User manual

7
Voorzichtig
Lekkende, oververhitte of beschadigde batterijen kunnen leiden tot brand of letsel.
Gebruik batterijen die geschikt zijn voor deze camera.
Sluit batterijen niet kort, verhit ze niet en gooi ze niet in een open vuur.
Plaats de batterijen in de juiste richting.
Verwijder de batterijen wanneer u de camera gedurende langere tijd niet wilt gebruiken.
Batterijen kunnen gaan lekken en de onderdelen van de camera onherstelbaar beschadigen.
Gebruik de flitser niet terwijl u deze vasthoudt met uw hand of aanraakt met een of ander
voorwerp. Raak de flitser na gebruik niet aan. Dit kan leiden tot brandwonden.
Vervoer de camera niet als deze is ingeschakeld en u gebruik maakt van de wisselstroomadapter.
Schakel de camera na gebruik altijd uit voordat u de adapter uit het stopcontact verwijdert.
Controleer vervolgens of alle verbindingssnoeren of kabels naar andere apparaten zijn
losgekoppeld voordat u de camera gaat vervoeren. Als u dit niet doet, kunnen de snoeren of
kabels beschadigd raken en kunnen er brand of elektrische schokken optreden.
Er kan gebruik worden gemaakt van een niet-oplaadbare (wegwerp)batterij, maar dit soort
batterijen heeft slechts een korte levensduur vanwege de relatief lage batterijcapaciteit. Wij
adviseren het gebruik van een oplaadbare batterij omdat deze een grotere capaciteit en een
langere levensduur heeft dan een niet-oplaadbare batterij. (Oplaadbare batterijen zijn
mogelijk niet overal verkrijgbaar.)
Waarschuwing van FCC
Tests hebben aangetoond dat dit apparaat voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal
apparaat van Klasse B volgens artikel 15 van de FCC-voorschriften. Deze grenswaarden
zijn ontworpen om bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in commerciële
installaties. Dit apparaat genereert, absorbeert en straalt RF-energie (Radio Frequentie)
uit. Als het apparaat niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, kan dit
leiden tot verstoring van het radioverkeer. Er is echter geen garantie dat er in sommige
gevallen geen interferentie zal optreden. Als er toch interferentie optreedt terwijl het
apparaat in werking is, probeert u één of meer van de volgende maatregelen.
Wijzig de locatie en richting van uw antenne.
Vergroot de afstand tussen de camera en het apparaat waarvan de werking wordt
verstoord.
Gebruik een andere aansluiting op het desbetreffende apparaat.
Neem contact op met een vertegenwoordiger van Samsung of met een radio/TV-
installateur.
Dit apparaat voldoet aan artikel 15 van de FCC-voorschriften.
Door wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door de verantwoordelijke
conformiteitsinstantie zijn goedgekeurd, kan de gebruiker zijn of haar bevoegdheid voor
het gebruik van de apparatuur verliezen.