Operation Manual

Instellingen
138
•
Vliegtuigstand
: stel het apparaat in om alle draadloze functies uit te schakelen. U kunt alleen
diensten gebruiken waarvoor geen netwerk vereist is.
Houd u aan de regelgeving verstrekt door de luchtvaartmaatschappij en de instructies
van het personeel in het vliegtuig. Als u het apparaat mag gebruiken, moet u het altijd
gebruiken in de vliegtuigstand.
•
NFC en betaling
: u kunt met uw apparaat productinformatie in NFC-tags (near field
communication) lezen. U kunt deze functie ook gebruiken voor betalingen en om bijvoorbeeld
treinkaartjes of tickets voor evenementen te kopen. U moet dan wel eerst de daarvoor vereiste
apps downloaden. Raadpleeg NFC en betaling voor meer informatie.
•
Mobiele hotspot en tethering
: gebruik het apparaat als een mobiele hotspot om de mobiele
gegevensverbinding van uw apparaat met andere apparaten te delen als de netwerkverbinding
niet beschikbaar is. U kunt verbinding maken via Wi-Fi, USB, of Bluetooth. Raadpleeg Mobiele
hotspot en tethering voor meer informatie.
•
Mobiele netwerken
: uw instellingen voor mobiele netwerken configureren.
•
SIM-kaartbeheer
(Dual SIM-modellen): uw SIM- of USIM-kaarten activeren en de SIM-
kaartinstellingen aanpassen. Raadpleeg SIM-kaartbeheer (modellen voor twee SIM-kaarten)
voor meer informatie.
•
Locatie
: de instellingen voor machtigingen voor locatiegegevens wijzigen.
•
Meer verbindingsinstellingen
: hier kunt u instellingen aanpassen om andere functies aan te
sturen. Raadpleeg Meer verbindingsinstellingen voor meer informatie.
Wi-Fi
Schakel de Wi-Fi-functie in om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk en toegang te krijgen tot
internet of andere netwerkapparaten.
Schakel Wi-Fi uit om de batterij te sparen wanneer u deze functie niet gebruikt.