User Manual

NL-23
Verwarmen
Om de stand VERWARMEN te kiezen, drukt u één of enkele keren op de
Mode toets, tot het symbool bovenin de afstandsbediening verschijnt.
Gevolg:
De ontvangst- en display unit geeft een piepsignaal.
De airconditioner start op in de bedrijfsstand VERWARMEN
2
U kunt op ieder willekeurig moment een andere bedrijfsstand
kiezen.
Om de basistemperatuur te wijzigen, drukt u één of enkele keren op de tem-
peratuurtoetsen, totdat de gewenste temperatuur wordt getoond. U kunt een
temperatuur kiezen tussen 16
O
C en 30
O
C.
Gevolg:
Iedere keer dat u op een temperatuur toets drukt:
- wordt de gewenste temperatuur met 1
O
C verhoogd of verlaagd;
-
geeft de ontvangst- en display unit een piepsignaal.
De airconditioner begint te vewarmen als de temperatuur in de
kamer lager is dan de ingestelde temperatuur.
3
U moet de bedrijfsstand VERWARMEN kiezen als u:
de temperatuur in de kamer wilt verhogen.
de ventilatorsnelheid tijdens het verwarmen wilt wijzigen.
1
Druk zo nodig op de (Aan/Uit) toets.
Gevolg:
Het Aan/Uit lampje op de ontvangst- en display unit gaat aan.
De airconditioner wordt gestart in dezelfde stand waarin hij
stond toen hij de laatste keer werd uitgeschakeld.
De ontvangst- en display unit geeft een piepsignaal..
De airconditioner is uitgerust met een beveilingsmechanisme
dat de unit beschermt tegen beschadiging wanneer hij wordt
gestart kort nadat hij is:
aangesloten op het lichtnet;
gestopt.
In dat geval wacht de airconditioner drie minuten, waarna hij
normaal opstart.
BELANGRIJK
Kies de gewenste ventilatorsnelheid door de ventilatortoets één of enkele
keren in te drukken totdat de gewenste snelheid wordt getoond:
4
NN
NN
..
..
BB
BB
..
..
Automatisch ( ➔➔)
Laag
Middel
Hoog