Operation Manual

Faxfuncties
352
4. Speciale functies
35
Ontvangen faxen doorsturen
U kunt het apparaat instellen om een ontvangen of verzonden fax naar een
andere bestemming te verzenden per fax, e-mail of via een server. Deze
functie is nuttig als u een fax wilt ontvangen wanneer u niet op kantoor bent.
Ongeacht of u een kleurenfax hebt verzonden of ontvangen, worden de
gegevens doorgestuurd in grijstinten.
1
Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Ontv. en doorst.
> Doorsturen naar fax, Doorsturen naar PC, Doorsturen naar e-
mail of Doorsturen naar server op het bedieningspaneel.
Of selecteer Instelling > Apparaatinst. > Volg. > Fax instellen >
Ontv. en doorst. > Doorsturen naar fax, Doorst. n. PC,
Doorsturen naar e-mail of Doorsturen naar server op het
aanraakscherm.
De optie Doorsturen is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van
model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op
pagina 11).
Selecteer Doorst.&print als u wilt dat het apparaat de fax afdrukt
nadat deze is doorgestuurd.
2
Voer het ontvangende faxnummer, e-mailadres of serveradres in en
druk op OK.
3
Voer de starttijd en de eindtijd in, en druk vervolgens op OK.
4
Druk op de knop (Stop/Clear) of het home-pictogram ( ) om
terug te keren naar de stand-bymodus.
Na elkaar verzonden faxen zullen doorgestuurd worden naar het
opgegeven faxapparaat.