User manual

[53]
Geavanceerde functies
Lichtmeting
Als de camera geen belichtingswaarde kan berekenen, kunt u de methode voor lichtmeting wijzigen.
INFORMATIE
De standaardmethode voor lichtmeting is multipatroonmeting.
Als het onderwerp niet is gefocusseerd, maakt u geen gebruik van spotmeting aangezien
anders een belichtingsfout kan optreden. Gebruik in dat geval de belichtingscorrectie.
Zelfs als de camera opnieuw wordt gestart, blijft de instelling voor lichtmeting ongewijzigd.
TERUG:
PROG SETUP MyCAM
STL IN:OK
AFMETING
KWALIT.
L.METING
OPNAME
MULTI
SPOT
EINDE:MENU
PROG SETUP MyCAM
PAG.:
AFMETING
KWALIT.
L.METING
OPNAME
2272x1704
HOOG
MULTI
ENKEL
1.
Draai de kiesschijf in de opnamemodus en druk op de knop MENU.
2. Druk op de knop OMLAAG om de cursor naar het hoofdmenu te
verplaatsen.
3.
Selecteer het menu [L.METING] door op de knop OMHOOG of
OMLAAG te drukken.
4. Druk op de knop RECHTS om de cursor naar het submenu
[L.METING] te verplaatsen.
5. Selecteer het gewenste submenu door op de knop OMHOOG
of OMLAAG te drukken.
- Multipatroonmeting:
De belichting wordt berekend op basis van een gemiddelde
van de beschikbare hoeveelheid licht in het afbeeldingsgebied.
Bij de berekening ligt de nadruk echter op het midden van het
afbeeldingsgebied.
- Spotmeting:
Gebruik deze functie bij tegenlicht of als u een onderwerp
fotografeert met weinig contrast. Bij tegenlicht wordt de belichting aangepast aan het onderwerp.
6. Druk op de knop OK om de instelling te bevestigen. Druk tweemaal op de knop MENU om de
menuweergave te annuleren. Maak een foto.