Operation Manual

Bijlagen
112
Onderhoud van de camera
Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de t
kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze
opnieuw in de camera.
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de t
temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden.
Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen.
Trek niet aan het elektriciteitssnoer om de stekker uit het t
stopcontact te halen. Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Over het opladen terwijl er een computer is aangesloten
Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.t
De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet t
opgeladen:
Wanneer u een USB-hub gebruikt -
Wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn -
aangesloten
Wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de -
computer aansluit
Wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm -
niet ondersteunt (5 V, 500 mA)
Melding Batterij bijna leeg
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram
rood en verschijnt de melding 'Batterij bijna leeg'.
Opmerkingen over het gebruik van de batterij
Bij temperaturen onder 0 ºC kunnen de capaciteit en t
gebruiksduur van de batterij afnemen.
Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar t
de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere
temperaturen.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de t
batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale
werking van de camera.
Over het opladen van de batterij
Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste t
wijze is geplaatst.
Gebruik de camera niet tijdens het opladen. Schakel de camera t
uit voordat u de batterij oplaadt.
Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 t
minuten hebt opgeladen.
Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's t
raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het
indicatielampje groen wordt.