User Manual (Windows 8)

114
115
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
Richtlijn voor draadloze communicatie
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band.
Het volgende gedeelte is een algemeen overzicht van de
overwegingen die gelden bij het gebruik van een draadloos
apparaat.
Aanvullende beperkingen en zaken waarmee u rekening dient
te houden in specieke landen worden vermeld in de gedeelten
die aan deze specieke landen (of groepen landen) zijn gewijd.
De draadloze componenten in uw systeem zijn uitsluitend
goedgekeurd voor de landen waarop het radiokeurmerk op het
systeemclassicatielabel van toepassing is. Als het land waarin
u de draadloze component gaat gebruiken niet wordt vermeld,
moet u contact opnemen met de betreende instantie in uw
verblijfplaats om kennis te nemen van de vereisten. Het gebruik
van draadloze componenten is onderworpen aan strenge regels
en het gebruik ervan is mogelijk niet toegestaan.
De RF-veldsterkte van de draadloze component(en) die in uw
notebook zijn geïntegreerd valt ruim beneden alle internationale
limieten voor blootstelling aan RF-straling die op dit moment
bekend zijn. Aangezien de draadloze componenten (die mogelijk
in uw notebook zijn geïntegreerd) veel minder energie uitstralen
dan is toegestaan op grond van standaards en aanbevelingen op
het gebied van de veiligheid van radiostraling, gaat de fabrikant
ervan uit dat deze componenten veilig kunnen worden gebruikt.
Ongeacht het vermogensniveau dient u op te passen dat u de
componenten niet aanraakt tijdens normaal gebruik.
In bepaalde omstandigheden gelden beperkingen op het
gebruik van draadloze apparaten. Hier onder worden enkele veel
voorkomen beperkingen vermeld:
Draadloze RF-communicatie kan bepaalde apparatuur in •
vliegtuigen beïnvloeden. Veiligheidsvoorschriften in de
luchtvaart vereisen op dit moment dat draadloze apparaten
worden uitgeschakeld tijdens het reizen in een vliegtuig.
Communicatieapparaten met 802.11ABGN- (ook bekend
als draadloze Ethernet of Wi) en Bluetooth-connectiviteit
zijn voorbeelden van apparaten die gebruik maken van
draadloze communicatie.
In omgevingen waar het risico op interferentie met andere •
apparaten of diensten schadelijk is of als schadelijk wordt
beschouwd, kan het gebruik van draadloze apparaten aan
beperkingen onderworpen of verboden zijn. Luchthavens,
ziekenhuizen en ruimten waar met een hoog niveau van
zuurstof of ontvlambare gassen zijn enkele voorbeelden
van plaatsen waar het gebruik van draadloze apparaten
beperkt of verboden kan zijn. Wanneer u zich ergens
bevindt waar u niet zeker bent of het gebruik van
draadloze apparaten is toegestaan, moet u de betrokken
autoriteit om toestemming vragen voordat u het
draadloze apparaat inschakelt of gebruikt.