User manual

[19]
Knop FLITSER ( )/ LINKS
Als u op de sluiterknop drukt nadat u de flitsermodus Auto, Steunflits of
Trage synchro hebt geselecteerd, gaat de eerste flitser af om de
opnameomstandigheden (flitserbereik en vermogen van flitser) te
controleren. Beweeg u niet totdat de tweede flits is afgegaan.
Als u veelvuldig gebruik maakt van de flitser, raken de batterijen sneller
uitgeput.
Onder normale gebruiksomstandigheden duurt de oplaadtijd van de flitser
minder dan 5 seconden. Als de batterijen zwak zijn, duurt het opladen
langer.
In de modus voor continue opname, AEB en filmclips werkt de flitser niet.
Maak opnames binnen het flitserbereik.
De beeldkwaliteit wordt niet gegarandeerd als het onderwerp zich te dichtbij
bevindt of sterk reflecteert.
Als u een opname met flits maakt in een slecht verlichte omgeving, is er
mogelijke een witte stip te zien in het vastgelegde beeld. Deze stip wordt
veroorzaakt door de reflectie van het flitslicht op voorwerpen in de
omgeving. Het is geen camerastoring.
INFORMATIE
Pictogram
Flitsmodus Omschrijving
Indicator voor flitsmodus
Als het voorwerp of de achtergrond donker is, wordt
automatisch de flitser van de camera gebruikt.
Automatisch
flitsen
Automatisch
flitsen en
verwijderen van
rode ogen
Ondersteune
nde flits
Synchronisatie
lage
sluitersnelheid
Flitser uit
Als een voorwerp of de achtergrond donker is, wordt
automatisch de flitser van de camera gebruikt en wordt het
rode ogen-effect beperkt door het gebruik van de functie
voor verwijderen van rode ogen.
De flitser werkt in combinatie met een lage sluitersnelheid om
de juiste belichting te krijgen. Wanneer u een opname maakt bij
weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het
trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm.
Wij adviseren u bij deze functie gebruik te maken van een
statief.
De flitser gaat af ongeacht de hoeveelheid licht die
beschikbaar is. De intensiteit van de flitser kan worden
geregeld, afhankelijk van de heersende condities. Hoe
helderder de achtergrond of het onderwerp is, hoe
zwakker de flits.
De flitser gaat niet af. Selecteer deze modus bij het maken van
opnamen op plaatsen of in situaties waarin het gebruik van de
flitser verboden is. Wanneer u een opname maakt bij weinig
licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen
van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm.
Wij adviseren u bij deze functie gebruik te maken van een
statief.