User manual
35
Knop +/-
RGB : Hiermee kan de gebruiker de rood- (R), groen- (G) en blauwwaarden (B) van de vast
te leggen opnamen aanpassen.
RGB-waarden instellen
1. Druk op de knop +/- en gebruik vervolgens de knoppen
OMHOOG en OMLAAG om het pictogram RGB ( )
te selecteren. De menubalk voor RGB wordt
weergegeven, zoals hiernaast te zien is.
2. Gebruik de knoppen OMHOOG, OMLAAG, LINKS en
RECHTS om de gewenste RGB-waarde te selecteren.
- Knop Omhoog/Omlaag: Hiermee navigeert u tussen
de pictogrammen R, G en B.
- Knop Links/Rechts: Hiermee verandert u de waarde van elk pictogram.
3. Als u nogmaals op de knop +/- drukt, wordt de ingestelde waarde opgeslagen en wordt de
instellingsmodus voor RGB afgesloten.
Witbalans : Met de instelling voor de witbalans kunt u de kleuren aanpassen zodat deze er
natuurlijker uitzien.
Een witbalans selecteren
1.
Druk op de knop +/- en gebruik vervolgens de knoppen
OMHOOG en OMLAAG om het pictogram voor de
witbalans ( ) te selecteren. De menubalk voor de
witbalans wordt weergegeven, zoals hierboven te zien is.
2. Gebruik de knoppen LINKS en RECHTS om de
gewenste witbalans in te stellen. De ingestelde waarde
wordt weergegeven op het LCD-scherm.
AUTO : De camera selecteert
automatisch de juiste
witbalans, afhankelijk van de omgevingsverlichting.
DAGLICHT : Voor opnamen buitenshuis.
BEWOLKT : Voor het maken van opnamen bij een bewolkte, donkere lucht.
Fluorescerend H : Voor het maken van opnames overdag bij fluorescerende
verlichting.
Fluorescerend L : Voor het maken van opnamen bij wit fluorescerend licht.
KUNSTLICHT : Voor het maken van opnamen bij kunstlicht (gewone gloeilamp).
CUSTOM : Hiermee kan de gebruiker de witbalans instellen afhankelijk van
(AANGEPAST)
de opnamecondities.
De kleuren van de opgenomen beelden kunnen veranderen afhankelijk van het
beschikbare licht.
3. Druk nogmaals op de knop +/-. De waarde die u hebt ingesteld, wordt opgeslagen en de
instellingsmodus voor de witbalans wordt afgesloten.