbeelding (zie "Verkleinde of vergrote kopie" op pagina 60). Verkl./vergr. Wanneer het apparaat is ingesteld op Ecomodus, zijn de vergroot- en verkleinfuncties niet beschikbaar.
Kopiëren Item Omschrijving Item Hiermee drukt u een afbeelding zonder achtergrond af. Deze kopieerfunctie verwijdert de achtergrondkleur en is handig voor het kopiëren van een origineel met een gekleurde achtergrond, zoals een krant of catalogus. Hiermee worden de originele afbeeldingen verkleind en worden 2 of 4 pagina’s afgedrukt op één vel papier. 3 4 2 2 • Uit: Deze functie wordt niet gebruikt. • Versterk.nv.1-2: Hoe hoger het getal, hoe levendiger de achtergrond.
Kopiëren 2 Item Kopieerinstellingen Hiermee stel u het apparaat zo in dat de kopieën worden gesorteerd. Als u bijvoorbeeld 2 kopieën wilt maken van een document met 3 pagina’s, krijgt u eerst één volledige kopie van het 3 pagina’s tellende document en vervolgens een tweede volledige kopie. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
Kopiëren Item Omschrijving Item Hiermee verkleint of vergroot u een gekopieerde afbeelding (zie "Verkleinde of vergrote kopie" op pagina 60). St.inst. wijz. > Verkl./ vergr. Wanneer het apparaat is ingesteld op Ecomodus, zijn de vergroot- en verkleinfuncties niet beschikbaar. Omschrijving Hiermee drukt u een afbeelding zonder achtergrond af. Deze kopieerfunctie verwijdert de achtergrondkleur en is handig voor het kopiëren van een origineel met een gekleurde achtergrond, zoals een krant of catalogus.
faxen 3 Item Faxfunctie Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Hiermee kunt u een fax naar meerdere bestemmingen verzenden (zie "Groepsverzending (faxen naar meerdere bestemmingen verzenden)" op pagina 65). Meerdere verz. U kunt met deze functie geen kleurenfax verzenden.
faxen Item Prior. verz. Omschrijving Het originele document wordt in het geheugen opgeslagen en onmiddellijk verzonden zodra de lopende taak is voltooid. Met een verzending met hoge prioriteit wordt een verzending naar meerdere bestemmingen onderbroken (de fax met hoge prioriteit wordt verzonden na de verzending naar ontvanger A en vóór de verzending naar ontvanger B).
faxen 4 Item Verzendinstellingen ECM-modus Hiermee kunt u de foutcorrectiemodus (ECM) inschakelen om faxen zonder fouten te verzenden. Als u deze modus inschakelt, kan het verzenden van faxen langer duren. Faxbevestiging Hiermee stelt u het apparaat in om een rapport te verzenden, ongeacht of the faxverzending geslaagd is of niet. Wanneer u Aan-Fout selecteert, drukt het apparaat alleen een rapport af wanneer de verzending niet geslaagd is. TCR voor afb.
faxen 5 Item Ontvangstinstellingen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Om de menuopties te wijzigen: • Druk op (faxen) > Item Startc. ontv. Hiermee kunt u een fax ontvangen vanaf een telefoontoestel dat aangesloten is op de EXTuitgang aan de achterkant van het apparaat.
faxen 6 Item Een andere installatie Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Handmatig V/O Omschrijving Door het instellen van deze optie naar AAN kunt u een fax verzenden of ontvangen terwijl de lijn bezet is.
Scannen 7 Item Scanfunctie Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Om de menuopties te wijzigen: Druk in de scanmodus op (Menu) > Scanfunctie op het bedieningspaneel. • CLX-330x Series / CLX-330xW Series: Wanneer de LED van de knop Scan to aan is, is het apparaat in scanmodus.
Scannen 8 Scaninstellingen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Om de menuopties te wijzigen: Druk in de scanmodus op (Menu) > Scaninstel. op het bedieningspaneel. • CLX-330x Series / CLX-330xW Series: Wanneer de LED van de knop Scan to aan is, is het apparaat in scanmodus.
Systeeminstallatie 9 Item Apparaatinstellingen Stel in na welke wachttijd de printer overschakelt naar de energiebesparende modus. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Om de menuopties te wijzigen: • Druk op (Menu) > Systeeminst. > Apparaatinst. op het configuratiescherm.
Systeeminstallatie Item Omschrijving Item U kunt instellen in welke situaties de printer moet ontwaken uit sluimerstand. Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken als waargenomen wordt dat het gebruikte papier niet overeenkomt met de instellingen. • Aan: Het apparaat ontwaakt in de volgende gevallen uit de energiebesparende modus: Ontw.gebeurt. - Druk op een willekeurige knop. - Open of sluit de papierlade. Aut. doorgaan - Voer papier in de documentinvoer in. Time-out syst.
Systeeminstallatie 10 Item Omschrijving Papierinstellingen Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en milieuvriendelijke afdrukken maken. • Standaardmodus: Selecteer of de Eco-modus inof uitgeschakeld wordt. Eco-instel. Geforc. (Aan-verplicht): Schakelt de Ecomodus in en beveiligt de instelling met een wachtwoord. Als een gebruiker de Eco-modus wil wijzigen, moet deze het wachtwoord invoeren. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen.
Systeeminstallatie 11 Item Geluid/Volume Schakelt geluiden van de telefoonlijn via de luidspreker (bijvoorbeeld een kiestoon of een faxsignaal) aan of uit. Als deze optie is ingesteld op Communicatie, staat de luidspreker aan tot het externe apparaat reageert. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
Systeeminstallatie 12 Item Rapporten Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Om de menuopties te wijzigen: • Druk op (Menu) > Systeeminst. > Rapport op het configuratiescherm.
Systeeminstallatie 13 Item Onderhoud Hiermee kunt u de instellingen voor kleur aanpassen, zoals contrastniveau, kleurregistratie, kleurdichtheid, enzovoort. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Om de menuopties te wijzigen: • • Aangep. kleur: Hiermee past u kleur voor kleur het contrast aan.
Netwerkinstallatie Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). • Druk op Optie (Menu) > Netwerk op het bedieningspaneel. Optie Omschrijving Instel. wissen Hiermee zet u de standaard netwerkinstellingen terug. (Opnieuw starten vereist.) Netwerkconf.
Netwerkinstallatie Optie Omschrijving Optie U kunt de volgende protocollen activeren of uitschakelen. • SNMP V1/V2: U moet deze optie inschakelen om het protocol SNMP V1/V2 te kunnen gebruiken. Systeembeheerders kunnen gebruikmaken van SNMP om apparaten in het netwerk te monitoren en beheren. • Netwerk Activeren: U kunt instellen of u Ethernet aan of uit wilt zetten. • UPnP(SSDP): U moet deze optie inschakelen om het protocol UPnP(SSDP) te kunnen gebruiken.
4. Speciale functies In dit hoofdstuk worden de speciale functies voor kopiëren, scannen, faxen en afdrukken besproken. • Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 223 • Verschillende tekens invoeren 224 • Het faxadresboek instellen 226 • Afdrukfuncties 229 • Scanfuncties 242 • Faxfuncties 251 • De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7. • Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit. Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in. 4,000 m (13,123 ft) U kunt de hoogtewaarde instellen via Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer Manager.
Verschillende tekens invoeren U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren. Bij de installatie van uw apparaat moet u bijvoorbeeld uw naam of de naam van uw bedrijf en het faxnummer invoeren. Wanneer u faxnummers of emailadressen in het geheugen opslaat, kunt u ook de bijbehorende namen invoeren. 2 Letters en cijfers op het toetsenblok • Afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties kan uw apparaat andere speciale tekensets bevatten.
Verschillende tekens invoeren Toets * Toegewezen cijfers, letters of tekens *%^_~!#$()[] (Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw netwerkidentificatiegegevens) # #=|?":{}<>; (Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw netwerkidentificatiegegevens) 4.
Het faxadresboek instellen U kunt snelkiesnummers voor veelgebruikte faxnummers instellen via SyncThru™ Web Service en zo snel en gemakkelijk faxnummers invoeren door de positienummers in te voeren die aan de nummers zijn toegewezen in het adresboek. 3 4 Snelkiesnummers gebruiken Wanneer u tijdens het versturen van een fax wordt gevraagd om een nummer in te voeren, voert u het snelkiesnummer in waaronder u het gewenste faxnummer hebt opgeslagen.
Het faxadresboek instellen 4 5 Wijzig het faxnummer en druk op OK. Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. 7 Als u klaar bent, selecteert u Nee als Nog een nummer? wordt weergegeven en drukt u op OK. 8 Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. 6 Een groepskiesnummer vastleggen 1 Selecteer (faxen) > (Address Book) > Nieuw en bew. > Groepsnummer op het bedieningspaneel. 2 Voer een groepkiesnummer in en druk op OK.
Het faxadresboek instellen 8 9 Een item in het adresboek zoeken U kunt op twee manieren een nummer in het geheugen opzoeken. U doorzoekt het adresboek alfabetisch of u voert de eerste letters in van de naam die aan dat nummer is gekoppeld. 1 Selecteer (faxen) > (Address Book) > Zoek. en kiez. > Snelkiesnummer of Groepsnummer op het configuratiescherm. 2 3 Voer Alle of ID in en druk op OK. Adresboek afdrukken U kunt de instellingen van uw een lijst af te drukken.
Afdrukfuncties • Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de Basishandleiding (zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 53). In Voorkeursinstellingen kunt u de instellingen voor elke afdruktaak wijzigen. • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7). 11 Uw apparaat instellen als standaardprinter 10 De standaardafdrukinstellingen wijzigen 1 2 3 4 Klik op het menu Start van Windows.
Afdrukfuncties 12 Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 1 Kruis het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken aan. 2 3 Klik op Afdrukken. XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een XPS-bestandsindeling • Zie "Functies per model" op pagina 7. • Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op Windows Vista OS of een recentere versie.
Afdrukfuncties Speciale afdrukfuncties verklaard U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte apparaat.
Afdrukfuncties Item Poster afdrukken Omschrijving U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken. Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Afdrukfuncties Item Omschrijving U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. • Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-stuurprogramma. Deze optie is alleen beschikbaar als u het XPS-stuurprogramma gebruikt. • Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af.
Afdrukfuncties Item Omschrijving Papieropties Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren waarmee het document vergroot of verkleind wordt. Watermerk Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt de optie bijvoorbeeld om in grote grijze letters "DRAFT" of "CONFIDENTIAL" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s van een document af te drukken.
Afdrukfuncties Item Watermerk (Een watermerk verwijderen) Omschrijving a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen. b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Verwijderen. d Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdruk wordt afgesloten.
Afdrukfuncties Item Overlay (Een nieuwe paginaoverlay maken) Overlay (Een paginaoverlay gebruiken) Overlay (Een paginaoverlay verwijderen) Omschrijving a b c d Ga naar de Voorkeursinstellingen als u het document als een overlay wilt opslaan. Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken verschijnt. Klik in het venster Overlay bewerken op Maken. Typ in het venster Opslaan als een naam in het vak Bestandsnaam.
Afdrukfuncties 13 Afdrukken in Macintosh Printerinstellingen wijzigen U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. Een document afdrukken Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren.
Afdrukfuncties Dubbelzijdig afdrukken Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie "Verschillende functies" op pagina 10). Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt.
Afdrukfuncties 14 Afdrukken in Linux Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het afdrukken van even en oneven pagina's. Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Afdrukfuncties Bestanden afdrukken Printereigenschappen configureren U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te passen. Met het CUPS-lpr-hulpgramma kunt u dat doen, maar het programma uit het besturingsbestand vervang het standaard lpr-hulpprogramma door een veel gebruiksvriendelijker LPR GUI-programma.
Afdrukfuncties 4 • Jobs: de lijst met afdruktaken weergeven. Klik op Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het selectievakje Show completed jobs in om een lijst met vorige afdruktaken weer te geven. • Classes: Hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt verwijderen uit een geselecteerde klasse.
Scanfuncties • TWAIN: TWAIN is een van de vooraf ingestelde beeldtoepassingen. Wanneer u een afbeelding scant, wordt de geselecteerde toepassing gestart zodat u het scanproces kunt beheren. U kunt deze functie gebruiken via de lokale verbinding of de netwerkverbinding (zie "Scannen vanuit een programma voor het bewerken van afbeeldingen" op pagina 245). • Samsung Scan Assistant/Samsung Easy Document Creator: U kunt dit programma gebruiken voor het scannen van afbeeldingen of documenten.
Scanfuncties 16 17 De scaninstellingen in de computer configureren Scannen vanaf een apparaat dat is aangesloten op een netwerk Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7). 1 Open Samsung Easy Printer Manager (zie "Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 269). 2 3 4 Selecteer het juiste apparaat in de Lijst met printers.
Scanfuncties 3 Selecteer uw geregistreerd computer-Id en voer indien nodig het Wachtwoord in. • ID is hetzelfde ID als het geregistreerde scan-ID voor de Samsung Easy Printer Manager > Geavanceerde modus activeren > Instellingen voor scannen naar pc. • Wachtwoord is het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers voor de Samsung Easy Printer Manager > Geavanceerde modus activeren > Instellingen voor scannen naar pc.
Scanfuncties 3 Selecteer in de printerlijst de printer die u wilt gebruiken en klik op Volgende. Als u het bericht Niet beschikbaar ziet, controleert u de poortverbinding. Of controleer of het printerstuurprogramma voor WSD juist is geïnstalleerd. • Het IP-adres voor een WSD-printer is http://IP address/ws/ (voorbeeld: http://111.111.111.111/ws/).
Scanfuncties 3 4 5 6 Open een toepassing, bijvoorbeeld Adobe Photoshop. 2 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49). 3 Klik op Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaatstuurprogramma in Printers en faxapparaten en kies Zoeken starten.
Scanfuncties 4 21 Scannen met de Samsung-scanassistent U moet Samsung Scanassistent-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de printersoftware te installeren (http:// www.samsung.com > vind uw product > Ondersteuning of Downloads). Selecteer het menu Help of klik op de knop de optie waar u meer over wilt weten. 5 6 • Voor Windows moet u Samsung Scanassistent downloaden van de Samsung-website en de printersoftware te installeren (http:// www.samsung.
Scanfuncties Als het bericht Er is geen apparaat voor het vastleggen van afbeeldingen aangesloten. verschijnt, maakt u de USB-kabel los en verbindt u hem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, raadpleegt u de help bij Fotolader. 4 5 Selecteer de gewenste optie. Scan uw afbeelding en sla deze op. 2 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49).
Scanfuncties • 5 6 Als u via TWAIN wilt scannen, raadpleegt u de bovenstaande procedure voor Mac OS X 10.4. Voor 10.6 - 10.7 selecteert u uw apparaat bij GEDEELD. 3 Klik op de knop openen. 4 Selecteer de scanner in de lijst. 5 6 Klik op Properties. 7 Klik in het venster Scanner Properties op Preview. om het venster Scanners Configuration te Stel de scanopties in dit programma in. Scan uw afbeelding en sla deze op.
Scanfuncties 8 Het document wordt gescand en er verschijnt een voorbeeld van de afbeelding in Preview Pane. U kunt uw scaninstellingen opslaan en toevoegen aan de vervolgkeuzelijst Job Type zodat u de instellingen opnieuw kunt gebruiken. Een afbeelding bewerken met Image Manager In de toepassing Image Manager (Afbeeldingen beheren) vindt u menuopties en knoppen voor de bewerking van gescande afbeeldingen. 9 10 11 Sleep met de muisaanwijzer over het gedeelte dat u wilt scannen in Preview Pane.
Faxfuncties 3 • Voor basisfuncties voor het faxen, raadpleeg de Basishandleiding (zie "Basisfuncties voor faxen" op pagina 64). Selecteer de gewenste optie. 25 • Deze functie wordt niet ondersteund voor de CLX-330x/CLX-330xW Series (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 23). 1 2 24 Automatisch opnieuw kiezen Als de lijn van het gekozen nummer bezet is of als het faxapparaat van de ontvanger niet antwoordt, wordt het nummer automatisch opnieuw gekozen.
Faxfuncties 26 27 Een verzending bevestigen Een fax met uw computer verzenden Wanneer de laatste pagina van uw origineel correct is verzonden, hoort u een pieptoon waarna het apparaat terugkeert naar stand-bymodus. • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7). Als er tijdens de verzending van uw fax iets fout gaat, verschijnt een foutbericht op het display.
Faxfuncties 4 5 Klik op Afdrukken of OK. 28 Voer de nummers van de ontvangers in en selecteer opties Uitgestelde faxverzending U kunt het apparaat zo instellen dat een fax op een later tijdstip (tijdens uw afwezigheid) wordt verzonden. U kunt met deze functie geen kleurenfax verzenden. Selecteer het menu Help of klik op de knop de optie waar u meer over wilt weten. 6 Klik op verzenden.
Faxfuncties • U kunt maximaal 10 bestemmingen ingeven. • Na het invoeren van een groepskiesnummer kunt u geen ander groepskiesnummer meer invoeren. 8 1 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner. 2 Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Pag. toevoegen op het bedieningspaneel. 3 Selecteer de faxtaak en druk op OK. Voer de naam en de tijd in van de taak.
Faxfuncties 4 Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus. 30 Een verzonden fax doorsturen naar een andere bestemming 29 Een fax verzenden met een hoge prioriteit U gebruikt deze functie als u een fax met hoge prioriteit moet verzenden voorafgaand aan andere geplande taken. Het origineel wordt naar het geheugen gescand en onmiddellijk verzonden zodra de lopende taak is voltooid.
Faxfuncties 31 32 Ontvangen faxen doorsturen Een fax met uw computer ontvangen U kunt het apparaat instellen om een ontvangen of verzonden fax naar een andere bestemming te verzenden per fax. Deze functie is nuttig als u een fax wilt ontvangen wanneer u niet op kantoor bent. 1 • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7).
Faxfuncties 5 • Waarschuwen bij voltooiing: Als een fax wordt ontvangen, wordt een pop-upvenster geopend met een melding. • Openen met standaardtoepassing: Na ontvangst van de fax wordt de fax geopend met de standaardapplicatie. • Geen: Het apparaat meldt het ontvangen van de fax niet bij de gebruiker en opent de applicatie ook niet. • Ant/Fax: wordt gebruikt als er een antwoordapparaat is aangesloten op uw apparaat.
Faxfuncties 34 • Als u het apparaat in deze modus hebt ingesteld en het antwoordapparaat is uitgeschakeld of er is geen antwoordapparaat op de EXT-uitgang aangesloten, wordt na een vooraf ingesteld aantal belsignalen automatisch overgeschakeld naar de faxmodus.
Faxfuncties Wanneer u een gesprek via het telefoontoestel dat is aangesloten op de EXT-aansluiting, zijn de functies voor scannen en kopiëren niet beschikbaar. 3 Als het apparaat begint te rinkelen, beantwoordt u de oproep niet. Het apparaat heeft enkele belsignalen nodig om het patroon te "leren" herkennen. Als het patroon is herkend voor later gebruik, verschijnt DRPDinstelling voltooid op het display. Als de instelling van DRPD mislukt, verschijnt Fout DRPD-belsignaal.
Faxfuncties 38 39 Ontvangen in veilige ontvangstmodus Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7). Mogelijk wilt u niet dat faxberichten die tijdens uw afwezigheid binnenkomen door anderen worden bekeken. Als u de veilige ontvangstmodus inschakelt, worden alle inkomende faxen in het geheugen opgeslagen. U kunt de faxen vervolgens afdrukken door het wachtwoord in te voeren.
5. Nuttige beheerprogramma's Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten.
Easy Capture Manager • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 8). • Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8). Maak een schermafbeelding en start Easy Capture Manager door op de toets Scherm afdrukken te drukken. U kunt nu gemakkelijk uw schermafbeelding onbewerkt of bewerkt afdrukken. 5.
Samsung Easy Color Manager Samsung Easy Color Manager helpt gebruikers om subtiele wijzigingen aan te brengen met behulp van 6 kleurtonen en andere eigenschappen, zoals helderheid, contrast en verzadiging. Wijzigingen van kleurtoon kunnen worden opgeslagen als profiel en worden gebruikt vanaf het stuurprogramma of het apparaat zelf. • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 8).
Samsung AnyWeb Print • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 8). • Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en Macintosh-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8). Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma. Download de software van de website van Samsung.
Easy Eco Driver • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 8). • Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8). Met Easy Eco Driver kunt u ecofuncties toepassen om papier en toner te besparen voordat u afdrukt. Als u deze toepassing wilt gebruiken, moet u het selectievakje Easy Eco Driver starten voordat taak wordt afgedrukt in de printereigenschappen inschakelen.
SyncThru™ Web Service gebruiken • Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet Explorer 6.0 of hoger vereist. • De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de opties en het model, en komt mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. • Alleen voor draadloos model (zie "Verschillende functies" op pagina 10). 1 1 Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web Service-website.
SyncThru™ Web Service gebruiken Het tabblad Information Het tabblad Security Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven. U kunt diverse gegevens controleren, waaronder de resterende hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals een foutenrapport. Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van het netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven.
SyncThru™ Web Service gebruiken 3 Informatie over de systeembeheerder instellen Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie emailmelding. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. 1 Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 8). • Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en Macintoshbesturingssystemen (zie "Software" op pagina 8). Open de map Toepassingen > de map Samsung > Samsung Easy Printer Manager.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken Printerinformatie In dit kader staat algemene informatie over uw apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals de naam van het printermodel, het IP-adres (of poortnummer) en de printerstatus. Snelkoppelingen Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar toepassingen in de geavanceerde instellingen. 4 U kunt de Handleiding online bekijken.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken • 5 Overzicht interface instellingen voor gevorderde gebruikers De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder van het netwerk en de printers. Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Samsung Easy Printer Manager gebruiken Taakaccountbeheer Levert een overzicht van informatie over de verdeling van afdruktaken per specifieke gebruiker. Deze verdeling kan aangemaakt en toegepast worden op op apparaten via taakaccountancysoftware zoals SyncThru™ of de CounThru™ administratiesoftware. 5.
Werken met Samsung Easy Document Creator Samsung Easy Document Creator is een programma dat u helpt bij het scannen, verzamelen en bewaren van documenten in verschillende formaten, inclusief het .epub formaat. Deze documenten kunnen vervolgens via sociale netwerken of fax worden gedeeld. Of u nu als student onderzoeksgegevens uit de bibliotheek moet ordenen of als moeder foto's van het verjaardagsfeestje van vorig jaar wil delen, met Easy Document Creator beschikt u over alle benodigde hulpmiddelen.
Werken met Samsung Easy Document Creator Snel scannen Scant automatisch met de instellingen die in Configuratie zijn opgegeven. U kunt hier de standaardopties instellen zoals type afbeelding, documentgrootte, resolutie of bestandstype (zie "Snel scannen" op pagina 276). Scannen Bevat meer gedetailleerde opties over het stuk voor stuk scannen van documenten (zie "Scannen" op pagina 275). 2 Uploaden naar SNS 4 Uploaden naar SNS is alleen beschikbaar na installatie van Microsoft®.NET Framework 3.
Werken met Samsung Easy Document Creator Fax verzenden Biedt de mogelijkheid om direct vanuit Easy Document Creator een fax te verzenden als het Samsung Network PC Fax-stuurprogramma is geïnstalleerd (zie "Een fax met uw computer verzenden" op pagina 252). 6 7 Als het Samsung Network PC Faxstuurprogramma niet is geïnstalleerd, is deze functie niet beschikbaar. 7 8 Klik achtereenvolgens op de knop Help ( ) in de rechterbovenhoek van het venster en de optie waarover u meer wilt weten.
Werken met Samsung Easy Document Creator 7 Klik op Opslaan (een scan opslaan), Verzenden (een scan emailen) of Delen (Uploaden). Werken met Snel scannen 1 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49). 2 3 4 Klik op Snel scannen in het startscherm. Als er ruimte is op de glasplaat, kan er meer dan één item tegelijkertijd worden gescand.
Werken met Samsung Easy Document Creator 3 4 Klik opScannen naar SNS > Starten. Klik op Scannen. Direct scannen Bestaand bestand uploaden 1 2 3 Converteren naar e-book Klik op Uploaden naar SNS in het startscherm. 1 Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49). 2 3 4 Klik op Converteren naar e-book in het startscherm. 5 Klik op Opslaan.
Werken met Samsung Easy Document Creator 4 Voer een naam en auteur in die gebruikt worden als metataginformatie voor het .epub-bestand. Voer daarna een bestandsnaam in en selecteer een locatie om het bestand op te slaan. 5 Klik op Opslaan. Een fax verzenden 1 2 3 4 Klik op Fax verzenden in het startscherm. 5 Klik op verzenden. Klik op Bestand toevoegen en zoek het te faxen bestand. Klik op Fax verzenden. Voer de faxinformatie in (nummer ontvanger, voorbladinformatie, enz.).
Samsung-printerstatus gebruiken Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt. Pictogram • Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem. Betekent Normaal Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn geen fouten of waarschuwingen.
Samsung-printerstatus gebruiken 2 3 Optie U kunt instellingen voor waarschuwingen gerelateerd aan afdruktaken opgeven. Benod. bestellen U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. Gebruikershandlei ding U kunt de Gebruikershandleiding online bekijken. Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids als er een fout optreedt. U kunt direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding. 4 5 Sluiten Sluit het venster. 5.
De Linux Unified Driver Configurator gebruiken Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat hoofdzakelijk bestemd is voor de configuratie van apparaten. U moet Unified Linux Driver installeren om Unified Driver Configurator te kunnen gebruiken (zie "Installatie voor Linux" op pagina 151). 2 Klik op de knoppen links om het overeenkomstige configuratievenster te openen.
De Linux Unified Driver Configurator gebruiken 11 Printers configuration 1 Schakelt naar Printers configuration. 2 Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven. 3 Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw apparaat weergegeven. Printers configuration bevat twee tabbladen: Printers en Classes. Het tabblad Printers Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Driver Configurator om de printerconfiguratie van het huidige systeem weer te geven.
De Linux Unified Driver Configurator gebruiken Het tabblad Classes Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen weergegeven. 1 Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer. 2 Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten in de klasse aan. 12 Ports configuration In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak.
6. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
Problemen met papierinvoer Toestand Voorgestelde oplossing Het papier loopt vast tijdens het afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier. Papier kleeft aan elkaar. • Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade. • Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt. • Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit. • In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven. Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk.
Problemen met de voeding en het netsnoer Toestand Het apparaat krijgt geen stroom, of de verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten. Voorgestelde oplossing • Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het bedieningspaneel van het apparaat een (Power/ Wakeup)-knop heeft, moet u hierop drukken. • Maak de kabel van het apparaat los en sluit deze opnieuw aan. 6.
Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak Het apparaat krijgt geen stroom. Voorgestelde oplossing Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Als het bedieningspaneel van het apparaat een (Power/Wakeup)-knop heeft, moet u hierop drukken. Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd. Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows. Controleer het volgende: • De klep is niet gesloten. Sluit de klep. • Er is een papierstoring opgetreden.
Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing Het apparaat is mogelijk niet goed geconfigureerd. Controleer de Voorkeursinstellingen om na te gaan of alle afdrukinstellingen correct zijn. Mogelijk is het printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd. Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma opnieuw. Het apparaat werkt niet goed. Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft.
Afdrukproblemen Toestand Mogelijke oorzaak De helft van de pagina is blanco. Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld. Het apparaat drukt wel af, maar de tekst is niet correct, vervormd of niet volledig. Voorgestelde oplossing Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). Raadpleeg Help bij het printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 55).
Afdrukproblemen Toestand Er worden blanco pagina’s afgedrukt. Mogelijke oorzaak De tonercassette is leeg of beschadigd. Voorgestelde oplossing Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Vervang indien nodig de tonercassette. • Zie "Toner herverdelen" op pagina 80. • Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 82. Het apparaat drukt het PDFbestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s.
Afdrukproblemen Toestand Het afgedrukte papier krult op. Mogelijke oorzaak De instelling voor de papiersoort klopt niet. Voorgestelde oplossing Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen, klik op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dik papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). 6.
Problemen met de afdrukkwaliteit Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. Toestand Lichte of vage afdrukken Voorgestelde oplossing • Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 82).
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Tonervlekken Voorgestelde oplossing • Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. • Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 90). A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticale strepen Voorgestelde oplossing Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont: • Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de beeldeenheid in het apparaat. Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 86). Als de pagina witte verticale strepen vertoont: • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticaal terugkerende afwijkingen Voorgestelde oplossing Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont: • De beeldeenheid is mogelijk beschadigd. Als de problemen zich na het afdrukken blijven voordoen, vervangt u de oude beeldeenheid door een nieuwe (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 86). • Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Er blijven tonerdeeltjes hangen rond vetgedrukte tekens of donkere foto’s. Voorgestelde oplossing De toner hecht mogelijk niet goed aan dit papiertype. • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 54). • Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Gekruld of gegolfd Voorgestelde oplossing • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade. Vouwen of kreuken • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Volledig gekleurde of zwarte pagina’s A Losse toner Voorgestelde oplossing • Mogelijk is de beeldeenheid niet goed geplaatst. Verwijder de beeldeenheid en plaats deze opnieuw. • De beeldeenheid is mogelijk defect. Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 86). • Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Horizontale strepen Voorgestelde oplossing Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende: • Mogelijk is de beeldeenheid niet goed geplaatst. Verwijder de beeldeenheid en plaats deze opnieuw. • De beeldeenheid is mogelijk defect. Verwijder de beeldeenheid en plaats een nieuwe (zie "De beeldeenheid vervangen" op pagina 86). Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld.
Problemen met kopiëren Toestand Voorgestelde oplossing Kopieën zijn te licht of te donker. Pas de tonersterkte in de kopieerfunctie aan om de achtergrond van kopieën lichter of donkerder te maken (zie "De instellingen per kopie wijzigen" op pagina 58). Er verschijnen vegen, strepen, vlekken of stippen op kopieën. • Gebruik Tonersterkte in Kopieerfunctie om de achtergrond van uw kopieën lichter te maken als de onregelmatigheden zich op het origineel bevinden.
Problemen met kopiëren Toestand De tonercassette gaat minder lang mee dan verwacht. Voorgestelde oplossing • Uw originelen bevatten mogelijk afbeeldingen, opgevulde vlakken of dikke lijnen. Uw originelen zijn bijvoorbeeld formulieren, nieuwsbrieven, boeken of andere documenten die meer toner verbruiken. • Het deksel van de scanner is mogelijk opengelaten tijdens het kopiëren. • Schakel het apparaat uit en weer in. 6.
Problemen met scannen Toestand De scanner doet het niet. Voorgestelde oplossing • Zorg ervoor dat u het te scannen origineel op de glasplaat plaatst met de bedrukte zijde naar onder en in de automatische documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven (zie "Originelen plaatsen" op pagina 49). • Er is mogelijk niet voldoende geheugen beschikbaar voor het document dat u wilt scannen. Ga na of de prescanfunctie werkt. Probeer een lagere scanresolutie.
Problemen met scannen Toestand Het volgende bericht verschijnt op het computerscherm: • Apparaat kan niet in de gewenste H/W-modus staan. • Poort wordt gebruikt door een ander programma. Voorgestelde oplossing • Er wordt mogelijk een kopieer- of afdruktaak uitgevoerd. Probeer uw taak opnieuw uit te voeren nadat de voorgaande taak is voltooid. • De geselecteerde poort is momenteel in gebruik. Start uw computer opnieuw op en probeer het opnieuw.
Problemen met faxen Toestand Voorgestelde oplossing Het apparaat werkt niet, het display blijft leeg of de toetsen reageren niet. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en steek deze er weer in. Geen kiestoon. • Controleer of het telefoonsnoer op de juiste wijze is aangesloten (zie "Achterkant" op pagina 22). • Controleer of er stroom staat op het stopcontact. • Controleer of de stroom aan staat.
Problemen met faxen Toestand Een ontvangen faxbericht is gedeeltelijk blanco of is van slechte kwaliteit. Voorgestelde oplossing • Er is mogelijk een probleem met het faxapparaat van de verzender. • Een slechte telefoonlijn kan verbindingsproblemen veroorzaken. • Controleer het apparaat door een kopie te maken. • De tonercassette heeft de geschatte levensduur bijna bereikt. Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 82).
Problemen met het besturingssysteem 1 Algemene Windows-problemen Toestand Voorgestelde oplossing Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik". Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. Het bericht "Algemene beschermingsfout", "OEuitzondering", "Spool 32" of "Ongeldige bewerking" verschijnt.
Problemen met het besturingssysteem 2 Algemene Macintosh-problemen Toestand Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Voorgestelde oplossing Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Problemen met het besturingssysteem 3 Algemene Linux-problemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Voorgestelde oplossing • Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers in Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Controleer of uw apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw apparaat in te stellen. • Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
Problemen met het besturingssysteem Toestand Voorgestelde oplossing Ik kan niet scannen via mijn Gimp front-end. Controleer of u in Gimp Front-end het venster Xsane:Device dialog. kunt openen via het menu Acquire. Als dat niet het geval is, moet u de Xsane-plug-in voor Gimp installeren op de computer. U vindt de Xsane-plug-in voor Gimp op de cd van uw Linuxdistributie of op de homepage van Gimp.
Problemen met het besturingssysteem Toestand Het apparaat scant niet. Voorgestelde oplossing • Zorg ervoor dat het document in het apparaat is geladen en dat uw apparaat met de computer is verbonden. • Mogelijk treedt er een I/O-fout op tijdens het scannen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer werd geleverd voor meer informatie over Linux-foutberichten. 6.
Problemen met het besturingssysteem 4 Veelvoorkomende PostScript-problemen De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt. Probleem Het PostScript-bestand kan niet worden afgedrukt Mogelijke oorzaak Mogelijk is het PostScript-stuurprogramma niet correct geïnstalleerd. Oplossing • Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van de software" op pagina 147).
Contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. Country/Region CAMEROON Country/Region Customer Care Center Web Site ALBANIA 42 27 5755 www.samsung.com ARGENTINE 0800-333-3733 www.samsung.com ARMENIA 0-800-05-555 www.samsung.com AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com AZERBAIJAN 088-55-55-555 www.samsung.com BAHRAIN 8000-4726 www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center Web Site EGYPT 08000-726786 www.samsung.com EIRE 0818 717100 www.samsung.com EL SALVADOR 800-6225 www.samsung.com ESTONIA 800-7267 www.samsung.com FINLAND 030-6227 515 www.samsung.com FRANCE 01 48 63 00 00 www.samsung.com GERMANY 01805 - SAMSUNG (726-7864 € 0,14/min) www.samsung.com GEORGIA 8-800-555-555 www.samsung.com 0800-10077 www.samsung.com GHANA 0302-200077 www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center Web Site LITHUANIA 8-800-77777 www.samsung.com LUXEMBURG 261 03 710 www.samsung.com MALAYSIA 1800-88-9999 www.samsung.com MACEDONIA 023 207 777 www.samsung.com MEXICO 01-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com MOLDOVA 00-800-500-55-500 MONGOLIA MONTENEGRO Customer Care Center 1-800-10-SAMSUNG(7267864) for PLDT PHILIPPINES Web Site www.samsung.
Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center Web Site Country/Region Customer Care Center Web Site UGANDA 0800-300 300 www.samsung.com U.K 0330 SAMSUNG (7267864) www.samsung.com U.S.A 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com 0-800-502-000 www.samsung.com/ ua 0800-SAMSUNG (0800-7267864) www.samsung.com SOUTH AFRICA 0860-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com SPAIN 902-1-SAMSUNG(902 172 678) www.samsung.com SWEDEN 0771 726 7864 (SAMSUNG) www.samsung.
Verklarende woordenlijst De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. 802.11 802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802). 802.11b/g/n 802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2.4 GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps, 802.
Verklarende woordenlijst BOOTP Configuratiescherm Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere client een IPadres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen.
Verklarende woordenlijst Standaard DNS De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt geïnitialiseerd. DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet. DHCP Matrixprinter Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/ servernetwerkprotocol.
Verklarende woordenlijst Duplex Emulatie Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier tijdens één printcyclus. Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met een ander. Afdrukvolume Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per maand die de printerprestaties niet beïnvloedt.
Verklarende woordenlijst FDI Grijswaarden Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd met uw apparaat. Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende grijstinten weergegeven.
Verklarende woordenlijst IEEE 1284 IPP De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer). IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie, enzovoort.
Verklarende woordenlijst ITU-T LDAP De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale organisatie die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken omvatten standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITUT duidt op telecommunicatie.
Verklarende woordenlijst MH NetWare MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te comprimeren.
Verklarende woordenlijst OSI PostScript OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization). OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk, gegevenskoppeling en fysiek.
Verklarende woordenlijst Protocol SMB Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert. SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen onderling. PS Zie PostScript.
Verklarende woordenlijst TCP/IP Tonercassette TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het internet en de meeste commerciële netwerken draaien. Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt en die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier.
Verklarende woordenlijst URL WEP URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich bevindt. WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau als een bedraad LAN te garanderen.
Verklarende woordenlijst WPA-PSK WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of een gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze toegangspunt (WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert een unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere veiligheid.
Index A Macintosh achterkant 22 adresboek bewerken 226 groep bewerken 227 groep vastleggen 227 registreren 226 werken met 226 adresboekinstellingen 226 afdrukfunctie 229 afdrukken afdrukken naar een bestand 230 algemene instellingen 202 de standaardafdrukinstellingen wijzigen 229 dubbelzijdig afdrukken Macintosh een document afdrukken Windows 238 mobiel besturingssysteem 193 mobileprint 193 speciale afdrukfuncties 231 USBgeheugen instellen als standaardapparaat 229 Linux 23
Index fax verzenden 275, 278 Een fax in de computer verzenden 252 eigenschappen van afdrukmateriaal 122 Naar SNS scannen 276 een fax met uw computer ontvangen 256 plugin 278 een fax verzenden met een hoge prioriteit 255 G Een gereserveerde faxtaak annuleren 254 Google Cloud Print een ontvangen fax doorsturen naar een andere bestemming 256 H scannen 274, 275 snel scannen 274, 276 Uploaden naar SNS 274 zoeken 275 ecoafdruk 56 een document afdrukken een verzonden fax doorsturen naar
Index L M N lade Macintosh netwerk breedte en lengte instellen 41 afdrukken de grootte van de lade aanpassen 41 papierformaat en type instellen 47 besturingsbestand opnieuw installeren voor een via een USBkabel verbonden apparaat 150 installatie van draadloos netwerk 168 installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 162 installatieomgeving 128 instelling bekabeld netwerk 155 LCDdisplay de status van het apparaat controleren 203, 205, 207, 213, 218 Linux afdrukken 239
Index P papierstoring origineel document verwijderen papier verwijderen 98 103 tips om papierstoringen te voorkomen 97 plaatsen plaatsen in lade 1 42 speciale media 45 plaatsing van het apparaat aanpassing aan de hoogte 223 algemene informatie 240 problemen met het besturingssysteem 306 problemen 287 problemen met betrekking tot netvoeding 286 problemen met de afdrukkwaliteit problemen met kopiëren 300 basisinformatie 242 problemen met papierinvoer 285 Scannen in Linux 249 problemen me
Index T tekens invoeren 224 toetsen eco 26 numeriek toetsenblok 27 scannen naar 24 schermafdruk 24 WPS 24, 26 72 scannen 70 USBkabel besturingsbestand opnieuw installeren 150, 152 25, 26, 28 id kopiëren beheren stuurprogrammainstallatie 151 30, 31, 148, uw apparaat reinigen 90 V W watermerk bewerken 234 maken 234 verwijderen 235 Windows installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 158 SetIP gebruiken 155, 184 behandelingsinstructies 78 info 14 de cassette