Operation Manual

7
1. Voordat U begint.
1.1 Inleiding.
De OfficeServ systeemtoestellen zijn voorzien van vrij programmeerbare toetsen. Met deze toetsen
kunt u gemakkelijk toegang verkrijgen tot de vele functies die uw toestel biedt. Over de toetsen ligt
een sjabloon welke u kunt voorzien van de benaming van de geprogrammeerde functie. Overleg met
uw systeembeheerder of installateur over de mogelijkheden.
Buitenlijnen, aangesloten op uw telefooncentrale, worden in deze gebruiksaanwijzing aangeduid als
netlijnen. Individuele netlijnen kunnen elk onder een toets geprogrammeerd zijn; of u kunt via een
netlijntoegangscode (doorgaans is dat “0”) naar “buiten” bellen. Indien de functie “LCR” in uw
telefooncentrale is geprogrammeerd, wordt de “0” de LCR-toegangscode. LCR biedt u de mogelijkheid
om via een andere aanbieder dan de KPN uw telefoonverkeer te laten afhandelen of GSM verkeer via
een zgn. dialler te routeren.
DSS/BLF (Direct Station Select en Busy Lamp Field) overzichten bieden u de mogelijkheid om vanaf
uw toestel de status van andere toestellen te overzien. Tevens kunt u met een druk op de knop het
gewenste toestel bellen, of een oproep doorverbinden.
De OfficeServ biedt verschillende belritmen op uw toestel om u het verschil hoorbaar te maken tussen
interne-, netlijn- of deurintercom oproepen.
Netlijn oproep : enkel belsignaal.
Interne oproep : dubbel belsignaal.
Deurintercom en alarmtijd notificatie : driemaal kort achterelkaar repeterend belsignaal.
1.2 Oproep indicaties.
De toetsen op uw toestel of op uw console zijn voorzien van LED indicatie. De LED’s op uw toestel zijn
voorzien van 3 kleuren: rood, groen en amber. De LED's op uw console zijn enkel rood.
Interne oproepen of intercom oproepen verschijnen altijd via uw CALL toetsen (deze lichten groen
op). Doorgaans zijn dit de eerste twee toetsen op uw toestel. U kunt uw CALL toetsen uitbreiden tot
maximaal 8 (speciaal voor die toestellen waar zwaar gebeld wordt, zoals telefonistes, helpdesken,
binnendienst verkoop etc). De CALL toetsen kunnen en mogen niet verwijderd worden, omdat intern
en/of extern verkeer dan niet meer mogelijk is.
Netlijnen verschijnen onder de individuele lijntoetsen (DT-toetsen). De netlijnen die u zelf gebruikt,
lichten groen op, de netlijnen waarmee een ander bezig is lichten rood op. Indien u deze DT-toetsen
niet heeft (bijv. omdat u meer netlijnen heeft dan toetsen) is het gebruikelijk dat deze ook via uw
CALL toetsen verschijnen. Indien u lijnen wilt overnemen via een ander toestel, kunt u ook
gebruikmaken van PARK toetsen; deze lichten ook groen op.
Netlijnen en interne lijnen, die u in de “wacht” zet, kunt u altijd terugvinden omdat die altijd langzaam
groen of rood knipperen.
! Een constant brandende LED indiceert dat de lijn in gebruik is of de functie geactiveerd is.
! Een snel groen knipperende LED indiceert een nieuw inkomend gesprek.
! Een langzaam groen of rood knipperende LED indiceert dat het gesprek in de wacht staat.
! Een langzaam amber knipperende LED indiceert een herhalingsoproep (een doorverbonden
gesprek dat terug komt, of een wachtende lijn die de maximale wachttijd overschrijdt etc.).